Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zacharias’ ongeloof  het zwijgen opgelegd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zacharias’ ongeloof het zwijgen opgelegd

10 minuten leestijd

MEDITATIE

„ Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren. En Zacharias zeide tot de engel: Waarbij zal ik dat weten? En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op de dag, dat deze dingen geschied zullen zijn." Lukas 1:13m, 18a en 20a

Soms liggen een hoogte- en een dieptepunt vlak naast elkaar. Dat zien we in het leven van Zacharias. Deze priester beleeft een hoogtepunt in zijn ambtehjke loopbaan. Hij mag in de tempel het reukoffer brengen. Gezien het grote aantal priesters kon je dat maar één keer in je leven meemaken. Elke dag werden er door middel van loting twee priesters aangewezen om die dag de tempel binnen te gaan. De één 's morgens, de ander in de namiddag. Reken maar dat het moment van loting een buitengewoon spannend moment was. Zal het lot vandaag op mij vallen? Ook Zacharias heeft daar naar uitgezien. En zowaar, hij is vandaag de aangewezen priester. Een hoogtepunt in zijn ambtelijke bediening! Maar - dit hoogtepunt valt samen met een dieptepunt. En wel in zijn persoonhjk geloofsleven. Hij plaatst vraagtekens bij de boodschap die hem van Gods­ wege wordt gebracht. Zacharias wordt overvallen door ongeloof. En dat wordt hem zwaar aangerekend. Hij wordt er zelfs voor gestraft. Met een tekenende straf.

We ontmoeten Zacharias terwijl hij het reukoffer brengt. Eerbiedig is hij het heihge binnengegaan. Geconcentreerd doet hij zijn werk. Een mengsel van geurige stoffen wordt op het altaar in brand gestoken. Een aangename damp stijgt omhoog naar de hemel. En dat is een teken, een symbool van het gebed. Zo zingen we het in Ps. l4l: „Mijn beê, met opgeheven handen, khmm' voor Uw heihg aangezicht, als reukwerk, voor U toegericht." Het reukoffer was een moment van gebed. Buiten in het voorhof stond het volk te bidden. En in de tempel deed de dienstdoende priester hetzeffde. Hij was een middelaar. Alle ge- beden van het volk werden door hem zeg maar ge-bundeld en voor Gods aangezicht neergelegd. Terwijl de rook en de reuk van het offer omhoogstegen, stegen de gebeden als het ware mee. De priester naderde tijdens het offer namens het volk tot God. Straks na het offer zou hij omgekeerd namens God tot het volk naderen, om de schare in het voorhof te zegenen. Nu, deze middelaarsfunctie vervult ook Zacharias. Hij mag contactpersoon zijn tussen de Heere en het volk. Vol Uefde en overgave zien we deze bejaarde priester bezig. Wat zal er veel door hem heengegaan zijn. Een jarenlange wens gaat in vervuUing. Het is... een hoogtepunt.

Maar., het wordt een dieptepunt. Plotsehng verschijnt de engel Gabriel. Regelrecht uit de hemel gezonden. Treffend dat God hem juist in de tempel zendt. Zacharias wordt niet thuis opgezocht maar in het centrum van Israels eredienst. Waarom? Omdat de boodschap van Gabriel het hele volk raakt. Het gaat niet zozeer om een persoonhjke, om een privézegen voor Zacharias en EÜzabet. Nee, het gaat om het begin van de heilstijd, om het nieuwe verbond. En dat wordt geboren in de schoot van het oude verbond. Daarom ontvangt Zacharias deze boodschap in de tempel terwijl het reukoffer wordt gebracht. Dat is: terwijl de gebeden worden opgezonden naar de hemel. Op datzeffde moment komt er antwoord! Immers: uw gebed is verhoord.

