Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aan Gods zegen is alles gelegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan Gods zegen is alles gelegen

8 minuten leestijd

MEDITATIE

„Het is alzo dat Hij het Zijn beminden als in de slaap geeft." Ps. 127 : 2b

In Psalm 127 komen de dingen van de dag aan de orde. Het bouwen van een huis, het bewaken van een stad, het stichten van een gezin. Regering, economie, politiek en huisgezin. Althans volgens Luther en Calvijn. Er is sprake van sjouwers, bouwers, ploeteraars, vaders en moeders.

Maar, let wel. Het gaat er maar om of je in het leven staat zonder of met God. Of je rekening met de Heer e houdt, ja dan nee. Neem als voorbeeld de rijke man uit de gelijkenis. Hij vergaderde schatten, maar zijn gebrek bestond hierin, dat hij niet rijk was in God. Hij heeft het omhulsel van zijn bezit hard nodig om niet helemaal ijle lucht te zijn. Om nog , , wat" te lijken.

Zo gaat dat als je God aan de kant en naar de rand van je leven dirigeert. Dan ligt over weelde, schatten, staten, welvaart en zo meer de donkere schaduw van het driemaal herhaalde, dreigende: tevergeefs, tevergeefs, tevergeefs. Woorden die klinken als het sombere luiden van een doodsklok. Als je het maar zien wilt, dan merk je het om je heen en... bij jezelf ook. Alles wat wij mensen ter hand nemen, zonder de Heere erin te betrekken, breekt je bij de handen af. Kerkelijke, maatschappelijk en politiek. Zo de Heere het huis niet bouwt, de stad niet bewaakt, de arbeid onzer handen niet zegent, kun je het vergeten. Dan leven we misschien in welvaart zonder welzijn.

Merken wij het op, dat een samenleving zonder God langzaam maar zeker ontaardt in een complete chaos? Denk er toch om, wil de dichter ons zeggen, een gewaarschuwd man telt voor twee. Maatregelen tegen uit de hand gelopen situaties lijken op het stutten van een geestelijke bouwval. Zonder de Heere maken wij mensen er een puinhoop van. Wachters die de stad moeten bewaken, worden onder de voet gelopen en er is geen houden meer aan. Het is niet meer in de hand te houden. Omdat er niet meer met God gerekend wordt, het gebed verstomt en Gods Woord monddood wordt gemaakt, neemt de los - van God - beweging hand over hand toe. Arbeid, bedrijf, cultuur, gezin, levens, zaken zonder God zijn allemaal ten dode gedoemd. Het één en ander bezorgt je slapeloze nachten. Neurotische toestanden, stress, frustraties en complexen. Niettemin is het al met al vergeefse moeite. En de mensen maar dromen van nog meer welvaart, nog meer geld, nog hoger ontplooiing van de wetenschap. De motoren draaien maar, de computers ratelen maar, de machines bonken maar, het geld rolt maar, en de materialist schraapt maar bij elkaar. Tevergeefs!

Wat zegt u? Niet zo somber? Geef eens eerlijk antwoord op de vraag; wat gij bereid en bereikt hebt van wie zal het eens zijn? Wie zeggen; , , geen nood, wij redden het zonder Hem". Nee, dat is 't em echt niet.

Wat is het dan wel? En hoe is het dan wel? Het is alzo dat Hij het Zijn beminden als in de slaap geeft. Zijn beminden, de beminden des Heeren worden naar voren gehaald. Op dit punt scheiden zich de wegen der mensen. Je bent of een beminde van God of een zelfbehager. Beminden zijn Gods kinderen. Wat geeft de Heere aan Zijn beminden? , , Het" staat er. Dat lijkt vaag, maar het is gevulde Vaderlijke gunst. Het is alles wat tot het leven en de godzaligheid behoort. Wat dit , , het" in zijn volle, machtige werkelijkheid betekent openbaart ons ten diepste Golgotha. De plek waar Gods hoogst beminde Zoon naakt, schamel en bloot de kruisdood sterft. En God ons laat zien hoezeer en hoe teer Hij de Zijnen bemint. Aan het ruwhouten kruis verwerft Christus het allerhoogst en eeuwig goed, de verzoening met God. Daar hebben Gods beminden geen hand voor hoeven uit te steken. Als een kind gaat slapen dan geeft het zich vol vertrouwen over aan de zorg van zijn ouders. Gods beminden mogen zich toevertrouwen aan de Vader der lichten. Die ook Zijn eigen Zoon, Zijn teerst Beminde niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen heeft overgegeven. Hoe zou Hij ons met Hem niet alle dingen schenken? God geeft het Zijn beminden. Het woordje , , het" krijgt vanuit de Hefde Gods in Christus steeds meer inhoud. , , Het betekent brood als u brood nodig heeft, kleren als u kleren nodig heeft, een huis als u een huis nodig hebt" (Kohlbrugge).

Hij geeft het Zijn beminden als in de slaap. Calvijn zegt dat het de bedoeling is dat wij ons toevertrouwen aan Gods voorzienigheid.

