Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods Koninkrijk is als een mosterdzaad (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods Koninkrijk is als een mosterdzaad (1)

9 minuten leestijd

MEDITATIE

? Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: et Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid; hetwelk wel het minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan is 't het meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken". Mattheüs 13 : 31, 32

1. Een klein begin

Iets heel erg kleins kan grote gevolgen hebben. Een heel klein vlammetje kan het begin zijn van 'n vuur dat een hele stad in de as legt. Een gaatje zo groot als uw pink kan het begin zijn van een dijkdoorbraak die heel het land doet onderlopen. Een vuiltje in het oog van 'n bestuurder kan, menselijkerwijs gesproken, een ernstig verkeersongeval veroorzaken. Kleine oorzaken met grote gevolgen. Een klein begin, maar een overweldigend groot einde. Zo is het nu ook gesteld met het Koninkrijk der hemelen, dat is het Koninkrijk Gods. In de kring van de discipelen van Jezus leefden nogal wat vragen rond dit Koninkrijk. Johannes de Doper had toch gepredikt dat dit rijk nabij gekomen was en Jezus had toch Zelf gezegd dat het nu aangebroken was. Maar intussen bleef schijnbaar in deze wereld alles bij het oude. Hier en daar werd een zieke genezen of zelfs een dode opgewekt. Maar de meeste zieken bleven ziek en elke dag stierven er mensen en werden er mensen begraven. De Romeinen speelden de baas in het land van Israël. De zonde ging door en de ongerechtigheid vierde hoogtij. Jezus was toch de grote Koning, de Messias? Hij zou toch de dorsvloer zuiveren? Hij zou toch kaf en koren van elkaar scheiden? Hij zou toch de heerlijke beloften van het vrederijk vervullen en dan zou toch heel de aarde vol worden van de kennis en de lof des HEEREN? Maar je zag er zo weinig van, er kwam zo weinig van terecht. Dat roept de klemmende vraag op: hoe zit het nu eigenlijk met het Koninkrijk?

De Heere Jezus weet dat die vragen leven en gaat er daarom uitgebreid op in. In Mattheüs 13 vinden we 8 gelijkenissen die allemaal gaan over het Koninkrijk der hemelen. Telkens vanuit een ander gezichtspunt wordt iets onthuld van de geheimenissen van dat Koninkrijk. Heel bekend is de gelijkenis van de zaaier die wijd en zijd het zaad uitstrooit. Zaad dat verloren gaat én zaad dat vrucht draagt. Ook wordt het hemelrijk vergeleken met tarwe dat samen met onkruid opgroeit tot de dag van de oogst. Dan komt de scheiding: de tarwe gaat in de schuur en het onkruid gaat in het vuur. De gelijkenis van het mosterdzaadje, die vanuit weer een ander gezichtspunt het Koninkrijk Gods beschrijft, hangt nauw samen met de daarop volgende gelijkenis van het zuurdeeg. Het betreft zogenaamde , , tweeHnggelijkenissen", met in grote trekken dezelfde betekenis. Wij concentreren ons nu op de eerste van de tweeling: het gaat met het Koninkrijk van God als met een mosterdzaadje...

Dat was best wel schokkend voor Jezus' eerste hoorders. Zo'n vergelijking had niemand verwacht. Als het Koninkrijk Gods nu vergeleken zou worden met een paleis of met een machtige ceder op de Libanon of met de berg Sion, dan zou je dat kunnen begrijpen. Maar een mosterdzaadje - dat lijkt toch helemaal geen passend beeld te zijn. Het mosterdzaadje is spreekwoordelijk klein. Misschien had Jezus er wel één in Zijn hand toen Hij deze woorden uitsprak. Maar dan is het toch voor de mensen om Hem heen nauwelijks zichtbaar geweest. Mosterdzaadjes zijn niet groter dan een speldeknopje. Er gaan er wel zo'n 750 in één gram! Een mosterdzaadje blaas je zomaar weg uit je hand en dan is het niet meer terug te vinden omdat het immers zo klein is. Maar kun je dan daarmee het Koninkrijk van God vergelijken? Als Jezus het Zelf niet had gedaan, zouden wij het oneerbiedig hebben gevonden om de heerschappij van God te vergelijken met zoiets onooglijks en onaanzienlijks. Maar toch: zo gaat het toe met het hemelrijk.

Denk daarbij in de eerste plaats maar aan de Heiland Zelf. In Hem is het Koninkrijk Gods belichaamd. De kerkvader Clemens van Alexandrië heeft gezegd: , , Christus spreekt zich zeer schoon uit over Zichzelf, nu Hij Zichzelf vergelijkt met een mosterdzaad. Want wat van het Koninkrijk geldt, dat geldt van Christus". Jezus is als het mosterdzaad. Zo gering is het Kind van Bethlehem. Zo veronachtzaamd is de Man van smarten, de lijdende Knecht des HEEREN. Jesaja heeft al gezegd dat Hij in onze ogen gedaante noch heerlijkheid zou hebben. Een mosterdzaadje gelijk is deze Jezus de Nazareeër, van Wie we aan het eind van ons teksthoofdstuk lezen dat Zijn plaatsgenoten aan Hem geërgerd werden en Hem verachten als die , , zoon van de timmerman”.

