Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bartimeüs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bartimeüs

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE F I G U R E N

Markus 10 : 46—52 Mattheüs 20 : 29—34 Lukas 18 : 35—43

M et Zijn discipelen is Jezus op weg naar Jeruzalem. Zijn laatste reis naar de Heilige Stad. Hij gaat naar Jeruzalem om te lijden en te sterven, als het Lam van God, Dat de zonden der wereld wegneemt. Onderweg heeft een menigte zich bij Hem aangesloten, zodat het is aangegroeid tot een grote schare. Onder indruk van de woorden van Jezus en nog meer van de wonderen die Hij deed, kent hun enthousiasme geen grenzen. Ze gaan op naar het Paasfeest, en reeds nu zijn ze in feeststemming. Straks zullen zij de Heere Jezus een koninklijke intocht in Jeruzalem bereiden, daarbij gedreven door de wijdverbreide, maar onjuiste mening, dat Jezus straks met geweld de troon van David op de vijand zal heroveren, om als aardse koning over Israël te regeren.

Ze naderen nu Jericho met zijn schitterende omgeving. Jericho lag in het schone dal van de Jordaan. Wie oog had voor Gods schone schepping, kon hier zijn hart ophalen. Er waren palmbomen in massa. Ze boden de verhitte en vermoeide reizigers de zeer begeerde schaduw. Er waren ook veel olijfbomen en wijnstokken. Men kon er ook genieten van een aangename geur. Ze steeg op uit balsemstruiken en rozentuinen. Vele andere bloemen in allerlei vorm en kleur droegen bij aan de schoonheid van dit uitgelezen landschap. Jericho, de , , Palmstad", was de Parel van Palestina. Herodes de Grote, bij al zijn wreedheid en heerszucht, een bouwer van naam, had Jericho gebouwd en tot een stad van aanzien gemaakt. In Grieks-Romeinse stijl uitgevoerd, waren er imposante gebouwen verrezen. Er was in Jericho een renbaan en een amfitheater. Ook had Herodes gezorgd voor de aanleg van een grote waterleiding en waterreservoir. Ze voorzagen de stad het gehele jaar van heerlijk water. Het koninklijk paleis, dat door een zoon van Herodes, genaamd Archelaus, tot een schitterend geheel was gemaakt, was de winterresidentie van de koning. Door het zachte klimaat, was het er zelfs in de winter nog zacht en warm. Ook het Jericho van Herodes de Grote was geen blijvende stad. Tegen het eind van de zevende eeuw is ze grondig verwoest. Men neemt aan door de Perzen. Het is goed te bedenken, dat dit Jericho niet de plaats was, waarover in het boek Jozua wordt gesproken (Jozua 6). Het Jericho daar bedoeld, was door Jozua op wondere wijze ingenomen, de bewoners met de ban geslagen en de stad zelf verwoest. Het Jericho door Herodes gebouwd, lag iets zuiderlij ker, dichtbij de bron Eliseus. Lang lagen de puinhopen van de verwoeste stad er verlaten bij. Tot men er, mede door de aanwezigheid van genoemde bron, weer huizen ging bouwen en er een nieuwe nederzetting ontstond. Er waren dus twee plaatsen Jericho: oud-Jericho en nieuw-Jericho. Komend uit het Noorden, passeerde men eerst oud-Jericho en kwam daarna in nieuw- Jericho.

Zo trok ook Jezus met die bij Hem waren, via oud-Jericho naar de nieuwe stad. Ook hier zal Hij een wonder doen door blinden ziende te maken. De geschiedenis van Bartimeüs is te vinden in drie van de vier Evangeliën. Alleen bij Johannes ontbreekt ze. Er is in de berichten van de Evangehsten enig verschil. Lukas spreekt van , , een zekere blinde". Markus noemt zijn naam: , , Bartimeüs", d.i. , , zoon van Timeüs"." Mattheüs spreekt van twee blinden. Om dit verschil te verklaren gaat men er van uit, dat Bartimeüs van de twee bhnden het meest op de voorgrond trad en dat om die reden Markus en Lukas alleen over hem spreken. Dat willen ook wij doen, maar denken daarbij ook aan de blinde achter Bartimeüs.

