Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heidelbergse Catechismus (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heidelbergse Catechismus (6)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

Inleiding

In dit zesde en laatste artikel over de Heidelbergse Catechismus willen we nog enkele kenmerken van dit leerboek bezien. Hoe is het te verklaren dat deze catechismus zoveel invloed heeft gekregen niet alleen in ons land, maar ook daar buiten? Tot op de dag van vandaag worden gemeenten gebouwd door wat de Heidelbergse Catechismus aanreikt en wordt het geloofsleven van velen, ook van mij zelf, gevoed door dit leerboek. Het komt omdat de Heidelbergse Catechismus zo'npersoonlijk leerboek is. Maar ook zo bevindelijk. Een voorbeeld daarvan is de wijze waarop over de troost gesproken wordt. Dit zijn kenmerken die de tijd verduren. Laten we daar dan nu nog eens ter afsluiting op in gaan.

Een persoonlijk leerboek

De leervorm in de Heidelbergse Catechismus is heel persoonlijk. Dat begint al meteen in zondag 1: wat is uw enige troost in leven en sterven? Ik word dus onmiddellijk persoonhjk betrokken in het leergesprek dat dit leerboek begint. Zo gaat dat het hele leerboek door. Er wordt in vraag 2 niet gevraagd: waaruit kent men zijn ellende? , maar waaruit kent u uw ellende? De catechismus wil er mee zeggen; je moet niet denken dat je met een uit een hoofd geleerd lesje met mij klaar bent. Dan heb je mij niet begrepen. Er is geen ontsnappingsmogeüjkheid in een algemene leer. Nee, het gaat me omjouw kennis, yo«M; heel persoonHjke kennis. Zo staat er in vraag 32 niet: 'Wat betekent het woord christen? ' Maar: 'Waarom wordt u een christen genoemd? ' En in vraag 59 staat niet: 'Wat baat het nu, dat men dit alles gelooft? ' Maar 'Wat baat het u nu, dat u dit alles gelooft? ' Dft persoonhjke geeft aan de catechismus een existentiële, warme kleur. Niets is vrijblijvend in dit leren. Dat kan ook niet, want dit leren is geloofsleren en geloofsleren kan alleen maar persoonhjk zijn. Wat is dat belangrijk voor onze catechismusprediking en catechese. Een veel gehoord bezwaar tegen deze prediking en catechese is dat ze zo leersteUig en abstract is. Nu, dat ligt in elk geval niet aan de catechismus. Dat ügt dan aan de manier waarop er over gepreekt en gecatechiseerd wordt. Toch is persoonlijk niet hetzelfde als individueel. Daarom zijn er ook heel wat vragen, waarin het over 'wij' of over 'ons' gaat. Het persoonhjke staat niet op zich zelf, maar in de ruimte van de gemeente. Net zoals dat bij het 'onze Vader' het geval is. Zo luidt vraag 120 niet: 'Waarom heeft Christus u geboden God aldus aan te spreken: Onze Vader? ', maar 'Waarom heeft Christus ons (als christelijke gemeente) geboden God aldus aan te spreken: onze Vader? '

Deze hjn naar de gemeente betekent echter niet dat het persoonhjke onder druk komt te staan. Nee, het persoonhjke krijgt er des te meer accent door.

Helaas is deze persoonhjke betrokkenheid in latere leerboekjes geleidehjk aan verdwenen. Gelukkig vinden we het wel in het Kort Begrip van Herman Faukehus (I6O8), maar niet meer in een ander catechisatieboekje dat heel veel invloed heeft gehad. Ik denk dan aan het Voorbeeld der goddelijke waarheden dat Abraham Hellenbroek in 1706 schreef. Ook dit boekje kent de vraag en antwoord vorm, maar niet meer in de persoonhjke stijl. Het boekje begint niet zoals de Heidelbergse Catechismus te vragen: kind, vertel me eens: wat is jouw enige troost in je leven en sterven? Maar: 'Waaruit weet men, dat er een God is? ' Dus niet: 'Waaruit weet jij dat er een God is? ' Het persoonhjke: u ofy'^j'heeft plaats gemaakt voor het onpersoonüjke 'men'. Naar mijn inschatting verklaart deze onpersoonhjke leertrant in het Voorbeeld waarom het leren in de kerk ook vaak onpersoonhjk is geworden. Niet voor niets is er een tijd lang een strijd geweest of men het Kort Begrip (het persoonhjke) of het Voorbeeld (het onpersoonlijke) gebruikte. Ik zou een warm pleidooi willen voeren voor het oorspronkehjke persoonhjke van de Heidelbergse Catechismus. Zodat ik voel in de catechismuspreek en de catechese: het gaat over mij, heel persoonhjk.

