Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goede en boze engelen (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goede en boze engelen (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASTORAAL

Ten dienste van de gelovigen

De engelen staan in dienst van God en ook van Christus. Dat zagen we in het vorige artikel. Maar - ze worden ook ingeschakeld om de gelovigen te beschermen. De Heer e zendt hen volgens Hebreen 1:14 uit tot dienst. Van wie? Van degenen die de zaligheid zullen beërven. De grondtaal maakt duidelijk dat de engelen voortdurend worden uitgezonden. Niet af en toe op incidentele momenten maar steeds. Dat moet betekenen dat de engelen zeer ijverig zijn in hun dienst aan de gelovigen. Ze bekommeren zich om het behoud van de levende Kerk. Calvijn noemt dat in zijn commentaar bijzonder vertroostend. , , De gelovigen hebben een bijzondere troost uit deze plaats, als zij horen dat de engelenscharen hun gesteld zijn tot knechten en dienaren om hun zahgheid te verzorgen." Ondertussen blijft het wel grotendeels verborgen op welke wijze deze dienst van de engelen wordt verricht. De Schrift is duidelijker in het dat dan in het hóe. Daar zal de Heere ongetwijfeld Zijn wijze bedoelingen mee hebben. Wij lopen het gevaar dat we meer op de engelen gericht raken dan op hun Zender. Ik kom daar straks op terug. In de Bijbel valt de nadruk niet op de engelen maar op God Die met inschakehng van hemelse dienaren Zijn kinderen behoedt. Zou daarom de manier waarop de engelen hun werk doen wat verborgen blijven voor ons? Dat neemt niet weg dat de dienst van de engelen wel realiteit is.

Enkele Schriftgegevens

In Psalm 34 : 8 lezen we dat de Engel des Heeren Zich legert rondom degenen die de Heere vrezen. En in Psalm 91 : 11—12 horen we dat engelen bevel krijgen om de gelovigen op de handen te dragen. Door de hele Schrift heen zien we deze woorden be­ vestigd. Hagar wordt bijvoorbeeld door de Engel opgezocht in haar nood (Gen. 16 : 7), terwijl Israël bescherming ontvangt (Ex. 23 : 20). In het Nieuwe Testament is het een engel die Petrus uit de gevangenis bevrijdt (Hand. 12:7). Elisa mocht zien dat er zelfs een hele legermacht engelen om hem heen was (2 Kon. 6 : 17). Engelen kunnen ter bescherming van de gelovigen ook oordelend optreden. Dat heeft Bileam ondervonden (Num. 22 : 22), evenals het leger van Assyrië (2 Kon. 19 : 35). Ik denk ook aan Herodes die door een engel geslagen werd toen hij zichzelf vergoddelijkte (Hand. 12 : 23). Bovendien kunnen engelen ook ten gerichte komen in het leven van mensen die de Heere vrezen. Denk aan David op de dorsvloer van Arauna (2 Sam. 24 : 16) en aan Zacharias in de tempel (Luk. 1 : 20). Dat is uiterst pijnlijk maar wel heilzaam en dus uiteindelijk nodig met het oog op hun zaügheid. Er zouden nog meer gegevens uit de Bijbel te noemen zijn. In ieder geval is het duidelijk dat de engelen de gelovigen dienen. En dat alleen om Christus' wil. Calvijn wijst erop dat we geen gemeenschap met de engelen hebben dan door de verzoening in Christus geschied. Ook de dienst van de engelen is vrucht van het kruis waar de vloek is weggedragen. Dat is verootmoedigend èn vertroostend.

Een beschermengel?

In dit verband stellen we de vraag of elke gelovige een beschermengel heeft. Voor het besef van velen wel. Vooral in de Rooms-KathoUeke wereld. En ook onder mensen die een vaag Godsbesef hebben. Een paar weken geleden reden wij een vrij steile pas in Oostenrijk. Aan het begin staat een groot bord waarop motorrijders gewaarschuwd worden voor onverantwoord rijgedrag on- der de leus: Geef je beschermengel een kans". Dat geeft te denken. Binnen het protestantisme is hier verschillend over gedacht. Luther heeft geloofd in het bestaan van beschermengelen. In zijn tafelgesprekken kon hij daar onbevangen over spreken. , , Als ik 's morgens opsta en bid (...) mag ik weten dat er een engel van God bij mij is en mij goed bewaakt tegen duivelen die aan alle kanten om mij heen zijn." Ook Gereformeerde theologen als Zanchius en Maccovius meenden dat Gods uitverkorenen een eigen engel hadden. Calvijn heeft deze gedachte afgewezen. , , Dit moet men wel voor zeker houden, dat ieder onzer niet het voorwerp is van de zorg van slechts één engel, maar dat allen eensgezind waken voor ons heil." Belangrijk is hoe we Mattheüs 18 : 10 verstaan. Jezus spreekt over de kleinen en hun engelen. Kunnen we hieruit afleiden dat de Heere persoonlijke beschermengelen geeft? Of gaat dit te ver? Ik sluit me graag aan bij Prof. J. P. Versteeg die Mattheüs 18 zó verstaat dat er niet gesproken wordt van speciale beschermengelen. Wel geeft Christus aan dat de engelen (samen) ter bescherming van de gelovigen staan, zelfs van de geringsten onder hen. Wat is juist dit laatste bemoedigend. Wie weet zich zwak en gering? Wie beseft in eigen kracht nooit zalig te kunnen worden? Wie is niet opgewassen tegen de macht van de satan? Gods zorg geldt juist het zwakke. Hij bewaart Zijn volgelingen door alle strijd en aanvechting heen. De Heere laat niet toe dat er ook maar één van Zijn schapen uit Zijn hand wordt gerukt. En daartoe zendt Hij Zijn engelen gezamenlijk uit die op een verborgen wijze voor Zijn gemeente zorgen.