Er is nog een verschil. Volgens Mattheüs en Markus werd Bartimeüs genezen toen Jezus Jericho verliet, volgens Lukas toen Hij de stad naderde. En ook hier heeft men getracht tot klaarheid te komen. Zo is er een verklaring waarbij men aanneemt, dat de ene blinde door Jezus genezen zou zijn, toen Hij Jeruzalem naderde, en de andere, toe Hij Jericho uitging. Een andere uitleg wijst op het bestaan van een oud- en nieuw-

Jericho. We hadden het daar al over. Beide plaatsen lagen zó dichtbij elkaar, dat gaan of komen op dit korte traject niet zoveel uitmaakte. Ook dr. S. Greijdanus is deze gedachte toegedaan. In zijn , , Korte Verklaring van Lukas" schreef hij: , , Een waarschijnlijker oplossing echter is, dat wij er mee moeten rekenen, dat dit Jericho niet geheel lag op de plaats van dat in 2 Koningen 2 : 4, noch dat in Jozua 6:1, zodat een oud- en een nieuw-Jericho onderscheiden moet worden, en daarom de één kon spreken van uitgaan uit, en de ander van komen nabij Jericho al naar men daarbij het oog had op het oude-, of op het nieuwe-Jericho". Overigens erkent hij, dat zekerheid ontbreekt, maar dat hier van tegenstrijdigheid geen sprake behoeft te zijn.

Maar nu het verhaal. Bij Jericho aan de kant van de weg, zit Bartimeüs. Hij is bhnd. Zo geboren of zo geworden, het staat er niet bij. Maar hij is zeer te beklagen. Blind zijn... wat is dat erg. Altijd hulpbehoevend rondtasten, altijd van iemand afhankelijk die hem leidt. Geleidehonden of brailleschrift die in onze tijd het leed wat kunnen verzachten, waren in die tijd nog onbekende zaken. Blind zijn... een geweldige handicap. Voor Bartimeüs is de schone omgeving een wel vermoede, maar ongeziene heerlijkheid. Wat een voorrecht te kunnen zien. Hebben we daar oog voor? Danken we daar de Heere voor?

Bartimeüs is blind. Maar hij is ook arm. Werken kan hij niet; geld heeft hij niet. Met bedelen moet hij in leven zien te blijven. Zó was het leven, het bestaan van deze man. Zó zat deze blinde bedelaar aan de kant van de weg, zijn dagen te slijten. Maar op deze dag, de dag waarop de Heere Jezus Jericho passeert, zal zijn leven drastisch veranderen! Daar verneemt zijn verfijnd gehoor het geluid van voorbijtrekkende mensen. Dat was op zich niets bijzonders, want op gezette tijden passeerden feestgangers op weg naar Jeruzalem. Maar deze keer is het anders. De mensen zijn meer uitbundig, dan gewoonlijk. Er moet wat bijzonders aan de hand zijn. Bartimeüs informeert bij enkele voorbijgangers wat dit alles te betekenen heeft. Ze zeggen hem, dat Jezus de Nazarener voorbij gaat. Zo gauw de blinde zich realiseert, wat dit betekent, gaat hij roepen. Luid klinkt de kreet: , , Heere, Gij Zone Davids, ontferm u mijner"! Hij heeft van Jezus gehoord. Hij heeft vernomen, wat wonderen Hij verrichtte. Het heeft hem tot de overtuiging gebracht, dat deze Jezus van Nazareth de Zoon van David, de koning van Israël is. De vanouds door God aan Zijn volk beloofde Verlosser. Hij gelooft... Jezus kan hem ook wel van zijn blindheid genezen... Opmerkelijk is dit , , Zoon van David"; opmerkelijk ook, dat Jezus tegen deze aanduiding geen bezwaar maakt. Dat was steeds anders geweest. Over Zijn wonderen moest gezwegen worden. Over Zijn Messiasschap lag steeds een waas van geheimzinnigheid. Deze terughoudendheid schijnt nu voorbij. Hij wil nu openlijk de titel van Messias voeren. Die verandering is er vanaf de intocht in Jeruzalem. Ja, het begint eigenlijk al op de weg erheen, in Jericho. Was Bartimeüs bekend met wat Christus aan Johannes de Doper Het weten: , , De blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, ..." (Mattheüs 11 : 5a)? Hoe dan ook, hij beseft: nu of nooit! Nu was Hij daar. Die zijn ogen kon openen. Was Hij eenmaal voorbij, de nacht zou blijven. Dus roept hij en de andere blinde mét hem: , , Heere, Gij Zoon van David, ontferm U mijner".

Het volk rond Jezus wil, dat de blinde zwijgt. Ze ervaren dat klagelijk roepen als een dissonant in hun feestelijk gevoel. Jezus heeft nu wel wat anders te doen, dan aandacht geven aan een blinde bedelaar. , , Velen bestraften hem, dat hij zwijgen zou". Bartimeüs ondervindt hier wat ook Zacheüs overkwam. Als Zacheüs Jezus wil zien, wordt hij daarin verhinderd door de schare. De mensen zijn nogal eens een sta in de weg naar Jezus.

