Opwas in de genade, ofwel groeien in het geloof (2)
GELOOFSLEVEN
Wat gebruikt u?
"och vraagt ook het woordje "melk" in de brieven om nadere uitleg. Soms wordt het óók in afkeurende zin gebruikt, evenals het woord "kinderkens", waarvan we eerder hoorden. Het verband waarin de woorden staan is dan ook belangrijk. Wij moeten de Bijbel met zorg lezen. Onderzoeken en oog hebben voor de context en voor de details. Wat hebben we daarin nodig de leiding van de Auteur Zelf, de Heiüge Geest. Zo-wordt melk weleens gebruikt als tegensteUing tot vaste spijs. Bijvoorbeeld in I Korinthe 3, waar Paulus de reden noemt, waarom hij de gemeente niet met vaste spijs, maar met melk gevoed heeft. Het is omdat zij nog in de kinderschoenen staan.
Is dat niet beschamend, als de gemeente afhaakt bij een prediking, die enige inspanning en meedenken vereist? Moet een predikant er zijn oren naar laten hangen en de "moeihjker gedeelten" van de Bijbel voortaan maar gesloten houden? Wat dat betreft is de consumptiegeest ook de kerken niet voorbijgegaan. Getuigt het van werkeüjke behoefte en geloofsleven wanneer wij er nog maar een heel dunne Bijbel op na houden? Alleen de geschiedenissen lezen en daaruit soms nog een selectie? Of alleen uit de Psalmen en evangehën lezen? Van zo'n insteUing deugt natuurüjk niets.
Bij Petrus heeft het woordje "melk" deze lading niet. Het is bij hem slechts een beeld, om duideüjk te maken, dat het van God aangewezen voedsel voor een bekeerde het Woord is. En dan op dezelfde wijze, zoals voor een pasgeborene de moedermelk het natuurüjke voedsel is. Dezelfde moeder, die het kind ter wereld bracht, voedt het nu verder met haar eigen levenskracht. Kijk, hetzelfde geldt van Gods Woord. Het bracht, in de hand van de Heilige Geest, niet alleen kinderen voort, maar het is tegelijk ook de bron waardoor Hij het leven in stand houdt en doet opgroeien. Dat Woord voedt met de geestelijke dingen. Middelpunt daarvan is toch de verheerlijkte Immanuël, de Fontein van alle hemelse gaven? Om Hem gaat het ons toch? Hij, Die ons de Toegang geeft tot de Vader en alle schatten en rijkdommen van het genadeverbond?
Hoe behoeftig bent u...? Nieuwgeboren kinderkens zijn zeer begerig naar het eten en drinken, dat het Woord ons biedt.
Het zal zeker waar zijn! Geestehjk leven openbaart zich in behoeften. Waar geen behoeften zijn, daar heerst de dood.
Opmerkeüjk evenwel is, dat de apostel hier niet slechts het feit van de behoefte constateert. Nee, hij wekt tot de begeerte op als tot een daad. Hij vermaant: "zijt zeer begerig". Begeerte is dus niet alleen een gave van God, maar ook Zijn bevel. Evenals hefde gave én opgave tegeüjk is. Hetzelfde kan gezegd worden van het geloof. In zijn tweede zendbrief schrijft Petrus: "Maar wast op in de genade en kennis van onze Heere en ZaHgmaker Jezus Christus..."
Hoe geef je dat gestalte in je geloofsleven? Door dit gebod te maken tot je persoonhjke gebed. Door er mee tot de Heere terug te gaan. Door veel de omgang met Hem te oefenen. Kortom: door Woordonderzoek en gebed. In dat opzicht is ook stille tijd niet onbelangrijk. Juist temidden van de jacht en de gejaagdheid van onze samenleving. En toch... Wanneer het geloofsleven almaar op een laag pitje bUjft staan? Je hebt het gevoel niet te vorderen?
Ja, dan kunnen daar heel aanwijsbare en verklaarbare oorzaken voor zijn. In zijn zendbrief heeft Petrus er met nadruk op gewezen dat wij pas eerst kunnen opwassen in de genade, groeien in het geloof, door radikaal korte metten te maken met alle zonden, die de groei "verzieken". Die ruïnerend werken. De apostel noemt "bedrog, geveinsdheid, nijdigheid en roddel." Zonden, die vaak stilzwijgend getolereerd worden. Hoe velen beseffen nog maar nauwehjks dat we hier met heel concrete zonden van doen hebben? Maar Petrus schrijft ons, dat wie er zich voor geeft en zich er mee inlaat er de klok op geUjk kan zetten, dat het zijn geesteüjke ontwikkeUng zéker schaden zal! We deden door Gods genade de oude mens uit, zo schrijft Paulus in Efeze 4: 22-24 en in Kolossenzen 3:9-11. En dan trekt hij de terechte conclusie: als dat waar is, dan kunnen wij toch ónmogeÜjk voort gaan met zijn daden.