Welk gebed? Zijn ambtelijk gebed als priester? Ja, dat in de eerste plaats. Het gebed om de komst van de Messias. En dat zal een vurig gebed geweest zijn. Zacharias heeft er naar uit gezien. Uw Koninkrijk kome, ja de Koning Zeff kome, de beloofde Koning uit het huis van David. Uw gebed is verhoord, Zacharias! De heilstijd breekt aan. Maar we mogen ook denken aan het persoonUjk gebed van deze oude priester. Het gebed om een kind dat hij jarenlang samen met zijn vrouw gebeden heeft. Ach, de laatste jaren zijn ze met dit gebed gestopt. Ze zijn immers te oud geworden om nog een kind te krijgen. En je moet toch ook nuchter zijn. Maar nu wordt hun gebed toch verhoord! Jaren later! De Heere is het niet vergeten. Kohlbrugge zegt dat God de Heere een sterk geheugen heeft. Soms worden gebeden verhoord die door ons al jaren gestaakt zijn. Maar ze zijn al die tijd voor de troon van God bhjven hggen. Dat kunnen ook gebeden van overledenen zijn. Het gebed van uw gestorven moeder of van uw man die is heengegaan. Hun gebeden zijn niet weg. Die worden bij en door de Heere bewaard. En nog steeds doen ze een beroep op Zijn ontferming. Oprechte gebeden verjaren niet bij. Als het God behaagt kan Hij er op terug komen. Het is mogeüjk dat de Heere bepaalde gebeden verhoort terwijl we het zelf niet meer beleven. Het gebed om bekering van onze kinderen bijvoorbeeld. Om een krachtige doorwerking van de Heihge Geest in de gemeente.

Uw gebed is verhoord, Zacharias! En dan dat ongelooflijke dat hij en Ehzabet nog een zoon zullen krijgen. Een bijzonder kind dat vanaf het prilste begin met de Heihge Geest vervuld zal zijn. Toerusting met het oog op zijn taak! Maar Zacharias kan dit niet meemaken. Hij komt met de feiten aandragen. De leeftijd van hemzelf en van zijn vrouw. Het kan niet waar zijn wat de engel zegt. En eigenUjk vraagt hij om een teken: waarbij zal ik dat weten? Een vraag die voortkomt uit ongeloof. In plaats van amen te zeggen komt Zacharias met zijn jamaar Herkennen we het? We kunnen zo sterk op deze Zacharias üjken. Ook als we de Heere vrezen en worstelen met de geestelijke vragen. Hebt u er weleens last van dat u te klem denkt van God? Dan kijken we meer naar de omstandigheden dan dat we zien op Zijn almacht. We hebben aan het Woord niet genoeg. We willen zo graag iets extra's. Een teken of een tekst die met bijzondere kracht ons op het hart wordt gebonden. We bidden om hcht, maar als het hcht ons van Godswege verkondigd wordt schudden we met Zacharias ons hoofd. Jamaars genoeg! Jamaar, ik ben te zondig. Jamaar, ik voel, ik beleef er zo weinig van. Jamaar, ik ben het zo gauw weer kwijt, en kan het dan wel echt uit God zijn in mijn leven? Zo gaan we in het donker onze weg. Ondertussen is het mogehjk dat we op iets wachten wat de Heere misschien nooit zal geven omdat Hij ons bindt aan Zijn Woord. Daardoor werkt de Heihge Geest. God is volstrekt betrouwbaar in Zijn beloften. Waren we daar maar meer van overtuigd. Wat kunnen de omstandigheden ons het zicht op de Heere ontnemen. Wij meten Gods mogehjkheden af aan die van ons. Aan Zacharias zien we dat juist een kind van God door het ongeloof kan worden overvallen. Deze oude dienstknecht van God, vergrijsd in de dienst des Heeren, een man bij wie we een gerijpt en geoefend geloof zouden verwachten, juist deze mens twijfeft. Kohlbrugge schrijft dat het een kwaal van alle gelovigen is dat ze dadeUjk hun tegenwerpingen bij de hand hebben. Omdat ze te veel op zichzelf zien en te weinig op hun God.

