Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tweede brief van Johannes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tweede brief van Johannes

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

INLEIDING

De schrijver

Dat de evangelist en apostel Johannes*^ schrijver van deze brief is, werd door sommigen wel betwijfeld. Twee oorzaken zijn daarvoor aan te wijzen:1. De schrijver vermeldt zijn naam niet. Hij zegt evenmin, dat hij een apostel is. Hij noemt zich ouderling. (Op de betekenis van het woord ouderling, in dit verband, hopen we later in te gaan). 2. Ondermeer Eusebius en Hieronymus schreven de tweede en derde brief aan een andere Johannes toe.

Er kan geen twijfel over bestaan, dat 2 en 3 Johannes van dezelfde schrijver zijn. Uit het onder 1. genoemde mag men niet concluderen, dat de schrijver niet de apostel Johannes was. Dat de schrijver zich ouderling of oudste noemt, ontneemt hem zijn aanzien van apostel niet. In 1 Petr. 5 : 1 noemt Petrus zich immers medeouderling.

Er is evenwel een ouder getuigenis, namelijk van Irenaeus, waarin de evangehst en apostel Johannes als schrijver van beide brieven genoemd wordt. Irenaeus was een leerling van Polycarpus, die van de apostel Johannes onderwijs ontving. Er zijn echter meer van deze oudere getuigenissen, die de apostel Johannes als auteur aanwijzen. Polycarpus zelf haalt in een van zijn geschriften zowel 1 Joh. 4 : 2—3 als 2 Joh. : 7 aan. Het getuigenis van Irenaeus kan derhalve als zeer betrouwbaar gelden.

Een duidelijk gegeven is overigens, dat de brieven, inclusief de eerste Johannesbrief, qua schrijfwijze en woordkeus overeenkomen met het Evangelie naar de beschrijving van Johannes.

Er zijn zeker wel wat verschillen aan te wijzen. Maar wie in onze tijd de boeken zou onderzoeken van iemand, die in enkele tientallen jaren zijn werken afleverde, zal eveneens een bepaalde ontwikkeling in schrijfwijze en woordkeus opmerken.

Zowel de tweede als de derde Johannesbrief zijn gericht tot een persoon. Dit onderscheidt hen van de eerste Johannesbrief. Daarom zijn ze niet meteen tot de algemene zendbrieven gerekend. Weüicht zijn ze in het begin minder bekend geworden omdat ze als kleine brieven minder overgeschreven en doorgegeven zijn, zo menen sommigen. Daartegen spreekt weer, dat beide brieven al heel vroeg in verschillende, zelfs afgelegen gemeenten bekend waren.

Dat ze tot de kathoheke of algemene zendbrieven gerekend zijn - hoewel aan afzonderlijke personen gericht - vindt oorzaak in het feit, dat ze door de gehele kerk als zodanig zijn aangenomen en omdat ze alle christelijke gemeenten tot lering zijn.

Plaats en tijd

Waar, wanneer en waarheen Johannes deze tweede brief geschreven heeft, is onzeker. Johannes moet al oud geweest zijn en zijn tweede brief in het jaar 91 of 92 na Christus geschreven hebben. De taalkundige overeenkomst tussen 2 en 3 Johannes duiden er op, dat ze kort na elkaar geschreven zijn. Naar men meent, stammen ze uit het laatste tiental levensjaren van Johannes. Gissingen melden Klein-Azië als de streek van schrijven.

Alle onzekerheid doet voor ons niets af aan de inhoud, het doel en nut van de brieven.

De geadresseerden

In vers 1 worden ze genoemd: de uitverkoren vrouwe en haar kinderen.

Sommigen zagen in de uitverkoren vrouw het beeld van de kerk en in haar kinderen bepaalde leden van die kerk. Andere menen echter dat hier sprake is van 'n voorname vrouw, die over haar huis en huisgenoten gezag uitoefende. Ze zou vermoedelijk een weduwe zijn geweest, omdat wel haar kinderen, evenwel niet haar man aangeduid wordt.

Het woord uitverkoren ziet dan meer op haar vroomheid dan op haar stand.

De gelegenheid

Johannes schreef deze tweede brief naar aanleiding van twee feiten. Het eerste vinden we in vers 4: , , Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader". Het tweede treffen we in vers 7 aan: , , Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belij­ den, dat Jezus Christus in het vlees gekomen, ' is. Deze is de verleider en de anti-christ."

Inhoud, doel en nut

Johannes verheugt zich over de Schriftuurlijke levenswandel van zijn kinderen, vs. 4. Hij vermaant allen daarin te volharden, vs. 5 en 6. Vervolgens waarschuwt de apostel voor de verleider(s) en de anti-christ, vs. 7—9 en hoe ze zich jegens hen dienen te gedragen, vs. 10 en 11. Vers 12 meldt de hoop tot hen te komen tot verder onderricht. Vers 13 bevat een groet.

2 Johannes geeft ons 'n goed voorbeeld hoe een christen kort en krachtig medechristenen dienen kan. Schriftelijk pastoraat! Het gaat om persoonlijke aangelegenheden: het beleven en beoefenen van het ware geloof, door God geschonken, het weigeren van gemeenschap met hen, die afwijken in de leer der apostelen. Vanwege de aankondiging van Johannes' komst wordt alleen het hoogst noodzakelijke besproken.

Inhoudsoverzicht:

Al. opschrift en zegenbede; j a. het opschrift, vers 1—2, i' b. de zegenbede, vers 3.

A2. de verhandeling; | a. een vermaning, vers 4—7, i b. een waarschuwing, vers 8—11.

A3, slot; I a. de belofte te komen, vers 12, I b. groeten, vers 13.

Of:

BI. afzender en groeten, vers 1—3; r Het is opmerkenswaardig, dat het woord waarheid drie keer in de begroeting voor-i komt. Waarheid kan daarom wel gezien j: worden als het sleutelwoord van deze || brief. De drievoudige zegenbede is gefundeerd op waarheid en liefde.

B2. wandelen in de waarheid, vers 4—6; De combinatie van waarheid en liefde wordt in deze pericoop opnieuw aangetroffen. Evenals in 1 Johannes wordt de liefde niet als een nieuw gebod beschouwd.

B3. valse leraren, vers 7—11; a. de aard van hun dwaling is de ontkenning van de vleeswording van de Heere Jezus Christus; b. de opkomst van deze dwaling moet leiden tot zelfonderzoek; c. de brengers van de dwaling mag geen gastvrijheid worden verleend.

B4. besluit; De schrijver vermeldt zijn toekomstplannen en zendt groeten.

Veenendaal

J. G. v. Willegen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De tweede brief van Johannes

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's