Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volg Mij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volg Mij

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galiléa, en vond Filippus, en zeide tot hem: olg Mij". (Johannes 1 : 44)

De Heere heeft vele wegen waarop Hij mensen uit hun oude leven wegroept en hen achter Zich brengt. We zien dat zo mooi aan de discipelkring rondom de Heiland. Jezus' beide eerste discipelen bijvoorbeeld vonden Hem door toedoen van Johannes de Doper. Zijn prediking: Ziet, het Lam Gods! trof hun hart. De Doper was in hun leven het middel van God om hun aandacht op Jezus te richten en hen naar Hem te verwijzen. Petrus daarentegen hoorde het grote nieuws van zijn broer Andreas. Deze zei tot hem: Wij hebben de Messias gevonden! Daarop leidde Andreas zijn broer Petrus tot Jezus. Weer een ander, Filippus, werd door de Heere Zelf gevonden. En deze Filippus werd op zijn beurt weer tot zegen voor Nathanaël.

Ook nu is de prediking van het evangelie de weg die de Heere met name gebruikt om mensen tot geloof in Hem te brengen. In de verkondiging wordt aandacht gevraagd voor de Heere Christus als de Zaligmaker van zondaren. Velen van Gods kinderen zijn onder de verkondiging van het Woord tot geloof gekomen. De meesten van hen verging het als Lydia. Bij haar opende de Heere immers het hart toen zij Paulus het evangelie hoorde prediken. Zo zijn in de loop der eeuwen heel wat dienaars van het Goddelijke Woord tot zegen geworden voor anderen. Zij hebben in 's Heeren dienst - soms met grote aandrang - opgeroepen tot geloof in deze Jezus van Nazareth. De Heilige Geest droeg het door hen gesproken woord de harten in. Voor anderen werd een familielid door de Heere gebruikt om hen tot Jezus te leiden. Wat kunnen ouders en grootouders bijvoorbeeld tot zegen zijn voor kinderen en kleinkinderen. Had Timotheüs niet een godzahge moeder en grootmoeder? Door hen leerde hij al vroeg de Schriften kennen, die wijs kunnen maken tot zaligheid. Weer anderen werden tot Jezus gebracht door een vriend of vriendin. En nog weer anderen werden door de Heiland gevonden, toen zij over Hem lazen in de Heilige Schrift en het woord aangaande Jezus van Nazareth hun hart ging bekoren. Maar welke weg de Heere ook ging, altijd was wel op één of andere manier het Woord erbij betrokken. En tot een volgen van de Heiland kwam het! En daar gaat het tenslotte om. Dat zien we ook in de tekst.

Opnieuw is er een dag verstreken. De eerste aanzet tot de vorming van een kring rondom de Heiland is nu gegeven. Het zal overigens een kring gaan worden die de aarde en de eeuwen omspant, maar dat is op dit moment nog niet te zien. Deze zegen ligt echter al wel besloten in Gods oude beloften. Een voorspoedige voortgang van de evangelieboodschap is door God Zelf gegarandeerd. Wie zal het dan keren? U zegt: de duivel misschien? Nooit en te nimmer! Zijn macht is nog wel groot, maar ook de duivel moet zich schikken in Gods beleid. O ja, Gods werk begint hier wel klein, maar na het kruis ligt de wijde wereld voor de Geest open en kan Hij de volle oogst voor Christus binnenhalen.

In onze tekst lezen we dat de Heere van plan is naar Galiléa te gaan. Daar heeft Hij Zijn jeugdjaren doorgebracht en daar wil Hij Ziji werkzaamheid beginnen. In het donkere Gali' léa der heidenen, in het meest verachte deel van het land wil het Licht der wereld de boodschap van heil en vrede voor verloren zonda ren het eerst doen horen. De Heere zoekt zo graag het eerst op wat het meest verloren is en wat bij de voorname mensen niet zo bijzondei in tel is. In Galiléa zal de Heere ook Zijn eerstf wonder gaan verrichten: Hij zal water in wijn veranderen en zo de mensen een teken gevet van Zijn goddelijke macht. Vlak voor Ziji vertrek naar Galiléa gebeurt er nog iets dat on ze aandacht vraagt: de roeping van Filippus tot discipel en apostel. Een gebeurtenis die Fi| lippus nooit zal hebben vergeten!

Deze Filippus droeg een Griekse naam. Hi; was evenals Andreas en Petrus afkomstig uil het in Galiléa gelegen Bethsaïda en behoorde evenals de beide broers tot de verachte Gali leërs. Vermoedelijk was hij met Andreas en Petrus naar de doop van Johannes gekomen Dat zou dan al iets over deze Filippus onthul len. Tot de doop van Johannes kwam je im mers niet zo maar. Dat deed je als het verlan gen naar verandering en vernieuwing in je Ie ven was gewekt. Hoe dat ook bij Fihppus ge weest moge zijn, in ieder geval lezen we ovei hem iets dat om verder nadenken vraagt. ^ staat namelijk in de tekst dat Jezus deze Filip, pus vond!

