Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met Christus gekruist en met Hem opgestaan... (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met Christus gekruist en met Hem opgestaan... (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geestelijk leven

b. Met Christus gekruist /gestonen / begraven:

e Catechismus stelt in Zondag 33 dat de waarachtige bekering bestaat in de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Hierbij wordt verwezen naar de droefheid over de zonde en de hartehjke vreugde in God en de lust en liefde om naar Zijn wil te leven.

Het afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens heeft hier ook alles te maken met Christus' dood en opstanding. De betekenis van de genoemde heilsfeiten brengen in het leven van Gods kind immers het sterven van de oude mens ('mortificatio') en het opstaan van de nieuwe mens Cvivijicatio') mee. 'In' en 'door' en 'met' Christus, dankzij Zijn verzoenend hjden en sterven. Antw. 43 van de H. Cat. luidt dan ook dat door Christus' kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven wordt.

Richten we eerst onze aandacht op de verbinding van het sterven van Christus (heilsfeit) met de afsterving van de oude mens (in de heilsorde). Kohlbrugge heeft vooral gewezen op Golgotha, waar het gebeurd is. Zijn bekering lag immers op Golgotha: 'Ik stierfin Hem en met Hem in Zijn dood, toen Hij de toorn Gods droeg en mijn eeuwige dood stierf, die de heilige wet over mij met het volste recht had uitgeroepen.' Op Golgotha is volgens Kohlbrugge ten diepste onze oude mens gevonnist.

Dat zal echter nog wel beslag moeten krijgen in het leven zelf. Golgotha moet immers een levende werkehjkheid zijn geworden in ons leven. We moeten immers daadwerkeUjk in ons leven aan een eind komen, c.q. zijn gekomen, met onszelf, met ons zondebestaan e.d. Denk aan Paulus. Heilshistorisch gezien heeft zijn oude mens op Golgotha reeds de doodssteek ontvangen. Is zijn oude mens op Golgotha gekruisigd. Maar dat moest heilsordehjk voor hem nog wel waarheid worden. Dankzij het toepassend werk van de Geest is dat bij hem ook werkelijkheid geworden: op de weg naar Damascus. Toen weerlichtte Golgotha in zijn leven. En vanaf dat moment kon hij uitroepen: 'Ik ben met Christus gekruist' (Gal. 2:20).

Gal. 2 : 20:

In deze tekst uit de brief aan de Galaten legt Paulus een direct verband tussen de dood van Christus aan het kruis en zijn eigen 'kruisiging'. Zijn kruisiging aan zijn eigen ik, aan de wereld, aan het vlees, aan de wet. In hfdst. 4 noemt hij dat de 'zwakke en armelijke beginselen.' Het wordt allemaal medegekruisigd. Luther noemt dit de 'grootste medekruisiging waardoor zonde, duivelen dood in Christus aan het kruis genageld worden. ' Hij schrijft zo treffend dat de gelovige, door het geloof, met Christus aan het kruis genageld is, zodat voor hem de verschrikkehjke vijanden als zonde, duivel en dood 'dood en gekruisigd zijn'.

Rom. 6: 5-6:

In Rom. 6 : 6 lezen we bij Paulus ongeveer dezelfde woorden als in Gal. 2: 'Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is.' De apostel legt in vers 5 nog eens heel duideUjk de verbinding tussen de (üchameüjke, oftewel natimrüjke) dood van Christus op Golgotha en de (geestehjke) dood van de gelovige uit: 'Want indien wij met Hem één plant zijn geworden in de gelijkmaking van Zijn dood, zo zullen wij het ook zijn in de geüjkmaking van Zijn opstanding.' Een duidehjke analogie met het sterven en opstaan van Christus waarmee wij verbonden zijn en worden (A.EN. Lekkerkerker). Zonder dat we dat overigens zouden moeten of kunnen overdoen.

Calvijn verbindt de natuurhjke dood van Christus ook met de geestehjke dood van de gelovige, hoewel hij ze ook bhjft onderscheiden: 'Gelijk Christus de dood gestorven is in het vlees, dat

Hij van ons genomen had, zo sterven wij in onszelf...' Ei] noemt dat ook het afsterven van ons vlees. Oftewel van de oude mens.

Hij wijst er dan op dat die oude mens aan het kruis van Christus gehecht is, teneinde door Zijn kracht gedood te worden. Zo openbaart de werkzame kracht van de dood van Christus zich in het afsterven van het vlees. Zo komt onze doding, volgens Calvijn, nergens anders uit voort dan uit de gemeenschap aan Christus' dood. Aldus is de gelovige met Christus aan de zonde gestorven. Heeft hij de oude mens uitgedaan met zijn werken. 'Wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het hchaam der zonde teniet gedaan worde.'

