De derde brief van Johannes 3. Gajus’ christelijke levenswandel (1)
BIJBELSTUDIE
3 Joh. : 3—4
Heugelijke tijding
In vers 3 wordt de oorzaak vermeld, waarom Johannes aan zijn geliefde Gajus materieel, lichamelijk en geestelijk heil toewenst. Broeders brachten een heugelijke tijding. Wa-• ren zij eerder reeds verblijd, ondervonden zij reeds het nodige door de voortreffelijke handel en wandel van Gajus, zij móeten Johannes ervan in kennis stellen. Vergelijk 2 Joh. : 4. De apostel verheugde zich mèt hen. De broeders getuigden van de oprechtheid en rechtschapenheid van Gajus. Uit de geconstateerde levenswandel bleek een waarachtig geloof. Gajus handelde naar de zaliginakende leer van Jezus Christus, Die Zelf de Waarheid is.
Het oorspronkelijke Grieks geeft weer, dat de broeders vaker tot Johannes kwamen en getuigden van de liefde en trouw van Gajus. Wie waren nu die broeders? Voor Gajus waren het kennelijk onbekenden, vreemdelingen. Zie vers 5. In vers 8 wekt de apostel Gajus op gastvrijheid aan zulke mensen te bewijzen. Vrijwel zeker moeten we denken aan rondreizende predikers van het Woord. Ze bezochten ook Diótrefes, die hen weigerde te ontvangen, vers 9. In één gemeente een grote tegenstelling! Tóen al! Inmiddels zijn de tegenstellingen er niet minder op geworden...
Al eerder schreven we over het kenmerk van de getrouwe dienaar des Woords, namelijk dat hij zich verheugt wanneer hij bij zijn toehoorders een werkelijk geestelijke levenswandel waarnemen mag, en... geestelijke wasdom. De dienaar uit zijn dankbaarheid jegens de Heer e. We constateren dit ook bij verschillende brieven van Paulus. Zie bijv. 1 Thess. 1 : 2—6 en 2 Thess. 1 : 3. Zo schrijft Paulus aan de Colossenzen: , Want hoewel ik met het vlees van u ben, nochtans ben ik met den geest bij u, mij verblijdende en ziende uw ordening, en de vastigheid van uw geloof in Christus." Col. 2 : 5. Dit leven, overeenkomstig de leer van de Heere der Schriften, wordt van élke lezer(es) gevraagd! Zulk een leven bedoelt de eer van God en het heil van de naaste.
Tot onze zelfbeproeving
Bezitten we een oprecht gemaakt hart, waarin een waar geloof, we zullen ons verlustigen in het levens des geloofs van andere begenadigden. Staan we zelf nog buiten, het is ons onverschillig. Tenzij dan, dat de Heere ons hart aan het bewerken is en Hij ons jaloers heeft gemaakt. Gelovigen roemen hun God over de genade, bewezen aan het hart van medeschepselen. Zij brengen Hèm dank, dat ook anderen deel krijgen mochten aan de verdiensten en weldaden door Christus Jezus verworven voor de Zijnen. Maar een hart, in dienst van de leugenaar van den beginne, kent dit alles niet. Dat leeft vanuit een ander, een boos levensprincipe. Lees hiertoe 1 Sam. 19 : 4.
In Gods Woord komen we de voorbeelden tegen van de heiligen, de af gezonder den, wier zielen reeds verkeren rond de troon van het Lam. In hun levenswandel zit voor u en jou en mij een opwekking tot een vlijtig beoefenen van een christelijke levenswandel..., het waarachtig christen-zijn. Gajus volgde het voorbeeld van zijn Zaligmaker, zie 1 Joh. 2 : 6, naar de opdracht van de leer der apostelen.
Hij voldeed derhalve aan Johannes' verwachtingen: te wandelen in de waarheid.
