Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere Jezus is God op aarde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere Jezus is God op aarde

6 minuten leestijd

Kleine kroniek

%t korte zinnetje dat hoven deze Kroniek staat, is een samenvattende aanduiding van wat de christelijke kerk door de eeuwen heen heeft geloofd aangaande Christus. Jezus van Nazareth is voluit mens, maar tegelijkertijd voluit God en zo is Hij Immanuël, God met ons.

Prof. dr H.M. Kuitert heeft deze overtuiging bestreden in zijn onlangs verschenen boekjezus, nalatenschap van het christendom. Volgens hem is Jezus niet anders dan een heel bijzondere joodse rabbi die pas in de latere christelijke traditie is „opgehemeld" tot goddelijk niveau. Terecht is van vele kanten met verontwaardiging en afwijzing op dit boek gereageerd. Inmiddels verscheen van de hand van prof. dr A. van de Beek uitleiden het boekjezus Kurios, Christologie als hart van de theologie. In dit boek wordt juist wél en voluit beleden datjezus Christus God is. Ik geef hier de weergave op hoofdlijnen door zoals door dr G. W. Marchal gegeven in het Centraal Weekblad.

„Op allerlei wijzen is en wordt geprobeerd dit wonderUjke verhaal aantrekkelijk(er) te maken, zodat het in onze schema's past. Maar dan zijn we verloren, want we kunnen onszelf niet uit het moeras omhoog trekken. Er gebeuren op deze wereld verschrikkehjke dingen. Ook morgen wordt het niet beter. En al zou dat zo zijn, dan is gisteren daarmee niet goed gemaakt. Redding, hoop is er alleen als God zelf ons bestaan deeU en draagt. Dat doet Hij in Jezus, die de Heer, de Kurios is. Zo spreekt en schrijft Van de Beek over God. Hij begint met de christologie, die het hart van de theologie is. Het resultaat is (opnieuw) een indrukwekkend en zelfs aangrijpend boek. Op de omslag y^n Jezus Kurios staat een tekening die ergens in Rome in steen is gekrast: een ezel, die aan het kruis is gehangen. 'Alexamenos aanbidt zijn God' staat erbij geschreven. Van de tekenaar weten we niets, van Alexamenos evenmin en ook niet of het gaat om een karikatuur, een spotprent van Christus. Van de Beek schrijft: „Deze krassen zonder enige kunstzinnige waarde zijn voor mij het symbool voor Gods aanwezig- heid in de wereld. Het is nooit helemaal duidelijk of het wel over Hem gaat. En als het over Hem gaat, is Hij bespotteüjk. Hij is een zwakke God die zich aan het kruis laat doden. Dat is geen God, maar een ezel. En wie Hem aanbidt, is Hem ge- Hjk. Die dwaasheid is de verkondiging van de christehjke gemeente."

De auteur gaat grondig in de leer bij de oude kerk. Hij probeert de discussies te verstaan over de christologie, nauw verweven met die over de triniteit. Hij kan zich van harte vinden in de dogma's van de eerste eeuwen en heeft daar redenen voor „Dieper en grondiger dan het toen is uitgevochten, kan het niet." (blz. l6)

Om in deze veelheid van stemmen en andere geluiden de weg te vinden, zoekt Van de Beek naar kernpunten en grondhjnen die als oriëntatie dienen. Via de strijd tussen Antiochenen en Alexandrijnen (vijfde eeuw) belandt hij bij Nicea (325) en Chalcedon (451). Veelzeggend is het feit dat er verschillende versies in omloop zijn naar aanleiding van de besluitvorming in Chalcedon (met de trefwoorden: onvermengd, onveranderd, ongedeeld, ongescheiden). De traditionele Latijnse versie geeft: „de ware God, de ware mens". Het Grieks heeft evenwel: „waarachtig God en waarachtig mens".

Van de Beek voelt zich thuis in de Griekse versie, die ook het nauwst verwant is met het belijden vanaf het begin. Van stonde af aan „heeft de kerk beleden dat in Jezus God zelf gekomen is. De populaire idee dat de gewone mensjezus van Nazareth in een proces van enkele eeuwen geleidehjk aan gehelleniseerd is tot God, met het concilie van Chalcedon als eindpunt, is onzin." (blz. 91)

Deze dwaasheid van het evangehe is zo groot dat er steeds weer pogingen zijn en worden ondernomen „of het ook ietsje minder kon". Daarbij zijn drie varianten te onderscheiden: „Jezus is wel presentie van God, maar maakt zijn handen niet vuil aan het aardse bestaan; Jezus is echt mens, geïnspireerd, maar geen God; of Jezus is

een soort tussenwezen tussen God en mens." (blz. 92) De ergernis raakt dan uit het evangehe, maar ook de kracht, de muziek. Vooral in het Westen gooit Arius (opnieuw!) hoge ogen, maar Van de Beek is bondgenoot van Athanasius. „Alleen omdat God mens werd, is de wereld gered." (blz. 102)

Trinitarisch

In het tweede hoofdstuk gaat Van de Beek nog verder terug naar de bronnen. Hij beperkt zich tot de teksten van het Nieuwe Testament. Eerbiedig en zorgvuldig klopt hij - met het beeld van Luther - op de deur van de teksten. De God die ons hier en nu wil aanspreken door Zijn Geest, is dezelfde die ook de woorden van de Schrift (en) doorademt. Daarom vat ik de tegensteUing niet die er zou zijn tussen de aanspraak van God en de sprake van de Schrift (blz. 107), te meer omdat Van de Beek elders schrijft dat het geloof ontvonkt aan de teksten die zich aan ons opdringen, zodat we er niet los van kunnen komen."

„Uit het hele mozaïek van het Nieuwe Testament bhjkt dat we Jezus met God moeten vereenzelvigen. In dit verband past ook het wonderhjke feit datjezus aanbeden wordt. Desondanks is er geen sprake van dytheïsme, een tweeheid van God. „Het Nieuwe Testament geeft een trinitarisch godsbeeld, waarbij de Zoon volledige presentie van de Vader is en de Geest volledige presentie van de Zoon is en daarmee dus evenzeer vandeVader."(blz. 121)"

„Kwetsbaar

Van de Beek is een theoloog met een scherp verstand en een warm kloppend hart. Hij laat de lezer zowel in het ene als in het andere delen. Hij schrijft als een geraakte, als iemand die existentieel bij de zaak betrokken is. Daarbij aarzeh hij niet om zijn eigen angsten en aanvechtingen te verwoorden. Van de Beek is iemand - één van de weinigen in theologenland? - die het leed.

de chaos, de verbijstering in het leven volstrekt serieus neemt. Op verschillende bladzijden komt hij zelf naar voren als een bijzonder kwetsbaar mens, een vreemdeüng (blz. 218-219), een pessimist (blz. 250), die alleen door het „bezopen verhaal" (blz. 176) dat evangelie heet, staande wordt gehouden en daardoor bij tijd en wijle ook dronken is van vreugde."

Met dankbaarheid heb ik van deze studie van Van de Beek kennis genomen. Dat betekent niet dat er niet ook een aantal indringende kritische vragen aan hem te stellen zijn. Maar zijn met veel kennis van zaken geschreven boek biedt een goed tegenwicht tegenover de beschouwingen van Kuitert en bovendien helpt het ons om het wonder van de vleeswording van het Woord scherp in het oog te vatten.

Veenendaal

J. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1999

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's

De Heere Jezus is God op aarde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1999

Gereformeerd Weekblad | 32 Pagina's