Hoe reageert nu de engel? Hij moet Zacharias bestraffen. We mogen begrip opbrengen voor het ongeloof. Ieder kind van God heeft er zijn leven lang veel mee te steUen. Maar we mogen het niet goedpraten en het zeker niet normaal gaan vinden. Vanuit deze geschiedenis wordt het ongeloof ontmaskerd als zonde, opdat het ons tot schuld wordt. En opdat we ook in de schuld komen voor God. Heeft het ons niet veel te zeggen dat Zacharias wordt bestraft? En ja - nu krijgt hij toch een teken. Maar wel een teken dat een oordeel bevat. Zacharias wordt letterUjk met stomheid geslagen. God legt zijn ongeloof het zwijgen op. Volgens Luther geschiedt hier recht. Wie ongelovig is heeft niets te zeggen. „Zoals het geloof de mond opent zodat men spreken kan, (...) zo sluit het ongeloof de mond tot een teken, dat alle ongelovigen stom moeten zijn" (Luther). Het is dus een tekenend teken. Voor Zacharias is het echter ook een genadig teken. Hij krijgt van de Heere een periode van bezinning. Het zijn geen verloren maanden geworden. Want als Johannes geboren is haalt deze oude ambtsdrager zijn schade zogezegd in. Dan wordt zijn tong losgemaakt om niet anders te doen dan God te loven. Laat zijn zwijgen ondertussen een waarschuwing zijn voor ons. God neemt het ongeloof serieus en bestraft het ook.

En dan moet Zacharias naar buiten. Wat zal dat een consternatie hebben gegeven. Op het tempelplein staat een menigte mensen te wachten. Stel u voor: daar komt de priester naar buiten. Hij kan geen woord uitbrengen. Hij staat maar wat te gebaren. Het volk beseft dat hij iets van een gezicht gezien heeft (vs. 22). In ieder geval wordt de zegen niet uitgesproken. We weten niet of Zacharias nog een zegenend gebaar gemaakt heeft. Het had een hoogtepunt moeten worden voor deze oude priester Maar het is een dieptepunt. Deze keer gaat het volk ongezegend naar huis. En ook dat is tekenend. Want - de oudtestamentische priesterdienst heeft zijn tijd gehad. Er is een nieuwe Priester in aantocht, Christus Jezus. Het is net alsof God in deze geschiedenis de priesterschap schorst. En dan maak ik even een sprong naar het slot van dit evangeUe. Lukas besluit met die andere Priester, de Heere Jezus Die zegenend naar de hemel vaart. Met doorboorde handen. Zacharias en al zijn collega's moeten plaats maken voor Hem. Uiteindeüjk gaat het om Hem. Ook in deze adventsgeschiedenis nu de geboorte van Johannes de Doper wordt aangekondigd. Achter Johannes zien we Christus verrijzen. Zacharias' zoon zal niet meer zijn dan een uitgestoken vinger naar Christus: Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt. Het gaat om de grote Hogepriester. Hebben we Hem al liefgekregen? Schuilen we met onze zonden onder Zijn zegenende handen? Bij Hem kunnen we terecht. Met al onze tekorten. Ook en zelfs met ons ongeloof.

De Heilige Geest is bij machte om het ongeloof te overwinnen. Klem u aan de belovende God vast. Ook als u het niet bekijken kunt in uw leven. Weet u wat het levende geloof is? Aan Zijn hppen hangen. Al is het in een nochtansgeloof. Het ongeloof zegt jamaar. Het geloof zegt nochtans! En toch zal de Heere doen wat Hij gesproken heeft. Hoe komen we aan dft geloof, vraagt Kohlbrugge in een preek over de tekst? Nu, „men grijpe Christus aan bij de zoom van Zijn kleed. Men werpe zich, niet zoals men wenst te zijn, maar zoals men is, aan Zijn voeten, en op grond van het Woord late men het Woord niet los, maar blijve

daaraan hangen." Dat is de weg, te midden van alle vragen en strijd. Nochtans schuil kom ik tot U, niet zoals ik zou moeten zijn. Dat haal ik niet, Heere. Maar zoals ik ben. Met mijn harde hart, mijn onwil en mijn twijfelmoedigheid. Tot U! Dan worden we niet beschaamd. Dat is wel gebleken bij Zacharias. Uiteindelijk was het een heilzame straf. Zo leren we beüjden wat we lezen in Jesaja 12 vers 1: „Ik dank U, Heere! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toom is afgekeerd, en Gij troost mij." In deze weg wordt het ongeloof gebroken en het geloof gewerkt.

Alblasserdam

J.C.Schuurman

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1998

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Zacharias’ ongeloof  het zwijgen opgelegd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1998

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's