Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Trage harten - brandende harten (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Trage harten - brandende harten (1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

, , En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben!" , , En zij zeiden onder elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op de weg, en als Hij ons de Schriften opende? " Lukas 24 : 25 en 32

H et gaat in deze beide teksten om een grote tegenstelling. We horen allereerst van trage harten. Traag om te geloven. Harten waarin de Paasvreugde niet kan doorbreken. Maar daarnaast is er ook sprake van brandende harten. Harten die in vuur en vlam staan omdat ze zijn aangestoken door de blijdschap van Pasen. Weet u wat zo treffend is? Dat het om dezelfde mensen gaat. Het betreft dus niet twee verschillende categorieën. Sommigen met een traag hart en anderen met een brandend hart. Maar dat betekent wel dat ze een verandering hebben doorgemaakt. Het kan verkeren! Trage harten - brandende harten - wat zit daar tussen? Of hever: Wie zit daar tussen? Niemand minder dan de Opgestane Zelf. Hij weet mensen te veranderen door hen op te zoeken en te onderwijzen. De Heilige Geest laat ons zien hoe Jezus met trage harten omgaat, én hoe het komt tot brandende harten. Vanuit deze invalshoek mediteren we twee keer over deze Paasgeschiedenis.

Onze aandacht wordt gevraagd voor twee mannen. Ze zijn onder ons bekend geworden als de Emmaüsgangers. Een naam die ze aan hun woonplaats te danken hebben. Het gaat om een dorpje zo'n twaalf kilometer van Jeruzalem. Ruim twee uur lopen. Van één van hen weten we hoe hij heet: Kléopas. Zijn metgezel is een onbekende. Toch weten we ons met beiden verbonden. Want het zijn volgelingen van Christus. Geestelijke broeders. Er staat in vers 13: twee van hén! Dat wil zeggen: van Jezus' volgehngen. Is het niet verrassend dat er meer zijn geweest dan alleen de discipelen en de vrouwen? In vers 9 is er sprake van de elven en al de anderen. De Heere weet om hoevelen het gaat, want Hij kent de Zijnen. In ieder geval is de Opgestane volgens Pau- lus verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders. Laten we niet te klein denken van Gods werk. Alsof er maar een enkehng behouden wordt. Zo hier en daar eens één. Nee, het gaat om een schare die niemand kan tellen. Christus heeft Zijn bloed voor velen gegeven. En daar vallen door Gods genade ook deze Emmaüsgangers onder. Volgelingen die opeens opduiken in het evangelie.

Alleen - ze zijn verdwaald. Nee, niet letterlijk. Ze kunnen de weg Jeruzalem-Emmaüs wel dromen. Ze zijn geestelijk verdwaald. In het bos van het ongeloof. En dat is een bos waarin we altijd verdwalen. Daar komen we alleen uit als het Woord van God (weer) voor ons opengaat. Deze beide broeders zijn in druk gesprek gewikkeld. Hun gezichten staan ernstig, bedrukt, sterker nog: bedroefd. Uit de grondtaal blijkt dat het er nogal heftig aan toe gaat. Ze praten niet gewoon rustig met elkaar. Het is een felle discussie. Een dispuut. Ze zijn het onderhng niet eens. Waarschijnlijk gaat het over de boodschap van de vrouwen. Ze laten zo dadelijk tenminste aan Jezus merken dat ze daardoor in verwarring zijn gebracht. En ook door het feit dat Jezus' graf leeg blijkt te zijn. Enkele discipelen hebben het bericht van de vrouwen gecontroleerd. En zou het nu waar zijn dat Hij leeft? De één acht het weUicht niet onmogelijk terwijl de ander het niet geloven kan. In ieder geval kunnen ze het niet eens worden. En we krijgen de indruk dat het een tamelijk opgewonden gesprek aan het worden is. Ook verstaanbaar voor anderen. Want als Jezus Zich bij hen voegt, dan vraagt Hij letterlijk waarom ze elkaar tegenwerpingen maken? Wat is er met jullie aan de hand? Waarom zo somber?