Het gedeelte rondom de tekst is eigenlijk vo! van vinden. Andreas vond zijn broer Petrus et zei tot hem: Wij hebben gevonden de Messias! Straks zal Filippus Nathanaël vinden en zeg gen: Wij hebben gevonden, van Welke Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten: Je! zus, de zoon van Jozef, van Nazareth. En it onze tekst is er dan sprake van dat Jezus Filip pus vond.

Wanneer het tot vinden komt, hoeft dti voorgeschiedenis niet altijd dezelfde te zijn Vinden kan op meerdere manieren gebeuren Soms vinden mensen tot hun grote verrassing iets waar ze helemaal niet zo naar op zoek wa ren. Net als die man uit de gelijkenis. Hij groef in z'n akker en vond een grote schat. Zo kan het ook gaan als de Heere iemand tot ge loof brengt. Je kunt uit gewoonte de Bijbel Ie zen, naar de kerk gaan of op een andere plaats zijn, zonder dat je echt op zoek bent naar Jezus. En plotsehng komt Hij je leven binnen. Meestal is het echter zo, dat mensen zelf op zoek zijn. Door de Geest zoekend gemaakt! Het Woord bleef in hun leven haken. De rust werd opgezegd. Het verlangen naar vergeving van de zonden gewekt. Als de Geest gaat waaien, werkt Hij immers altijd een heimwee en droefheid naar God en het verlangen om Gods heil te mogen zien. Bij hen is de verrassing en de blijdschap over het vinden van de ZaHgmaker niet minder groot dan bij de eersten.

Nu eens gaan mensen er bewust op uit om een ander van Christus te vertellen, dan weer worden er geheel onverwachts anderen op hun levensweg geplaatst naar wie ze niet op zoek waren, maar die ze wel van de grote werken van God mogen vertellen. Ook in onze tekst is er dus sprake van een vinden. We willen daar wat nader bij stilstaan. Het openbaart ons iets van de zoekende liefde van God.

Volgens de tekst vond Jezus dus Fihppus. Was dat voor de Heiland een toevalhg vinden, een vinden waarop Hij niet had gerekend? Daar zullen we toch wel niet aan moeten denken. Wanneer de Heer e een mens vindt, gaat daar namelijk altijd Zijn opzettelijke zoeken aan vooraf. Zo is de Heere Jezus ook uitgegaan om Filippus te zoeken. Deze Fihppus toch was Hem door de Vader gegeven. En dus vond Christus hem. Want wat de Heere zoekt, vindt Hij. Op deze regel bestaat namelijk geen enkele uitzondering. Waar dat mee te maken heeft? Met Gods welbehagen! Daarvan hebben engelen gezongen boven Efratha's velden. Het is één van de teerste geheimen, die de Schrift ons onthult: Gods welbehagen in Christus voor zondaren. Wie er een rekensom van maakt, komt er niet uit. Die blijft altijd met een onbegrepen rest zitten: de rest van menselijke verantwoordelijkheid. Maar wie iets van heilige vreugde en verwondering proeft over het welbehagen van God, heeft geen behoefte meer aan een rekensom. Die gaat verstaan dat in dat gevonden worden door de Heere de vrije genade van God schittert. Genade laat zich niet vangen in een rekensom of in een sluitend systeem.

Intussen, zalig is degene die door de Heere Jezus Christus gevonden wordt. Want in Christus komt God Zelf tot je en legt de hand op je leven om dat voor het eeuwige leven te behouden. In dit zoeken van Jezus komt zo bijzonder openbaar dat God in Christus het verlorene zoekt en vindt. Hij is de grote Herder der schapen, Die uitgaat om weggedwaalde en verdwaalde schapen te zoeken en terecht te brengen. In Christus is God een vergevend en hefhebbend Vader. Maar dan ook alleen in Christus! Vandaar dat ons leven, net als dat van Filippus, beshssend met Christus in aanraking moet komen en met het Zijne moet worden verbonden. Vandaar ook dat de bede om de Heiüge Geest niet mag ophouden, 's Heeren Geest verbindt ons door het geloof aan Christus en doet ons samengroeien met Hem. Ligt daarin uw leven getekend, lezer(es)?