Nu staat er uw waarheid. Hier zien we wat het geloof vermag! Door dit geloof heeft Gajus de waarheid van 's Heeren openbaring in. Christus zó in zich opgenomen, dat die waarheid zijn bezit werd! Het werd hem geheel eigen!
Van gelovigen geldt de volgende zekerheid: oor God zijn we - in Christus - allen gelijk: ijn aangenomen kinderen, gemaakt tot broeders en zusters van de hemelse, Goddelijke Broeder Jezus Christus. Wat een onverdiende genade! Zie Gal. 3 : 28—29; 4 : 7 en Filémon : 16.
Het zijn in Christus blijft dan ook niet verborgen! Er zal op een gegeven tijdstip een goed gerucht onder de broeders en zusters in Christus uitgaan. Die zullen zich er over verblijden. Uitgestrooid zaad ontkiemde en kreeg wasdom. Het onwederstandelijke werk van de Heihge Geest komt wéér aan het licht..., opnieuw een zondaar tot God bekeerd en gemaakt tot een burger van het Koninkrijk van Christus! Dat móet wel naar buiten toe uitwerking hebben... Zie Mt. 5 : 15.
Weldadigheid vanuit het beginsel van waarheid en liefde spreekt een duidelijke taal. Oók bij afwezigheid van de weldoende christen en christin. Degenen, die dit weldoen mochten ondervinden, zullen de weldoener weUicht roemen. Dat begeert de gelovige echter niet. Die zou liever willen, dat erover gezwegen werd. Hij deed altijd nog minder dan de Heere vroeg en is zich bewust, dat ook dit werk van dankbaarheid met zonde bevlekt is. Maar..., zit er in zulk afwijzen van de roem niet een stukje navolging van Christus? Vergelijk hierbij Mc. 7 : 36. Of ligt het anders daar?
Verkrijgt men al door goede werken een goede naam, het zal de gelovige erom te doen zijn de Heere groot te maken. Bedenken we wel: et gevaar is hier héél groot! We willen zo graag ónze verdiensten voegen bij de unieke verdiensten van de Heere Jezus, we willen een eigen bijdrage leveren aan de volkomen offerande van Christus aan het kruis volbracht. Eigenzinnig werken van de oude mens! Nee, an het natuurlijke leven is niet met één stap en einde gekomen. De oude mens ligt wel op et sterfbed, doch wil maar niet sterven. Het ieuwe, herschapen leven, dat is geestelijk leven, vraagt om dagelijkse bekering... tot aan het moment, dat de Heere Zijn volgeling bevordert tot heerlijkheid... Grote troost: , die den HEERE verwachten, zullen de kracht ver| nieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden en niet moede worden; ziji zullen wandelen en niet mat worden." Jes. 40 : 31. Lees Hebr. 12 : 1. 1
Groter blijdschap kan niet!
In vers 4 herhaalt Johannes het woord blijdschap, nu met de toevoeging groter. Het is niet bij de bekering van Gajus gebleven..., méérderen zelfs wandelen in de waarheid. Hoewel..., niet allen! Mijn kinderen, het zijn - in geest ei lijke zin - Johannes' nakomehngen. Het zijn kinderen, voortgebracht door het Woord der waarheid. Naar het getuigenis van Jacobus;
„Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het! Woord der waarheid, opdat wij zouden worden als eerstelingen Zijner schepselen." Jac. 1 : 18. Wedergeboorte is het kenmerk. Bij Pau lus komen we een treffende uitleg van dit gegeven tegen: , ...al hadt gij tienduizend leer s meesters in Christus, zo hebt gij toch niet vele v vaders; want in Christus Jezus heb ik u doorj het Evangelie geteeld." 1 Cor. 4 : 15. Ook Paulus een blijde, geestelijke vader van geestej lijke kinderen. Zó Johannes! Zie eveneens Gal. 4 : 19.