Verschijningen nu

Van tijd tot tijd horen we verhalen van mensen die een engel hebben gezien. Of een ander merkwaardig verschijnsel dat in verband met God en de hemel wordt gebracht. Elke predikant zal het in het pastoraat weleens hebben meegemaakt dat een gemeentehd iets dergelijks heeft gezien. Soms jaren geleden, maar in bijna ieder gesprek komt het weer terug. Hoe moeten we daar tegenover staan? Het lijkt me dat we daar uiterst voorzichtig in moeten zijn. Ik wil niet uitsluiten dat engelen inderdaad worden gezien. Bekend is hoe Smytegelt eenmaal door twee engelen is beschermd in Middelburg. Overigens zag deze predikant die engelen zelf niet. Recent hoorde ik ook in onze eigen omgeving hoe iemand op een wonderlijke wijze was beschermd doordat anderen die kwade bedoelingen hadden, zagen dat ze niet alleen was. Dat kan! Maar dan wil God de eer krijgen vanwege Zijn bewaring. Dan gaat het beslist niet om de engelen zelf. In onze tijd is er een nieuwe aandacht aan het ontstaan voor engelen. O.a. door de boeken van ds. H. Stolp. Allerlei ervaringen van mensen krijgen veel aandacht. Maar zijn het wel de bijbelse engelen? In hoeverre speelt inbeelding een rol? Het is bijvoorbeeld opvallend dat in dergelijke verhalen de vrees niet voorkomt, het ontzag voor de heiligheid van God. Als in de Schrift een engel verschijnt worden mensen door vrees overvallen. Ze ervaren hun eigen zondigheid en nietigheid. Maar deze notie ontbreekt in de huidige , , engelver schijningen". Bevinden we ons niet veel meer in het moderne klimaat van de vage religiositeit?

Het gevaar is groot dat er gebouwd gaat worden op het feit ooit eens een ervaring te hebben gehad. En God Zelf verdwijnt naar de achtergrond. Het heeft me getroffen èn geholpen hoe Calvijn de bescherming door de engelen verbindt aan de kennis van Christus. Hun dienst is niet , , losverkrijgbaar", los van Hem. Een citaat: , Willen wij hebben dat de engelen onze zullen zijn, zo moeten wij lidmaten van Jezus Christus worden". De engelen kunnen ons alleen ten zegen zijn door de tussenkomst van onze Middelaar. Hier vallen besHssingen. Ik grijp nog een keer terug op Hebreen 1 : 14. De engelen worden niet zonder meer voor iedereen uitgezonden. De Heilige Geest getuigt het anders: oor de erfgenamen van de zahgheid. Daarom roept het veel vragen op als mensen vertellen een engel te hebben gezien, terwijl ze niet willen weten van Jezus Christus als de enige Weg tot behoud. En als we binnen de gemeente mensen ontmoeten die steeds weer teruggrijpen op een bepaalde vage ervaring, dan is de beste dienst die we elkaar kunhen bewijzen dat we elkaar werpen op Christus. Je kunt op grond van een engelverschijning niet zalig worden. Er is maar één fundament: het offer van Christus. En de bijbelse engelen stellen zichzelf niet centraal maar God en Christus.

Bescheiden

We gaan deze artikelen over de goede engelen besluiten door een typerende karaktereigenschap te noemen: hun bescheidenheid. En weer geef ik een citaat van Calvijn door.

Het is treffend hoe evenwichtig hij zich over de engelen en hun werk heeft uitgelaten. , , Hoe verkeerd is het door de engelen ons van God te laten afleiden. En zij leiden ons van Hem af, indien we ons niet rechtstreeks tot Hem leiden, om Hem alleen als onze Helper te zien, aan te roepen en te loven; indien ze ons niet houden bij de éne Middelaar Christus, om van Hem geheel af te hangen, op Hem te steunen, naar Hem te snellen en in Hem tot rust te komen." Het werk van de engelen is per definitie dienst. Ze zijn het meest verheugd als wij hoe langer hoe meer leren schuilen in Gods genade. In de volgende artikelen denken we na over de boze engelen.

A.

J.C.S.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Goede en boze engelen (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's