Ook de prediking van het Woord is gering als een mosterdzaadje. Wat kun je daarmee nu uitrichten? Wat is dat toch zwak en weerloos. Duizend preken kun je horen en er nog dezelfde onder blijven, tienduizend preken worden er van zondag tot zondag in Nederland gehouden, maar wat merk je daarvan op de maandagmorgen? Wordt Nederland er godvrezender, geloviger door? Het schijnt absoluut geen zoden aan de dijk te zetten. Het mosterdzaadje is het minste onder al de zaden, staat er. Geldt dat nu ook niet van het zaad des Woords? Dat kan toch niet concurreren tegen de zaden die de satan in de wereldakker werpt? Het zaad van het Woord kan niet con- curreren tegen wat de satan allemaal in zijn zaadbuidel heeft.

Een mosterdzaadje..., zo is het met het werk van de zending en van de evangelisatie. Wat richt je als christen-getuige uit in een islamitisch land? Wat bereik je met het evangehe bij de joden in Israël? En hoe is het onder ons? Wat een gesloten deuren voor het evangelie in het eens als zo „christelijk" bekend staande Nederland. Wat een weerstanden overal waar God Zijn kerk bouwt. Ja, daar bouwt de duivel er een kapel naast en al gauw is die kapel van de duivel veel groter dan de kerk van God!

Een klein begin. Weet u hoe de kerk in Europa begonnen is? Met één bekeerde vrouw. Dat was Lydia, wier hart geopend werd zodat ze acht nam op hetgeen door Paulus gesproken werd. Verder zat in Fihppi en in heel Europa niemand op het evangelie te wachten, maar de Heihge Geest slaat een bruggehoofd via het hart van deze purperverkoopster. De prediking van de enige Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid is zo kleinschalig, zo gering, totaal niet opzienbarend en imponerend. De prediking van Gods Woord is als een druppel op de gloeiende plaat van het moderne heidendom. , , Is het eigenlijk wel meer dan een storm in een glas water? ", zo wordt door sommigen schamper opgemerkt.

En zo is het nu ook met het werk van de Heilige Geest, het werk van de genade, in het mensenhart. Het begint zo heel klein en teer. Vele zondagsscholen dragen de naam: , , het mosterdzaadje". Die naam is heel goed gekozen. Het zondagsschoolwerk is immers maar een nederig werk, dat niet aan de weg timmert. Maar wat kan juist in de vroege kinderjaren in de kinderharten pril en teer geloof worden gewerkt en wat heeft de Heilige Geest al vaak gebruik willen maken niet alleen van een vader en een moeder thuis, maar ook van een zondagsschoolmeester of juffrouw om het geloof als een mosterdzaadje te planten in de hartjes van kleine kinderen. Dit geldt ook van het onderwijs op de christelijke scholen en in het clubwerk. Opvoeden, onderwijzen op grond van het Woord van God, is een afhankelijk werk, soms een schijnbaar vruchteloos werk, maar toch zo'n gezegend werk , , Eens brachten de moeders hun kinderen tot Jezus...", en Jezus ontving hen en legde ze zegenend de handen op.

Maar we behoeven echt niet alleen aan jongbekeerden te denken wanneer het gaat over een geloof als een mosterdzaadje. Ook wanneer een mens op later leeftijd gegrepen en getrokken wordt door de onweerstaanbare kracht van de Heilige Geest, dan zal toch naar de regel het begin maar gering zijn. Er worden toch geen volwassen mensen geboren, maar kleine kinderen. Zo ligt het ook geestelijk. Er worden lammetjes geboren en geen volgroeide schapen. Bij een beginnend christen staat het geloof nog zo in de kinderschoenen. Het is de dag van de kleine dingen, die wij niet mogen verachten. Je kunt dan zo heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. Soms denk je dan: , ja, de HEERE is toch een goed werk met mij begonnen". Maar een volgend ogenblik krijgt de twijfel de overhand en dwalen we weer af als een schaap dat onbedacht zijn Herder heeft verloren. Er is besef van zonde en schuld, maar vaak staat meer de vrees voor straf op de voorgrond dan de hartelijke droefheid dat we nu met onze zonde de HEERE hebben gekrenkt en getergd. Soms krijgen we houvast aan een belofte en zien we onder de prediking iets van de bereidwilligheid en de bekwaamheid van de Heere Jezus om ons, ja ook ons, zalig te maken. Maar we laten ons daar weer zo gauw van afbrengen door toe te geven aan de binnenpraters en de bestrijders. Er is verlangen om met alle zonde te breken en tot eer van God te leven. Maar er is nog zo weinig kracht in ons om tegen de duivel en zijn ganse rijk te strijden en te overwinnen. We zijn niet geoefend in de strijd en we hebben nog geen vaste gang gekregen door de praktijk van de navolging van Christus. Geloof als een mosterdzaadje is door iemand omschreven als , , een korreltje zaligmakend geloof onder de donkere kluiten van zonde en ongeloof" (Ds. G. van Reenen). Een gebrekkig geloof (1 Thess. 3 : 10). Een gekrookt rietje en een rokende vlaswiek. Een geloof zo minuscuul dat je het zelf niet onderscheiden en ontdekken kan. Maar dan toch ziet die beginnend gelovige in zijn zielsverdriet en door zijn tranen heen de Heere Jezus weer. En dan getuigt dat mosterdzaadjes-geloof: , Hem kan ik niet missen. Hij gaat mij boven alles". Dan blijkt toch weer dat het van de HEERE is en dat Gods werk zich niet verloochent. En ook dat het in eeuwigheid niet meer ongedaan gemaakt zal worden. , , Elk die God vreest, hoe klein hij zij of groot, wordt van dat heil, die weidaan, deelgenoot-Hij zal ze groter maken.” Veracht dat kleine zaadje dat van Gods hand in uw hart gevallen is toch niet!

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Gods Koninkrijk is als een mosterdzaad (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's