De Heere wil dat Zijn beminden heilig zorgeloos leven. Daar doen mij de woorden „als in de slaap" aan denken. Aan Gods hand wandelen. Omdat zij weten: ik ben met lichaam en ziel het eigendom van mijn getrouwe Zaligmaker. Gekocht met Zijn dierbaar bloed. Dat is één. En Hij bewaart mij alzo, dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen. Ja dat mij alle dingen, ook al mijn teleurstellingen, ook alles waarvan ik denk, dat het allemaal tevergeefs is, tot mijn zaligheid dienen moet. Dat is twee. Neen, er staat niet dat Gods beminden slapende rijk worden. Noch minder slapende zalig worden. Maar in de worstehng, die gepaard gaat met soms slapeloze nachten, lig ik niet voor niets wakker, maar weet ik: Vader waakt. En Jezus, mijn oudste Broeder heeft het leven en de godzaligheid verdiend voor al Zijn beminden.

Alles wordt een wonder. Elke dag die ik leef. Elke hap die ik eet. Elke slok die ik drink. Bovendien onze God en Vader geeft zo mild, zo koninklijk royaal, dat Hij niets verwijt. Niet zoals mensen soms geven, tegen hun zin. Nou ja, omdat het moet, vooruit dan maar. O ja, de Heere kan ons van alles en nog wat verwijten. Terecht zelfs. Maar... Hij doet het niet. Geen hard, bitter, scherp woord komt Hem over de hppen. Waarom niet? Omdat de Heere elk verwijt wat ons moest treffen over onze hoofden heen, legt op Hem, Die voor ons tot zonde is gemaakt.

Geven als in de slaap is dit, dat de Heere ons bij Jezus' kruis helemaal op ons gemak stelt. Hoe meer u tot hem komt hoe hever de Heere het heeft. Heerlijk Mijn kind, dat je er alwéér bent. Met je zonden en je zorgen, met je blijdschap en je tranen. In Christus hebben wij een vaste grond dat de Vader van ons gebed om Zijn Zoon, om Christus' wil, zekerlijk wil verhoren.

Wat in deze Psalm telkens als tevergeefs bestempeld wordt draait nu precies om. In het geloof mogen we nu zeggen, dat God de enige oorsprong van al het goede is, en dat noch onze zorg en arbeid, noch Gods gaven zonder Gods zegen, waaraan alles gelegen is, gedijen. Nu weet ik aan Wie ik mij vertrouwe. Neen, God zet ons niet in dromenland, maar wil, dat we, net als in de slaap, gerust en stil en verenigd met Vaders wil, ons vertrouwen van alle schepselen aftrekken en op Hem alleen stellen. Dat is de slaap van Gods beminden.

Gewis er is niets heer lij kers voor een arm mens, dan door zo'n God, Die goed is, vriendelijk, zeer weldadig, barmhartig, mild, lankmoedig en genadig, bij wijze van spreken toch maar , , slapende rijk" gemaakt te worden. O ja, in ons leven zitten heel wat zwarte vlekken. Wantrouwen, ongeloof, kleingeloof, niet uit handen kunnen geven. Soms doen Gods beminden dezelfde ervaring op als de bouwers, de wachters en de rusteloze zwoegers in deze Psalm. Asaf wist ervan en constateerde , , Zo heb ik dan vergeefs gestreên". Achteraf erkent hij, het lag niet aan U, o Heere. Het kwam omdat ik zo ver van U weg was. Immers God zegent wel, maar Hij tovert niet. Hij zegent het meest hierin dat Hij ons van Zich afhankelijk weet te maken. Dat geldt voor de dingen van de eeuwigheid, ziel en zaligheid. Het geldt evenzeer de dingen van de tijd. Want de godzaligheid is tot alle dingen nut. Zij heeft de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven.

Beminden Gods leren in de omgang met de Heere de dingen van de dag in Zijn hand te leggen en te laten. Ze leven niet bij berekening. Zij rekenen met God en ze raken er meer en meer mee vertrouwd als Jezus zegt: Want zonder Mij kunt gij niets doen. Zo krijgen zij , , het". Wat? Altijd voorspoed, rijkdom, welstand? Lang niet altijd. Maar als ze dat niet krijgen, wil het niet zeggen dat Gods geven ophoudt. Het is een grote zegen als de Heere een kruis wegneemt. Het is nog groter zegen als Hij kracht geeft om kruis te dragen. Nog eens „het" wat is dat? Dat is niet God als complement, als aanvulling van het leven. Maar het is de Heere kennen als het fundament van je leven. Let nu eens op. In mijn gedachten zie ik een beminde van God zitten. Knielen in de binnenkamer. Hij heeft het heel moeilijk in deze moeilijke tijden. Met de wereld om hem heen, met de nood van de kerk, met zijn kinderen en kleinkinderen, met de hele maatschappij, met de perversiteit en de Godsverzaking. Toch heeft hij HET. God tot zijn Vader, Christus tot zijn oudste Broeder, de Heilige Geest tot Trooster. En met Jacob hoor ik hem zeggen: Ik heb alles!

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Aan Gods zegen is alles gelegen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's