Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zegenbede op grond van Goede Vrijdag en Pasen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zegenbede op grond van Goede Vrijdag en Pasen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

„De God nu des vredes. Die de grote Herder der schapen door het bloed van het eeuwige testament uit de doden heeft wedergebracht, nl. onze Heere Jezus Christus, Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen." (Hebreeën 13 : 20—21)

Bovenstaande woorden vormen de voorlopige afsluiting van onze brief. Heeft de schrijver in de voorafgaande verzen de Hebreeën opgeroepen om voorbede voor hém te doen, nu volgt zijn bede voor hén. Deze bede is bedoeld als een zégenbede en mondt uit in een krachtige lofprijzing op de levende God.

De God des vredes

Veel heeft de auteur van onze brief de Hebreeën te zeggen gehad. Indringend onderwijs en krachtig vermaan wisselden elkaar af. Gekomen echter aan het einde van zijn brief draagt hij de Hebreeën op in de hoede van zijn God, Die hij hier aanduidt als , , de God des vredes": De God nu des vredes. Die..."! Een uiterst welsprekende en veelzeggende naam, die we ook elders in het Nieuwe Testament tegenkomen (Rom. 15 : 33, 16 : 20, 2 Kor. 13 : 11, 1 Thess. 5 : 23, 2 Thess. 3 : 16). Er wil mee gezegd zijn, dat de levende God de Bron en Oorsprong is van alle vrede en heil. Hij is de God van de , , sjaloom". De God, Die enkel vrede is in Zichzelf, maar uit Wie ook alle andere waarachtige vrede stamt.

Vanuit het verband van onze brief dienen we hierbij vooral te denken aan de vrede, die Hij zondaren in Christus schenkt. Dat is immers het grote hoofdmotief van onze brief. Dat God in Christus „vrede" heeft besteld. De oudtestamentische offers waren daartoe niet bij machte. Reinigden niet werkelijk van zonde en konden niet werkelijk voor waarachtige verzoening zorgen. Daartoe echter zond de God des vredes Zijn Zoon, van Wie sinds Goede Vrijdag en Pasen gezongen en beleden mag worden: , Die vrede met God door Zijn zoenbloed verwierf". Wat een wonder. De God des vredes gaf Zijn eigen Kind. Zette Hem de Lijdensbeker aan de lippen. Deed Hem de bittere en smadelijke dood van het kruis sterven. Opdat zondaren, die niets anders dan toorn verdiend hebben, nochtans zouden mogen delen in Zijn vrede en het uit Gods eigen mond zouden mogen vernemen: , Vrede zij ulieden". (Joh. 20 : 10)

De God des vredes! Hij bewerkt vrede met Hem in het bloed van Christus (Kol. 1 : 20). Maar van daaruit bewerkt Hij ook waarachtige onderlinge vrede. Waar zondaren door het geloof in Christus in Gods vrede mogen delen, daar verdwijnen twist en wrok. Daar kunnen we in haat en nijd niet langer voortleven. Daar reiken mensen, die voorheen misschien als vijanden tegenover elkaar stonden, elkaar weer de rechterhand der gemeenschap. Vanuit de God des vredes daalt de dauw van de vrede neer in de verbanden van huwelijk en gezin, kerk en gemeente. Naar het apostolisch vermaan: , Zoek de vrede en jaag die na" (1 Pt. 3 : 11, vgl. ook Hebr. 12 : 14). Niet voor niets wordt onder de vrucht van de Geest ook gerekend „vrede" (Gal. 5 : 22).

Tegelijk weten we, zolang Gods kinderen op aarde zijn, blijft die vrede een bestreden vrede. Een aangevochten vrede. Een vrede, die beleefd wordt temidden van strijd en aanvechting. Nochtans, straks komt het volmaakte. Dan zal de God des vredes Zijn eeuwig Vrederijk doen doorbreken en aanbreken. Scheppen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dan zullen zelfs , , de bergen vrede dragen en de heuvels heilig recht". Dan zal Gods vrede, Gods sjaloom weer hemel en aarde vervullen. Welk een uitzicht voor Gods strijdende Kerk hier op aarde. En tegelijk, welk een dringend appèl aan allen, die nog voor eigen rekening staan om zich te benaarstigen om in deze vrede te delen.

