De kinderkruistocht
KLEINE KRONIEK
(^Tn het februarinummer van De Reformats^ torische School schrijft drs. C. Bregman over de kinderkruistocht en zet dan in met het bekende gedicht van Martinus Nijhoff
„Zij hadden een stem in het hcht vernomen: 'Laat de kinderen tot mij komen.' Daar gingen ze, zingende, hand in hand, Ernstig op weg naar het HeiHge Land, Dwalende zonder gids, zonder held. Als een zwerm witte bijen over het veld. In de armen van een der kinderen lag Een wolke-wit lam en een kruis met een vlag. De mensen gaven hun warme pap En brood en vruchten en melk in een nap. En kusten hen, wenend om het woord Dat de kinderen lachend hadden gehoord. Want iedereen büjven Gods woorden vreemd. Behalve hem die ze van God zelf verneemt. - Zij zijn bij de haven op schepen gegaan en sliepen op 't dek tegen elkander aan. De grootste der sterren schoof met hen mee En wees de stuurman de weg over zee. Soms schreide er één in zijn droom en riep Over het water totdat hij weer süep. Met een dunne hand vóór haar gezicht Dempte de maan de helft van haar hcht. Zij voeren voorbij de horizon Waar de dag in een hoek van de hemel begon. Toen stonden ze zingend voor-op het schip En zagen ze een wit huis op een khp. Wie alles verlaat vindt in vaders huis Dat vele woningen heeft, zijn thuis.
Het anker rinkelde en viel in zee. - Domine infantium libera me - Het hart van een kind is zo warm en los, - Pater infantium liberet vos - Zo buiten de wereld en roekeloos, - Domine infantium libera nos - Dat ze gingen en zelfs geen afscheid namen. Libera nos a malo. Amen. - "
„Domine infantium libera me" wil zeggen: „o Heere van de kinderen, verlos mif'. „Pater infantium liberet vos" wil zeggen: „de Vader van de kinderen moge jullie bevrijden" en „Domine infantium libera nos": „o Heere van de kinderen, bevrijd ons", „libera nos a malo" betekent: „verlos ons van het kwade (of de boze)". Bregman geeft hierbij het volgende commentaar, dat in eerste instantie gericht is aan het adres van onderwijzend personeel, maar ook voor ons interressant om te lezen:
„We kennen de kinderkruistocht als één van de meest dwaze en onverantwoordehjke acties door volwassenen jegens kinderen ondernomen. Het is voor onze begrippen te gek voor woorden om weerloze kinderen te laten doen wat de volwassenen niet lukt en hen op deze manier aan een zekere ondergang prijs te geven Maar vele rehgieuze middeleeuwers dachten anders dan wij. Zij redeneerden kenneUjk zo „fundamentahstisch" dat ze op grond van enkele teksten uit de bijbel aannamen, dat aan kinderen gegeven zal worden wat volwassenen in hun waanwijsheid wordt onthouden. En daardoor trokken duizenden kinderen uit West-Europa argeloos richting Jeruzalem, zonder daar overigens ooit te komen.
Het hjkt me toe, dat de collega's op de basisschool en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs het verschijnsel van de kruistochten het beste kunnen behandelen aan de hand van juist déze kruistocht door kinderen ondernomen. Ooit las ik in mijn jeugd een kinderboek - de titel ben ik helaas vergeten - dat over deze kruistocht ging. Daarin kwam het fatale van de onderneming duidehjk uit. Ik herinner me uit dit boek, dat de hoofdpersoon tenslotte belandde op de slavenmarkt van Alexandrië. En dan is er natuurÜjk de onvolprezen jeugdroman „Kruistocht in spijkerbroek" van Thea Beekman, waarin het debacle van de onderneming eveneens schrijnend wordt aangetoond. Bij onze lessen over deze thematiek kunnen we moeiüjk om dit prachtige verhaal heen, üjkt me.
Maar als we dan toch gebruik maken van niethistorische bronnen, vergeet dan ook „De kinderkruistocht" van Nijhoff niet! De dichter pakt het heel anders aan dan wat de genoemde boeken over deze kruistocht te zeggen hebben. Het lijkt me toe, dat Nijhoff zich voor een moment onvoorwaardehjk aan het middeleeuwse denken heeft overgegeven. Hij verplaatst zich daarbij niet zozeer in de ouderen, die al of niet met goede bedoeUngen tot deze kinderkruistocht hebben opgeroepen, maar vooral in de kinderen. Hij steh zich voor hoe zij het appèl dat op hen gericht werd, hebben gehoord en verwerkt.
Als Nijhoff over kinderen schrijft, komt vrijwel automatisch de sfeer terug waarin hijzelf als kind van zijn moeder de aloude verhalen over God uit de bijbel hoorde. Zijn moeder wist hem zo kinderÜjk-eenvoudig te vertellen van God Die alles maakte. Als kind geloofde Nijhoff wat moeder hem vertelde. Hij is het ook nooit vergeten.
Maar dat kinderhjke geloof is de dichter nu wél kwijt. In zijn beste momenten verlangt hij echter wel terug naar dat kinderhjke geloofsleven, dat gevuld was met een onbeperkt vertrouwen in God Die altijd zou helpen. Ik stel me voor dat hij op zo'n moment dit gedicht „De kinderkruistocht" schreef als een uiting van verlangen naar dat on bevangen en diep-gelovig kind-zijn. De kinderen horen een stem, en ze gaan zingend op weg. Een gids hebben ze niet nodig, want God Zeff is hun Leidsman. Zij maken hun reis over land en over zee. Als zij tenslotte weer land bereiken, menen zij dat het einddoel bereikt is. De volwassenen wenen om hen, weUicht niet of niet alleen omdat zij beseffen dat deze kinderen hun ondergang tegemoet reizen, maar vooral omdat zij dat sterke kinderhjke geloof missen.
Misschien herkent Nijhoff zich in hen en weent hij mét hen omdat voor volwassen mensen Gods woorden zo vaak vreemd bhjven. Maar de kinderen hebben die woorden van God wel vernomen. Zij hebben er ook radicaal gehoor aan gegeven. En daarom vinden zij in Vaders huis met zijn vele woningen hun thuis. De dichter schreeuwt zijn volwassen vertwijfeüng uit: Heer' van de kinderen, bevrijd me! Maak me als één van deze kleinen, die zo groot zijn in geloof. Maar hij weet als volwassene ook van de gevaren die dreigen: Vader van de kinderen, bevrijd hen! Bevrijd ons allen, bevrijd ons, verlos ons van de boze, het boze. Want er zijn machten die het kinderhjk geloof willen dooddrukken of dat al hebben gedaan.
Zo loopt dit gedicht, dat - mede ondersteund door de eenvoudige versvorm - zo naïef en kmderhjk inzette, uit op een roepen tot God uit de diepte van het menseüjk bestaan! Nijhoff lezen betekent altijd méér lezen dan er staat. Een gedicht om niet snel te vergeten!"
Indrukwekkend is altijd weer de zeggingskracht van begaafde dichters. Fijn dat er mensen zijn zoals Bregman die met enkele woorden ons kunnen helpen om de diepere zin van zulke gedichten meer te verstaan.
Veenendaal
J. Hoek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 2000
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 2000
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's