Iemand gaf het volgende voorbeeld: "Een gifbeft graven we af. Vergif mijden we. Laten we hetzelfde doen met leugens en bedrog."
Nog meer groeiremmers
Een andere reden voor groeistagnatie kan zijn het terugvallen van Gods kind in de werken van de wet.
Een gelovige staat niet onder de Wet, maar onder de genade. We zijn door het geloof van Jezus verlost van de eis en de vloek der wet. Wat doet de wet eigenUjk? De wet verteft mij dat ik een zondaar ben, op wie de vloek en de toorn van de beledigde God rusten. Nooit zal de wet middel tot zaligheid zijn. Zonder enige barmhartigheid toornt zij tegen de zondaar, die niet aan haar eis kan voldoen. MedeUjden kent de wet niet. De wet vraagt ook nooft of ik haar eis wel kan volbrengen. Daarom is het leven onder de wet zo zwaar. Nooit is mijn werk af. Gevolg? Vrees, angst en zelfveroordeüng. Wie onder de wet is leeft als een slaaf, maar wie onder de genade is leeft als een kind. Toch kunnen vele kinderen van God maar moeihjk los komen van de wet. Menigeen denkt dat hij/zij met behulp van Gods genade de wet moet houden. Weer een reden voor stagnatie van de groei. En een oorzaak van veel zelft'erwijt en zelfveroordeüng en dat hopeloze gevoel van tekortschieten. Maar God maakt zijn kind vrij van de wet. De gelovige staat niet meer onder de wet, maar onder de genade.
Er zijn nog wel meer "groeiremmers" te noemen. U zou ze zelf ook heel goed kunnen bedenken. Ik noem: het niet behjden van een bepaalde zonde of zonden. Meervoud. Het toegeven aan een verzoeking. Het tolereren van een kwaad. We noemde onkunde al. En laten we niet vergeten de twijfel (die ook vaak te maken heeft met wettische neigingen), waardoor we van verre büjven staan. Gebrek aan kinderlijke leergierigheid. Een "ingewikkeld" raken in de dingen van deze wereld en van deze tijd. Ik las ergens: "de reiziger, die langs de weg té veel wil genieten, komt nooit vooruit." Allemaal groeiremmers.
Kenmerk van geestelijke onvolwassenheid is ook, dat we te veel gespitst zijn op bijkomstigheden en te weinig doordringen tot de kern van de zaak. De centrale inhoud van het Evangelie, het kennen en voortgaan te kennen van de Heere Jezus Christus.
Groeistimulatoren
Hoe groeien we op? Door te leven bij de Bron en te drinken uit de Bron. Laten we diep van doordrongen zijn van wat de Heere heeft bereid. Welke bronnen en schatten van zegen, leven en hemelse kracht er voor en door het geloof te verkrijgen zijn.
Door de levende omgang met de Heere Christus hebben we de toegang tot alle oneindige rijkdommen van genade. Hoe vaster de boom in de grond staat, des te steviger zal zijn groei zijn. Zo is het ook met het geloof. Hoe meer het zijn wortels uitslaat in de genade, des te meer zullen we toenemen in de kennis van de genade en het volle profijt ervan hebben. We zullen opwassen in de genade, om haar te roemen. Iemand schreef: "Niet het arme wormenleven, dat sommigen voor rijk houden, maar een koninUijk leven voor een arme worm."
De gezonde gelovige, om de titel van een boekje van Thomas Shephard even te lenen, klemt zich vast aan God en aan Zijn beloften. Beloften, die hoog opgestapeld liggen in Zijn Woord. Andrew Murray noemt het: "de woning der genade". Voedt u met de woorden van God, het beste voedsel dat te verkrijgen is. Laten ze u tot eten en drinken zijn. En wees niet tevreden met het minimale, maar sta naar de maximale kennis van God: Vader, Zoon en Heihge Geest.
Samenvattend
Om op te wassen in de genade van de Heere Christus, is nodig, dat wij Hem kennen. Hem kennen, zoals Hij Zich heeft geopenbaard in Zijn Woord. Wij moeten met Hem omgaan in het gebed. Met Hem wandelen, zoals we lezen van Henoch en Noach. Al onze vragen en zorgen bij Hem brengen, zoals Abraham deed. Hem volgen in al Zijn wegen. Geen enkele zonde dulden, maar elke zonde brengen naar de troon der genade. Alleen door de genade overwinnen we de zonde in ons. Zo wassen we op tot zahgheid en heerhjkheid van God. Dat is het grote doel van de geloofsgroei, opdat God verheerhjkt wordt. Want alles moet uiüopen op de glorie en heerlijkheid van Zijn Naam. En als onze wasdom is voltooid wordt God op het hoogst verheerhjkt.
Nieuw-Lekkerland
J. Belder
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1999
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1999
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's