Zo mogen en kunnen we voor déze tijd zeggen: kinderen, zoals hier genoemd, hebben dit g met elkaar gemeen, dat ze zijn gekomen (ge h bracht) tot kennis van de waarheid. De Heili g ge Geest van God bewerkte hun dode hart en v leidde hen tot bekering. Die Geest legde eer E kostelijke diamant in hun hart: berouw over bedreven kwaad. Het gehanteerde middel is T dan veelal Schriftgetrouwe prediking. Slechts in bijzondere gevallen begint de Heere met één of meer van Zijn andere middelen.
Waarheid, dat is voor Johannes het hoog ste. Het is de waarheid, die men niet alleen met de tong belijdt, maar... van harte en metterdaad beoefent. , , Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid." 1 Joh. 3 : 18.
Nogmaals: waarom bij Johannes zoveel blijdschap, zo'n sterk geluksgevoelen? Die kinderen gaan in het spoor der Godsvrucht.
Het zijn kinderen van het Licht! Zie 1 Thess. 5 : 5 e.v.; 1 Joh. 1 : 7 en 2 : 8. Kinderen..., wat liggen ze de ambtsdragers na aan het hart! Paulus dankt zijn Heere voortdurend voor zulke kinderen. De vele moeiten, zorgen, ketenen en banden worden hcht te verduren, makkelijker te ondergaan. Zie Phil. 4:1.
Hoe verschrikkelijk is het tegendeel. Laten we daar goed en diep over nadenken! Kinderen van de duisternis te zijn... Rebellen tegen de Heere en Zijn dienst... Werkelijk niets is meer bedroevend voor de dienaren van het Goddelijke Woord dan de ervaring, dat een groep hoorders dat Woord niet aanneemt. Niet wil! Ze blijven de weg volgen, waarop ze van nature reeds wandelen. Hieraan moeten we helaas toevoegen: ook zij, die Gods genade aan hart en leven mochten ondervinden, kennen perioden van niet wandelen op het smalle pad. Ze bedroeven de Heere! Het is dank zij de trouw des Heeren, dat het een tijdelijke zaak is...
Tenslotte: hoeden we ons toch voor de schijn der Godzaligheid, Schijn bedriegt! Boven ons, op Zijn hemelse zetel, zit de Borg en Middelaar van zondaren. Hij schenkt waar geloof op het ootmoedig smeekgebed. Herinner u Zijn belofte! , , Bidt en gij zult ontvangen.”
In een volgende Bijbelstudie zullen we zien, wat Johannes op het oog heeft. We citeren S. Greijdanus: , , betooning van het waarachtig geloof, door gemeenschapsbeoefening met, en hulpebieding aan, de ware dienaren des Evangelies en verzorging van de ware hulpbehoevende Christgeloovigen om des Heeren of des Evangelies wil.”
Ter persoonlijke overdenking
Wat heeft de Heere ook aan mij - door mididel van de prediking alleen al - ontzaglijk veel moeite en zorg besteed... tot mijn heil! Hij heeft mij Persoonlijk te kennen gegeven geen ilust te hebben in mijn eeuwige dood. Het is ongetwijfeld Zijn lust, dat ik eeuwig leef tot iZijn eer.
Gespreksvragen
1. Bespreek met elkaar waarin het wandelen in de waarheid bestaat op zondag, werkdag en vrije dag.
2. Omschrijf het karakter van het verblijd zijn in vers 3 en de blijdschap in vers 4.
3. Welke praktische consequenties heeft de christelijke broederschap binnen gemeente en kerk? Welke naar buiten toe?
4. In vers 3 is sprake van getuigen door de broeders. Is dit getuigen beperkt tot ambtsdragers? Wat is een voorwaarde voor een waarachtig getuigenis?
5. Kunt u aan de hand van de verzen 2—4 aangeven wat Gods werk achter dit alles is? Dus: wat heeft de Heere zoals gedaan met Johannes, Gajus en de andere kinderen?
V.
ds. J. G. van Willegen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1994
Gereformeerd Weekblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1994
Gereformeerd Weekblad | 28 Pagina's