De grote Herder der schapen

Nadat de Hebreeënschrijver de levende God heeft geroemd als , , de God des vredes" laat \ hij er vervolgens volle nadruk op vallen, hoe de voortgang en de vastheid van dit alles helemaal verankerd hgt in Christus. Het is nl. de God des vredes, , , Die de grote Herder der schapen door het bloed van het eeuwige testament uit de doden heeft wedergebracht, nl. onze Heere Jezus Christus". Opnieuw een veelzeggend, zwaargeladen getuigenis. De Heere Jezus Christus wordt hier genoemd , , de grote Herder van de schapen". Mogelijk grijpt onze brief hier terug op wat in het Oude Testament van Mozes getuigd wordt. Daar heet Mozes , , de herder" van Gods kudde (vgl. Jes. 63 : 11). Welnu, in contrast hiermee wordt Jezus dan genoemd , , de gróte Herder van de schapen". Hij overtreft alle andere herders, die ooit Gods kudde hebben geweid en nog zullen weiden. Hij is enig en uniek. Hij alleen kon het zeggen: , Ik ben de góéde Herder" (Joh. 10 : 11). Hoe groot is Hij in Zijn hefde. Hoe groot is Zijn trouw. Hoe groot in Zijn nimmer aflatende zorg voor de schapen.

Heel nauw verbindt onze brief dit dan weer met Zijn zelfovergave aan het kruis. Hij ziet Jezus' herderschap vooral daarin tot uitdrukking komen, dat Hij Zijn bloed gaf, opdat het , , eeuwige testament" - of zoals we ook mogen vertalen: et eeuwig verbond - kon worden ingewijd. Lijnen, die in de voorafgaande hoofdstukken breed zijn uitgewerkt, worden hier kort samengevat. Het eerste, Sinaïtische verbond was onder Mozes ingewijd met het bloed van dieren. Jezus is echter de Middelaar van het nieuwe verbond (9 : 15). Een verbond, dat niet anders kon worden ingewijd dan door Zijn , , bloed". Dat is: oor Zijn dood, door Zijn bloedstorting op Golgotha. Zijn dood was nodig, wilde het testament geopend kunnen worden. Wilden de dagen van het nieuwe en eeuwige verbond kunnen aanbreken. Nochtans, in grote liefde gaf Hij Zijn leven. Naar Zijn eigen belofte: , De Goede Herder stelt Zijn leven voor de schapen" (Joh. 10 : 11).

Zó verwierf Hij genade en vrede. Zó vermaakte Hij aan Zijn schapen al de schatten van het nieuwe verbond. Hier genoemd „het eeuwige testament". Als om aan te geven, dat dit nooit meer ongedaan gemaakt kan worden. Dat het vast is. Dat het blijft tot in eeuwigheid. Dat al Zijn schapen als evenzovele erfgenamen wis en zeker in Zijn erfenis zullen delen. Vergeving van zonden, vernieuwing van het leven, het kindschap Gods, het eeuwige leven, de eeuwige heerlijkheid, het wordt hen alles om niet geschonken, dankzij Christus' dood. , , Hun zal een schat van zegeningen in Hem ten erfdeel zijn" (Ps. 72 : 9 ber.).

Zijn dood was echter niet het einde. Integendeel, de , , God des vredes" heeft , , de grote Herder van de schapen" ook weer uit de dood opgewekt. Of, zoals onze brief letterlijk zegt: Hij heeft Hem , , uit de doden wedergebracht"! Volle nadruk valt hier op het feit, dat Jezus' opstanding uit de dood ook een daad is geweest van God, de Vader. God Zelf wekt Zijn Zoon op uit de dood. Ten teken ervan, dat Hij in het offer van Zijn Zoon eeuwig tevreden is gesteld. Dat het werk van de grote Herder der schapen een volkomen werk is. Dat er niets aan ontbreekt. Dat het eeuwig genoeg is. De grondwoorden geven aan, dat Jezus' volkomen offer en bloedstorting zelfs de grond vormen voor Zijn opwekking uit de dood. Omdat aan al Zijn arbeid niet de minste smet kleefde, kon Hij in de dood niet blijven. Moest de dood Hem wel loslaten. , , De God des vredes" heeft Hem uit de doden wedergebracht. Hem gekroond met eer en heerlijkheid. Hem een plaats gegeven aan Zijn rechterhand.

