Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisbezoek en onze jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisbezoek en onze jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLEINE KRONIEK

De laatste tijd kom ik in het kader van mijn werk voor de HGJB nogal eens in gemeenten om daar tijdens gemeenteavonden een inleiding te houden over het onderwerp , , Jong en oud in één gemeente". Eén van de vragen die tijdens zo'n avond vaak naar voren komen, is die naar de plaats van kinderen en jongeren bij het ambtelijke huisbezoek. Dat ligt nogal problematisch. In veel gevallen is de jeugd afwez/g, ook al is er van tevoren vanaf de kansel en in de kerkbode op aangedrongen om als gezin compleet aanwezig te zijn bij het bezoek van de , , broeders". In het blad „Eén plus, gereformeerd magazine over onderwijs en opvoeding" (Postbus 321; ^770 AH Barneveld, 3e jaargang, nr. 1) las ik een artikel over, , Volgende week huisbezoek", geschreven door ds. A.H. Driest en Mieke Brink.

”„Jongens, volgende week dinsdag huisbezoek, hou je er rekening mee? " zegt moeder onder het eten.

„Oei, spannend!” vindt kleine Sjoerd. , , Mag ik er ook weer bij zijn? " Maar Herman kreunt: , , Nee hè! Repetitie bio." , , Probeer maar wat vooruit te werken", adviseert moeder.

Maar nu breken de protesten van de groten los. Zomaar middenin de week een avond kwijt, dat kan helemaal niet. En waar is het goed voor? Een hele avond opzitten en pootjes geven. Een preek aanhoren. Of allemaal onbenullige vragen. Denken ze nou echt dat je dan iets kwijt wilt over je eigen geloofsleven? Aan een ouderling die je eens in het jaar ziet? Hij weet niet eens hoe je heet! Vader laat hen even uitrazen en dan zegt hij nuchter: , , Goed jongens. Jullie hebben gelijk. Praten over je geloof is voor jullie ook helemaal nog niet belangrijk. Blijven jullie maar de hele avond boven.”

„Natuurlijk is het wel belangrijk!" roept Janneke. „Maar...”

„Ja? ” moedigt vader aan.

„Het gaat zo stijf...”

„Zo jongeman”, galmt Erik. „Hoe gaat het op school? En hoe vind je het op de vereniging? - Ze luisteren niet eens naar het antwoord.”

Vader knikt bedachtzaam. „Dus dat vind je niet de vragen waar het om draait.”

Janneke zegt: „Als hij nou tussendoor ook eens aan me vroeg hoe het ging op school, dan geloofde ik wel dat hij het meende.”

„Dus de vraag kan wel, maar je hebt het gevoel dat hij dat niet meent.”

„Nee, het is een verplichte standaardvraag. En als ik zeg dat het wel goed gaat, dan vraagt hij niet door.”

„En waarop zou hij dan wel door moeten vragen? ”

Daar moeten ze over nadenken. , , Of je weleens praat over het geloof met je vrienden", peinst Herman. , , Ja, en hoe je het zelf beleeft..." Janneke aarzelt, ze heeft ineens een kleur. Vader knikt haar bemoedigend toe, maar Janneke zegt ineens niets meer. , , Misschien of je weleens moeite hebt met bidden", komt moeder er voorzichtig tussen.

Nu knikken ze allemaal. , , En je twijfelt weleens..." zegt Erik. , , Maar ja, dan krijg je meteen te horen dat dat verkeerd is.”

„Ja”, zegt vader. , , Ouderlingen reageren weleens verkeerd. Maar of je daarom nu het huisbezoek moet afschaffen...”

„Het helpt toch niet echt", vindt Herman.

„Waarbij zou het dan moeten helpen? ”

„Nou, datje... tja... dat je beter gaat geloven of zo.”

„Hij komt namens Christus, hè? Dat weet je toch? ”

Ja, dat weten ze. Maar dat vinden ze eigenlijk een dooddoener.

„Stel nou eens dat Christus Zelf daar op de hoek van de bank zat? En dat Hij graag wilde weten hoe het met je geloof en vertrouwen ging? ”

Ja, dan! Dat zou heel wat anders zijn. , , Dan zou je weten dat Hij het meent. En je zou zelf ook heel eerlijk moeten zijn.”

„Ja”, zegt vader. , , En nu weten we dat Christus Zelf niet zal komen. Maar we weten ook dat Hij dan zijn mannetjes stuurt: ga jij dat nou eens voor Me vragen. En ga jij eens bemoedigen. En helpen als je merkt dat dat nodig is. En dan zegt zo'n mannetje: ja maar dat kan ik lang zo goed niet als U. Weet Ik", zegt Christus, , , maar ga toch maar.”