In zo’n aan Christus verbonden leven krijgt ook het volgen van de Heiland structuur en inhoud. Tegen Fihppus zegt de Heiland: Volg Mij. Fihppus is daarmee de eerste die door de Heere Jezus Zelf wordt geroepen om Hem na te volgen. Anderen zullen straks volgen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan Mattheüs de tollenaar. De Heere riep hem weg uit het tolhuis met diezelfde woorden: Volg Mij. Het bevel: Volg Mij, is kort maar wel krachtig. Wanneer de Heere dit woord laat inslaan in je leven, kun je er geen weerstand meer aan bieden. Je wilt er ook geen weerstand meer aan bieden. Als je oog en hart opengaan voor die Wonderman uit Nazareth, laat je maar wat graag het oude leven achter je, ook al blijft dat oude leven z'n vermeende rechten opeisen en achtervolgt het je tot je dood toe. Fihppus zal ook wel voldoende te stellen hebben gehad met zijn oude mens na deze ontmoeting met Christus. Het oude begint juist op te spelen als het nieuwe z'n intrede doet. Dat nieuwe, al is het dan nog maar in beginsel, is er voor Filippus door deze ontmoeting met Christus gekomen. Een begin van dat nieuwe geeft de Heere aan elk die z'n oude leven vaarwel leert zeggen en achter Hem aankomt. De Geest leert elke discipel of navolger van Christus met door geloof gescherpte ogen zien, dat Christus schoner is dan alle mensenkinderen. Hij heeft voor geloofsogen meer glans en heerlijkheid dan alles wat de wereld bieden kan... Filippus wordt geroepen, en hij gaat.

Kent u ook persoonlijk, lezer(es), die krachtige roeping van de Heere in uw leven? Ontdekte u met deze Filippus dat de Heere maar hoeft te spreken en het geschiedt? Zalig de mens, die het de Heere gewonnen geeft en niet langer op eigen kompas blijft varen.

In dat korte , , Volg Mij" ligt overigens een wereld van gedachten. Wat een voorrecht is het bijvoorbeeld voor een arm zondaar om net als Filippus door de Heere te worden opgezocht in ons zo van God vervreemde bestaan. En wat is het ook een voorrecht om door de Heere in Zijn dienst te worden genomen. In het gewone leven worden mensen soms op bijzonder eervolle posten geroepen. Daar spreekt men over, daarover schrijft men in de krant. Veel eervoller is het echter om in de dienst van de grote Koning te staan. Dat overkwam Filippus. Hij werd op de zo eervolle plaats van apostel des Heeren in Gods Koninkrijk geroepen. Laten we echter niet vergeten dat elk kind van God een plaats en taak in Gods Koninkrijk krijgt aangewezen. De Heere geeft aan elk kind van Hem een (kinder)taak, die Hij uit genade belonen wil.

Hebt u er zin in? Bedenk dan wel dat het volgen van Christus op aarde de weg is achter de grote Kruisdrager aan. Christus gaat Zijn weg door deze wereld immers in de nederige gedaante van Kruisdrager! Ook al de Zijnen gaan leren dat het leven hier beneden in 's Heeren dienst een leven onder het kruis is. Voortdurend en volhardend moet de oude mens aan het kruis worden genageld. Hij verzet zich immers voortdurend en volhardend tegen het volgen van Christus. In dat „Volg Mij" ligt de oproep van Christus om het kruis op te nemen en het de Heere na te dragen. Een ieder het zijne. Daarom moet ook hierin een ieder „vergenoegd" zijn met het zijne. De Heere geeft in Zijn wijsheid aan elk kind een eigen kruis te dragen. Soms worden er hete tranen geschreid onder het kruis, menigmaal zijn de gebeden sterk om verlichting van de last van het kruis. Ook een man als Paulus bad om verlichting. Er zat immers aan zijn kruis een scherpe doorn die hem zo hinderde bij zijn werk voor Christus. Maar wie net als Filippus de Heere leert volgen, ontdekt toch al gaande al meer de zegen van het kruis. Het maakt je klein en afhankelijk, en houdt je dicht bij de grote Kruisdrager. Want de kracht komt van Hem! Jawel, dan wordt er ook nog wel eens gezongen onder het kruis. Al krachtiger wordt dan het lied: Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest, opdat ik Uw geboden zou leren. Begrijpt u nu waarom Gods kind altijd genade nodig heeft? Hij moet immers 's Heeren inzettingen leren. Welnu, zonder druk gaat dat niet. En zonder genade hou je het niet vol. Want de last die Christus oplegt, moet worden gedragen, het juk van Hem moet op de schou­ der. Evenwel, geen nood. Hij weet wat Hij doet. Wie z'n verzenen niet tegen de prikkels^ slaat, ervaart al meer: Christus' juk is zacht.i Christus' last is licht.

Laten we dan tot Christus uitgaan buiten de legerplaats en Zijn smaadheid dragen, want we hebben hier geen blijvende stad, maar zoeken de toekomende. En daar is geen kruis meer. Wie hier met Christus lijdt in het komen achter de Heere aan, zal straks ook met Hem, verheerlijkt worden. Gods kind onder het kruis gaat een zalige toekomst tegemoet. Het kruis heeft z'n taak volbracht als de oude mens geheel is gestorven. Dan breekt voorgoed het nieuwe aan. O, hoe zalig is dat volgen van Christus. Het gaat door het dal van tranen en lijden heen naar Zijn heerlijkheid. Bent u al een volger van Hem? Achter Hem is er nogi plaats...

H.

P.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Volg Mij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's