Een bevindelijk leerboek

Het persoonlijke van de Heidelbergse Catechismus krijgt nog een extra toespitsing in het bevindelijk karakter ervan. Het weten kan persoonhjk zijn, maar toch nog aUeen maar verstandehjk. Maar daar gaat het in de catechismus niet alleen om. Het gaat ook om het beleven met het hart. Het gaat er bijvoorbeeld in vraag en antwoord 60 niet alleen om dat ik persoonhjk weten mag dat ik rechtvaardig ben voor God. Maar het gaat er ook om dat ik ervaar hoe ik rechtvaardig ben. Wat in het antwoord 60 staat, dat beleef ik zo. Dat kan alleen zo zijn als de Heidelbergse Catechismus mij op een open manier van meet af aan uitnodigt om mijn eigen naam in te vullen waar in dit antwoord over ik en mij gesproken wordt. Hier raken wij toch wel de kern van het leren van de Heidelbergse Catechismus. Leren is leren mijn eigen naam in te vullen. Het is niet legitiem om alleen maar als algemene waarheid te leren hoe een mens rechtvaardig is voor God. Nee, het gaat er om dat ik rechtvaardig ben door te geloven dat de gerechtigheid van Jezus Christus mijn gerechtigheid is. Wanneer deze bevindehjke laag van het geloof van meet af aan mee doet, dan begrijp ik ook waarom er in de Catechismus zo vaak ruimte is voor gevoelens. Dat kunnen gevoelens zijn die te maken hebben met de strijd van het geloof, zoals in vraag en antwoord 44, waarin mijn aanvechtingen aan de orde komen. Maar het kunnen ook gevoelens zijn waarin iets van de toekomstige vreugde aanwezig is, zoals in vraag en antwoord 58, waarin het gaat over het gevoelen van de eeuwige vreugde. Zo zouden veel andere voorbeelden genoemd kunnen worden. Wat deze gevoelens betreft heeft de Heidelbergse Catechismus iets van de Psalmen, waarin ook over de hoogten en de diepten van mijn geloofsbeleving wordt gezongen. Droefheid over je zonden, bhjdschap over Gods genade, hoop op Gods toekomst en hefde voor God en de naaste. Deze gevoelens in ée Heidelbergse Catechismus zijn dus nooit waardevrij. Het gaat nergens om wat we nu zouden noemen een 'ervaringstheologie'. Ze worden genormeerd door het geloof en het geloof weer door het Woord. Bekend en toch telkens nieuw is de vraag van Kohlbrugge: 'Hoe lang hebt gij over de eerste vraag en het eerste antwoord van den Catecliismus te leeren? ' Antw. 'Mijn geheele leven lang.' (Vragen en Antwoorden, 11).

Een troost - boek

Zoals het persoonhjke een toespitsing krijgt in het bevindelijke, zo krijgt het bevindehjke nog eens een extra toespitsing in de troost. De Catechismus is bij uitstek een boek vol troost. Vraag en antwoord 1 over de enige troost is de dragende grond voor alle vragen en antwoorden. Daarom is het niet verwonderiijk dat telkens weer over de troost van een christen gesproken wordt. Bijvoorbeeld in vraag en antwoord 44: 'Waarom volgt daarop: nedergedaald ter helle? ' Antw. 'Opdat ik in mijn hevigste aanvechtingen verzekerd en volkomen getroost moge zijn.' En ook in vraag en antwoord 58: 'Welke troost biedt u het artikel over het eeuwige leven? ' Antw. 'Terwijl ik reeds nu in mijn hart het begin van de eeuwige vreugde gevoel, zal ik na dit leven de volkomen zahgheid bezitten.'

Ik citeer uit mijn boek over de Heidelbergse Catechismus (1996): 'Het troostmotief dat in vraag en antwoord 1 zo schitterend wordt ingevuld vanuit het behoren bij Jezus Christus, moet verstaan worden in het kader van aanvechtingen van de christen, en wel in dubbele zin. Allereerst in de zin van de innerlijke geloofsstrijd tegen de duivel en zijn macht. In die strijd en in die aanvechting mag Gods kind zich troosten met het geloof datjezus uit alle heerschappij van de duivel verlost. Maar er is ook de aanvechting die van buitenaf op de gelovige afkomt, als de vervolging om Jezus' wil een feit is. Te midden van de brandstapels en de schavotten mag de vervolgde christen zich troosten met het geloof dat er geen haar van het hoofd zal vallen zonder de wil van de hemelse Vader en met het vertrouwen dat alle ding tot zijn zahgheid moet dienen. Over deze troost kunnen we lezen boven de deur van de Grote Kerk te Emden: 'Godts Kerck, vervolgt, verdreven, Heft Godt hyer troost gegeven.' (p. 20 en 21)

Tenslotte

In deze zes artikelen stonden we stil bij enkele bijzonderheden in de totstandkoming en de inhoud van de Heidelbergse Catechismus. We kunnen niet anders concluderen dan dat de Engelse afgevaardigden op de Dordtse Synode I6I8-I619 gehjk hadden toen ze zeiden: 'Onze broeders op het vasteland hebben een leerboekje, waarvan het gewicht met geen tonnen goud te betalen is.' Wat een wijsheid heeft Ursinus ontvangen om zo'n leerboek te schrijven. Zeker, de Heidelbergse Catechismus is niet vohnaakt. Dat merk je bijvoorbeeld aan het feit dat hij duidelijk de kenmerken draagt van de tijd waarin hij is ontstaan. In onze tijd spelen weer andere thema's mee, b.v. de verhouding kerk en Israël, en ethische kwesties, zoals relaties in en buiten het huwehjk enz. enz. Maar dat neemt niet weg dat ook wij in de Heidelbergse Catechismus een gezonde leidraad voor ons geloof ontvangen hebben. Helaas geldt ook van de Heidelberger: veel geprezen, maar weinig echt gelezen, laat staan geleerd. We kunnen niet zeggen: dat komt door het verouderd taalgebruik, want nog dit jaar (1998) is er bij uitgeverij Boekencentrum te Zoetermeer (opnieuw) een uitgave verschenen in gangbaar Nederlands. De Duitse theoloog R. Bohren zegt dat hij persoonhjk heeft ervaren dat het leren van de Heidelbergse Catechismus een medicijn is tegen depressie (in zijn boek In der Tiefe der Zisterne, 1990).

Ik eindig met de raadgeving van Kohlbrugge op zijn sterfbed: 'De Heidelberger, de eenvoudige Heidelberger, kinderen houdt daar aan vast.'

Waddinxveen

W. Verboom

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1998

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's

De Heidelbergse Catechismus (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1998

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's