Aan hun scheve gezichten ziet vader dat ze daar echt eens over na moeten denken. En zachtjes zegt hij: , , Weet je jongens, dinsdagavond komt mij ook niet best uit. En ik weet dat broeder Klein soms alleen met verhalen aankomt over zijn eigen belevingen. Maar toch probeer ik dan maar aan Christus te denken. Hij wil graag weten hoe het met mij is. Met ons. En daarom neem ik me voor om eerlijk te zijn. En openhartig te praten over dingen waar ik eigenlijk liever m'n mond over hou.”

„Moet je dan alles zeggen? " vraagt Janneke verschrikt. Ze heeft alweer een kleur.

Wat zou ze toch hebben? Gaat er door vader en moeder heen. Maar ze bedwingen zich: , , Soms ligt iets heel persoonlijk, dan wil dat niet goed in de hele kring. Misschien kun je dan beter een keertje onder vier ogen met een ouderling praten. Daar kun je best om vragen.”

En moeder vult aan: , , Je hoeft ook niet alles aan hen voor te leggen. Als je er samen met je beste vriendin uit kunt komen, dan is dat ook goed. Maar soms is het wel fijn om een probleem te bepraten met iemand die er niet direct bij betrokken is. Dat kan de ouderhng zijn.”

„Hm”, zegt Janneke. En verder laat ze niets los.

Het bovenstaande gesprek is gefingeerd. Zo soepel en bedachtzaam zullen lang niet alle vaders reageren, en pubers zijn soms niet af te krijgen van hun vlijmscherpe kritiek op ambtsdragers.

Toch is het elke keer weer belangrijk samen door te spreken over het belang van het huisbezoek. Vooral als er opgroeiende kinderen bij zijn.

In dit artikel gaat het vooral om de manier waarop je als ouders met het huisbezoek omgaat.

Vooraf: bij het huisbezoek beklimt het gezin niet een verheven toren, maar het huisbezoek duikt het gewone leven in. Hoe meer je erin slaagt het in te bedden in het leven van alledag, hoe beter het doorwerkt. Kunnen ze op de voetbalclub ook merken dat je gelooft - daar gaat het om.

Huisbezoek redt een mens niet, wel kan het een stimulans zijn. Daarom een aantal punten om het huisbezoek tot een bezoek van Christus Zelf te maken.

De voorbereiding:

* Herinner het hele gezin op tijd aan het komende huisbezoek, i.v.m. huiswerk en afspraken.

* In de bijbel staat niet dat huisbezoek moet in de vorm zoals we die nu hebben. Er staat wel dat we naar elkaar moeten omzien, om elkaar aan te vuren in het geloof. En dat is speciaal een taak voor de oudsten (Hebr. 10 : 24—25, 13 : 17). Dat kun je meenemen in het gesprek met je kinderen.

* Spreek af hoe het zal gaan: de jongeren gaan zo en zo laat naar bed, de oudsten zitten er de hele avond bij. De kleintjes kunnen al gauw een stukje van de avond meemaken - Iaat ze er maar aan wennen. Vaak vinden zij het ook heel mooi. Kinderen moeten serieus bij het huisbezoek betrokken worden voor ze op de zwijgzame leeftijd komen.

* Wil je als ouders de ouderlingen apart spreken, kun je dat aan het eind van de avond doen, maar beter is het een aparte afspraak te maken. Vertel je kinderen als het kan waarover dat gesprek gaat, om ongezonde nieuwsgierigheid te voorkomen.

* Vaak heeft de kerkenraad een thema voor de huisbezoeken afgesproken. Daar kun je alvast (kort) over doorpraten.

* De kinderen kunnen er alvast over doordenken of ze de ouderlingen iets willen vragen.

* Als een broeder zijn duidelijke beperkingen heeft, kun je dat van tevoren in alle mildheid tegen je grotere kinderen zeggen. Kleine kinderen kunnen dat nog niet aan.

* Verstandige ouderlingen houden kaarten bij met notities over elk adres. Maar ze kunnen niet ruiken dat Jan is blijven zitten, dus kunnen verstandige ouders belangrijke gebeurtenissen ook even doorgeven.”

Ook het bezoek zelf en de nabespreking ervan worden in het artikel behandeld. Ik onderstreep graag de opmerking dat als je als ouders nooit open bent over je eigen geloofsleven, het op de kinderen gemaakt over komt als je op de huisbezoekavond ineens wél openhartig lijkt. En: de nabespreking is vaak nog belangrijker dan de voorbereiding. Door wat je zegt als de broeders weg zijn, kun je een goed huisbezoek in één keer afbreken. Je kunt het huisbezoek ook versterken door aan te geven dat je er zelf wat aan gehad hebt.

Huisbezoek - een belangrijk gebeuren in het gezin. Laten we er zorgvuldig mee omgaan!

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Huisbezoek en onze jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 oktober 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's