Maar Bartimeüs trekt zich van het morren van de mensen niets aan. Hij volhardt in het bidden en is daarin vele bidders tot een voorbeeld. Zijn geloof houdt in de bestrijding stand. Hij riep zoveel temeer: , , Gij Zoon van David, ontferm u mijner". Gelukkig wie dit gebed om ontferming kent. Het blijft de grondtoon van elk oprecht gebed... er is bij ons geen enkele verdienste: alleen genade, alleen ontferming kan redden. Zulk een gebed vindt verhoring.

Het lawaai van de massa verstomt. Het wordt stil. Ja... want Jezus staat stil! Hij heeft het roepen van de blinde wel gehoord. Ook deze ellendige trekt Hij Zich aan. Hij neemt er de tijd voor. Jezus beveelt Bartimeüs tot Hem te brengen. Omstanders bemoedigen hem: , , Heb goede moed, sta op. Hij roept u". Bartimeüs werpt zijn mantel af. Waarom deed hij dat? Wel, de oosterse mantel was een lang kleed. Het belemmerde hem in zijn gaan tot Jezus. Welke belemmeringen zijn er in uw en in jouw leven in het gaan naar Jezus? Vul het voor uzelf maar in. De Heere Jezus roept ook u en jou. Toef dan langer niet. Men leidt de blinde naar Jezus. Dan stelt Deze hem de vraag, wat Hij hem doen zal. Is dat geen overbodige vraag? Het is toch zonder meer duidelijk wat Bartimeüs begeert? Hij zegt het ook: , , Rabboni, dat ik ziende mag worden". Jezus wil, dat Bartimeüs zijn begeerte duidelijk voor hem zal uitspreken. Zo gaf Hij ook aan de twee Emmaüsgangers door zijn vragen gelegenheid om het gehele hart voor hem te openen. Jezus zei tot hem: , , Ga heen, uw geloof heeft u behouden". Hij zegt niet: , , Mijn macht heeft u behouden". Hoe machtig de Heere ook was, om geholpen te worden, moest de blinde innerlijk vertrouwen, dat Jezus machtig was, hem te helpen. , , Uw geloof heeft u behouden".

, , Deze woorden betekenen ook hier meer dan alleen maar, dat deze blinde voorgoed zijn gezicht ontvangen had en niet meer blind was. Doch door zijn geloof in de Heere, zo duidelijk door hem geopenbaard en beleden, was hij ook het eeuwige heil deelachtig geworden, was hij gered naar lichaam en ziel beide voor altoos en tot in eeuwigheid. Hij was in zijn hart gebonden aan de Heere met banden van waar geloof en innige liefde". (Greijdanus in Korte Verklaring van Lukas.) Zo bewijst de Heere ook hier een hoorder en verhoorder te zijn van het gebed, dat uit de nood tot Hem wordt uitgesproken. Iemand schreef in dit verband: , , Als wij onze behoeften aan Hem doen gevoelen, dan zal Hij nog steeds, door de verlichting van de Heilige Geest onze ogen zó openen, dat wij Hem leren erkennen in al Zijn heerlijkheid en genoegzaamheid als de volkomen Zaligmaker, ook voor ons". , , Terstond werd hij ziende". Bartimeüs mag zien. De duisternis wijkt voor het hcht. Nu mag ook hij de heerlijkheid van de natuur rond Jericho zien. Hij mag ook de mensen zien. Maar het eerste wat hij ziet is Jezus, zijn Redder! Wat in zijn hart leeft aan dankbaarheid en blijdschap, vertolken

zijn hppen in lof aan God. De klagende bedelaar, wordt een juichende volgeling. Hij verheerlijkt God en volgt Jezus (Lukas 18 : 43).

, , Hij volgde Jezus op de weg" (Markus 10 : 52). Die weg leidt naar Jeruzalem. Daar zal Bartimeüs zijn Weldoener en Meester zien lijden en sterven aan Golgotha's kruis. In dat volgen blijkt de echtheid van zijn geloof. Voortaan geeft Christus de richting van zijn leven aan. Ook het volk, onder de indruk van het gebeurde, gaf Gode lof. Het hep alles uit op het loven van de grootheid en goedheid van God. Zo werd aan de blinde bedelaar vervuld wat wij met Psalm 146 vers 6 berijmd zingen:

, , 't Is de HEER, wiens mededogen Blinden schenkt het lieflijk licht; Wie in 't stof lag neergebogen. Wordt door Hem weer opgericht".

B. H.H.

B.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Bartimeüs

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's