Christus is hier de Goede Herder Die Zijn schapen zoekt. Na Zijn opstanding is Hij dat gebleven. Wat dat betreft is er op Pasen niets veranderd. De Heere is aan de overzijde van de dood opgestaan, aan Gods kant. Maar dat betekent niet dat er verwijdering ontstaan is ten opzichte van de Zijnen. Jezus is nog even bewogen met hen als voor die tijd. Opeens loopt Hij naast deze mannen. Dat kan maar zo. Dat de Opgestane in je leven verschijnt. Terwijl je er helemaal niet op rekent. Hij kan maar zo een gesprek met ons beginnen. Tijdens het lezen van deze meditatie. Of onder de prediking van het Woord. Soms hebben we aanvankelijk niet eens in de gaten dat Hij het is. Later komen we erachter dat Hij met ons bezig was. Als we terugkijken. Toen en toen! Die preek zoveel jaren geleden die ik nooit zal vergeten. Nu zie ik het. Toen begon de Heere al een gesprek met mij. Maar ik zag het op dat moment niet.

Christus maakt Zich niet meteen bekend aan de Emmaüsgangers. Lukas schrijft in vers 16 dat hun ogen werden gehouden dat zij Hem niet kenden (= herkenden). Ze krijgen als het ware een blinddoek voor. Waarom? De Opgestane gaat bij ieder van Zijn schapen weer anders te werk. Aan Maria Magdalena vertoont Hij Zich meteen. Thomas moet een week wachten. Terwijl de Emmaüsgangers Hem pas herkennen op het moment dat Hij ook weer uit hun ogen verdwijnt. Waarom handelt Jezus zo verschillend? Dat zal Zijn wijsheid zijn. In een gezin heeft ieder kind zijn eigen benadering nodig. Het ene kind moet je weleens wat harder aanpakken dan het andere. Zo is het ook binnen Gods huisgezin. Binnen de gemeente, onder de kudde van Christus. Hij is een wijze Pastor Die precies weet hoe Hij met ieder van Zijn volgelingen moet omgaan.

Maar waarom houdt Hij Zich dan eerst verborgen? Nu, om eerst de Schriften te kunnen openen. De Emmaüsgangers zullen zo dadelijk tot het Paasgeloof komen. Maar hun geloof mag niet steunen op een verschijning. Dat zou een te wankele basis zijn. Jezus is bezig om onder hun geloof een stevig fundament te schuiven. Het fundament van de Schriften. Het gaat om een gefundeerd geloof. Dat is een lijn die we met name bij Lukas aantreffen. De opstanding is beschreven. Ze hadden het kunnen weten! Weet u wat de Opgestane de Emmaüsgangers wil leren? Dat we wandelen door geloof en niet door aanschouwen. Hun Paasgeloof moet gebaseerd zijn op het Woord. Dat kunnen ze bij wijze van spreken nalezen als de twijfel soms binnensluipt. Als ze het alleen met de verschijning van Christus moesten doen, dan zouden ze zich later kunnen afvragen of het wel werkelijk waar is geweest. Of de duivel zou kunnen komen met zijn aanvechtingen. Zo van: zou het geen inbeelding geweest zijn? Ben je niet bezig om jezelf te bedriegen? Wat kunnen zulke vragen ons in verwarring brengen. Luther zegt in een Paaspreek: , , Ik heb meer dan eens ervaren dat de duivel me gemakkelijker strikken kan, als ik niet met het Woord ben toegerust". Zo is het. Daarom worden deze broeders uit Emmaüs aanvankelijk gebhnddoekt. Christus zet ze met beide benen op de grond van de Schriften.

Het is ontroerend hoe Christus deze mannen benadert. Als een echte Herder, als een hefdevolle Pastor. Wat leren we Hem hier kennen zoals Hij is. Hij stelt om te beginnen alleen maar enkele vragen. Meer niet. Hij geeft hun alle gelegenheid om zich te uiten. Ze mogen hun hart voor Hem uitstorten. Kijk, dat is nu bijbels pastoraat. Eerst luisteren. Af en toe een vraag stellen, als een uitnodiging om verder te praten. Wat is het een weldaad als iemand eens werkelijk naar je wil luisteren. Je niet na twee minuten in de rede valt, zijn conclusie al getrokken heeft, en je wel gauw even zal vertellen wat er aan schort. Nee! Jezus luistert. Laten we daar als ambtsdragers van willen leren. Maar ook als gemeenteleden onderling. Er is ook zoiets als onderling pastoraat. Een open oor! De Emmaüsgangers mogen helemaal uitpraten. En dat doen ze ook. We horen van hun teleurstelling. Ze hadden zo gehoopt dat Jezus Israël verlossen zou. Maar hun verwachting is de bodem ingeslagen. We proeven een grote geestelijke nood in hun woorden. En wat moeten ze denken van al die geruchten dat Jezus leeft? Niemand heeft Hem gezien. Dat zijn in vers 24 hun laatste woorden. Maar Hem zagen ze niet. Hoort u de pijn, het verdriet, de leegte, ja de hopeloosheid van deze mensen? Is het dan vergeefs geweest om Jezus te volgen?