Zo zijn de gelovigen, volgens Rom. 6, één plant geworden met Christus. Hebben zij door het ware geloof gemeenschap aan de dood en aan de opstanding van Christus. Hellenbroek spreekt hier zelfs over de samensmelting van Christus en Zijn volk. Gods kind sterft geestehjk de dood. En wordt opgewekt uit zijn geestehjke doodsstaat.

Fil. 3 : 10:

Belangrijk voor ons onderwerp is ook Fil. 3 : 10: 'Opdat ik Hem kenne, en de kracht van Zijn opstanding, en de gemeenschap aan Zijn hjden. Zijn dood gehjkvormig wordende.' We kunnen ons afvragen wat de apostel hier precies bedoelt met de gemeenschap aan het hjden van Christus en de gehjkvormigheid aan Zijn dood? Dat is in ieder geval niet de geUjkheid aan Christus' dood en kruishjden, zoals dat volgens de legende bij Franciscus van Assisi zou hebben plaatsgevonden.

Gehjkvormigheid wijst er echter wel op dat er overeenkomst is. Is die overeenkomst dan aUeen het hjden dat de christen overkomt omwille van de Naam? Of is het meer? Volgens Greijdanus bedoelt de apostel ook de uitwerking van het hjden van Christus, zoals dat in de gelovigen de zonde doodt, en hen aan de zonde doet sterven. Dus de doding van de oude mens.

Calvijn wijst in dit verband de christen erop zijn ganse leven de dood van Christus geUjl< vormig te worden. Hoe dan? Inwendig door de doding van het vlees, oftewel de kruisiging van de oude mens. En uitwendig door het kruis te verdragen. In alle ellende metgezellen van het kruis van Christus. Zoals Paulus bijv aan de Corinthiërs schrijft: 'Altijd de doding van de Heere Jezus in het Uchaam omdragende, opdat ook het leven van JEZUS in ons Uchaam zou geopenbaard worden.'

Catechismus:

De Catechismus antwoordt in Zondag 16 op de vraag naar het nut uit de offerande en de dood van Christus aan het kruis dat 'door Zijn kracht onze oude mens met Hem gekruisigd, gedood en begraven wordt, opdat de boze lusten van het vlees in ons niet meer regeren, maar dat wij onszelf Hem tot een offerande der dankbaarheid offeren.' Van Shedregt merkt in dit verband zo treffend op dat kruis, dood en graf van Christus zijn afdruk krijgen in ons leven. Onze oude mens moet worden meegenomen naar het kruis en het graf van Christus. Zodat de boze lusten van het vlees niet meer in ons regeren. 'Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn', zo houdt Paulus de gemeente van Kolosse, maar ook ons, voor In Rom. 8 roept hij het ons toe de werkingen van het lichaam te doden. Om in een nieuw, godzaüg leven te wandelen. Luther spreekt ergens zeffs over het 'verdrinken van zijn oude Adam.' Helaas is dat echter niet zo eenvoudig, want die oude Adam kan zwemmen. En iedere keer weer probeert hij boven te komen. Zo büjft er, ook na de kruisiging van onze oude mens, toch nog de strijd van de geest tegen het vlees.

Behalve het Ujden en sterven van Christus heeft ook het heilshistorisch feit van Zijn begrafenis heilsordehjke betekenis. De H. Cat. wijst erop dat door Christus' kracht onze oude mens met Hem begraven wordt. Dat betekent dat de Heere Jezus ten diepste al de Zijnen heeft meegenomen in Zijn graf. Zo werd Zijn graf tegehjkertijd het graf voor heel zijn geestehjke famihe. Hun oude mens bijgezet in Christus' graf.

'Zijnde met Hem begraven in de doop, in welke gij ook met Hem opgewekt zijt, door het geloof der werking Gods, die Hem uit de doden opgewekt heeft.' (Col. 2) Symboüsch wordt dat begraven met Christus op indrukwekkende wijze in de doop afgebeeld. Calvijn tekent er zo terecht bij aan dat we door het geloof ontvangen wat ons in de doop aangeboden wordt. Door de kracht Gods die zich in Christus vertoond heeft.

Schoonhoven

H. Liefting

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 maart 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Met Christus gekruist en met Hem opgestaan... (II)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 maart 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's