Naar de Hebreeën, maar niet minder ook naar ons toe Hgt daarin de boodschap: hebt geen dode Zaligmaker, maar een Levende. Niet een Zahgmaker, die eenmaal geleefd hééft en toen vele krachten en wonderen heeft gedaan, maar een Zaligmaker, Die ook vandaag de Levende is. De Redder, voor Wie niets te wonderlijk is, want Hij is uit de doden wedergebracht. Op Pasen roept Christus het al de Zijnen toe: , Ik leef en gij zult leven" (Joh. 14 : 19). Zijn leven staat garant voor het leven van al de Zijnen en dat, opdat ze met Hem zullen wandelen in een nieuw leven. Daartoe worden de Hebreeën dan ook geroepen.

Volmaking

Ziende op wie de God des vredes is, bidt onze brief het hen toe: , Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen, werkende in u, hetgeen welbehagelijk is voor Hem door Jezus Christus"! Die volmake u. Het grondwoord hier gebezigd heeft eigenlijk als grondbetekenis: ets in z'n oude, oorspronkelijke staat herstellen, iets in orde brengen, iets volkomen maken. De bedoeling van deze zegebede is daarmee duidelijk. De Hebreeën wordt toegebeden, dat God Zelf zo krachtig, hartsvernieuwend en herscheppend zal werken in hun hart, dat ze toegerust worden tot , , alle goed werk" zodat ze , , Zijn wil" mogen doen. Die bede rust op een hechte grondslag. Tot de belofte van het nieuwe verbond behoort immers ook dit: , Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en in hun harten zal Ik die inschrijven en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn" (Hebr. 8 : 10). Kortom, er mag hierbij gepleit worden op Gods eigen testament!

Uit dit gebed wordt tegelijk duidelijk: ook als het gaat om de heiUgmaking is God in alles de eerste. Het doen van goede werken, het handelen naar Gods wil is er nooit vanzelf. Integendeel, van nature groeien op de akker van ons hart alleen maar doornen en distels. En dat geldt ook voor een kind van God. Aan zichzelf overgelaten moet een ieder belijden: , , Uit mij geen vrucht in der eeuwigheid". Vandaar ook de bede, dat de God des vredes Zélf deze vrucht zal bewerkstelligen. Die volmake u in alle goed werk, , , werkende in u hetgeen voor Hem welbehagelijk is door Jezus Christus”!

Hij, Hij alleen is de Bron van alle goed. Hij Zelf werkt in ons, wat Hem welbehagelijk is. En Hij doet dat , , door Jezus Christus". Dat is: p grond van Zijn werk. Maar ook: anuit de levende verbondenheid met Hem. Niet voor niets prentte Christus het Zijn discipelen in: , Blij ft in Mij en Ik in u. Gelijk de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, zo zij niet in de wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft" (Joh. 15 : 4). Dat betekent een blijvende afhankelijkheid van Hem. Wie we ook zijn, hoelang we misschien ook al in de dienst van de Heere mogen staan, nochtans alles, wat we in eigen kracht ondernemen is tot mislukken gedoemd. Wat uit onszelf voortkomt zijn niet anders dan stinkende vruchten. Maar wat uit Hem is, dat is goed. Dat is nieuw. Dat is levensvernieuwing door de Heihge Geest. Vrucht, die Hem welbehagelijk is en tot heil en stichting voor onze naaste.

Hem komt dan ook van het begin tot het einde alle lof en eer toe: , , Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid". Hoewel sommige verklaarders het woordje , , Hem" vooral betrekken op Christus, slaat het mijns inziens toch vooral terug op God, Die immers als , , De God des vredes" het onderwerp is van heel de- ze zegenbede. Hem komt in Christus alle eer, glorie en aanbidding toe. Hij is de Eerste en de Laatste. Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Daarom moet Zijn Naam eeuwig de eer ontvangen.

Eindigt deze lofprijzing tenslotte met het woordje , , Amen", dan is dat bedoeld als een bevestiging. De Hebreeënschijver wil ermee zeggen: ó is het. Hem komt ook daadwerkelijk alle heerlijkheid toe. Nu en straks en tot in eeuwigheid. En me dunkt, een ieder, die aan Hem en Zijn Christus werd verbonden zal er van harte mee instemmen. Welk een God. Welk een ZaHgmaker. Welk een eeuwig Testament. Wie erin mag delen breekt eronder stuk in verootmoediging en verwondering en houdt maar één belijdenis over: , Geloofd zij de HEERE, de God Israels van eeuwigheid en tot in eeuwigheid. En al het volk zegge: men, Halleluja" (Ps. 106 : 48).

M.

L.W.CH.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1995

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Een zegenbede op grond van Goede Vrijdag en Pasen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1995

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's