Misschien herkent u het. Begin deze week was het Pasen. Maar voor u is het geen Pasen geworden, ondanks de Paasprediking. U kunt er niet bij. Of u twijfelt of het feit van Pasen wel waar is. Ook dat kan een aanvechting zijn. Of u kunt niet geloven dat Christus voor ü is opgestaan. Voor een ander wel, maar niet voor u. U bent van de week zo terneergeslagen. U voelt zich thuis in het gezelschap van deze mensen uit Emmaüs. Geen hoop, geen moed, geen perspectief, geen verwachting voor de eeuwigheid. Moet dat nu zo blijven? Nee! Gelukkig niet. In het Woord verschijnt de Opgestane Zelf. En Hij vraagt u op dit moment wat er aan scheelt. Waarom bent u zo somber? Wat is er aan de hand? En Hij weet het op zó'n manier te vragen dat we bijna als vanzelf ons hart voor Hem uitstorten. Voordat we het weten leggen we ons hele hart bij Hem op tafel. Onze klachten. Onze vragen in de geest van Psalm 77. , , Zou God Zijn gene vergeten? " Weet dat Hij luistert! Hij laat u helemaal uitspreken. U behoeft voor Hem niets achter te houden.

En dan? Ja, dan neemt Hij het woord. Het is om te beginnen een confronterend woord. , , 0 onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben". Er zit iets van een bestraffing in. Nee, niet hard of afstotend. Maar wel eerlijk. Jezus is geen zachte Heelmeester. Hij legt de vinger bij de wonde plek. Ook dat is bijbels pastoraat. Feilloos wijst Hij aan waar het bij de Emmaüsgangers op vast zit. Iemand noemt Jezus' woord een harde kluit aarde die de Herder naar Zijn schapen werpt om hen met een schok op te jagen. We hebben het weleens nodig, dat de Heere ons aanpakt. O onverstandigen! Het zal je maar gezegd worden. Het ontbreekt deze broeders aan inzicht. En dat heeft te maken met traagheid van hart. Door die traagheid komt het geloof niet op gang. Het geloof in het Woord, met name in het getuigenis van de profeten. Voelen we ons aangesproken? Juist als we de Heere vrezen kunnen we zo'n last hebben van geestelijke traagheid.

Er zijn dingen waar we te snel in zijn. Met onze mond, met ons oordeel over anderen bijvoorbeeld. Daar zouden we weleens wat trager in mogen zijn. Sommige mensen zijn snel driftig. Gauw boos of gepikeerd. Maar als het om geloven gaat zijn we vaak nog trager dan een slak. We zijn maar moeilijk te bewegen tot het volle vertrouwen op Gods beloften. We hebben te veel bedenkingen. Het kan er in het geloofsleven zo moeizaam, zo stroperig aan toe gaan. Traag om te geloven! Met alle gevolgen vandien zoals duisternis en onzekerheid. We zien het toch aan de mannen uit Emmaüs? Ze zitten verstrikt in twijfel en ongeloof. Ze missen de blijdschap van Pasen, terwijl de Heere waarlijk is opgestaan. Pasen is al lang een feit, maar ze leven paasloos! Hun horloge loopt achter! Op Gods klok is het uur van Pasen al lang aangebroken. Ze zijn niet goed bij de tijd. Maar er is gelukkig wat aan te doen. Want we hebben een levende Heere. De opgestane Levensvorst weet ons te genezen van geestelijke traagheid. Zodat trage harten veranderen in brandende harten. Volgende week willen we daar verder over nadenken.

A.

J.C.S.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Trage harten - brandende harten (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's