Ben ik het, Heere?
MEDITATIE
"En toen zij aten, zeide Jezus: Voorwaar, Ik zegu, dat een van u Mij zal verraden. En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een ieder van hen tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? (....) En Judas, die Hem verried, antwoordde en zeide: Ben ik het. Rabbi? " Matth.26:21, 22en25a
'e hebben een aangrijpend bijbelgedeelte voor ons. Er is sprake van verraad. Een afschuwelijke zaak. In de oorlog zijn velen verraden. Joden die ondergedoken zaten en als gevolg van verraad zijn weggeleid naar één van de vernietigingskampen. Verzetsmensen die werden opgepakt omdat er een verrader in het spel was. Dat kon een onbekende verrader zijn. Maar het is ook voorgekomen dat iemand uit de eigen omgeving verraad pleegde. Nu, dat is ook de Heere Jezus overkomen. Reken maar dat het als een bom is ingeslagen toen Jezus over een verrader begon. Het was juist zo'n vredig moment. Samen met Zijn discipelen zat Hij aan de paasmaaltijd. Een intiem gebeuren. Als een geesteUjke familie waren ze bij elkaar, zonder vreemden. Matthéüs schrijft in vers 20 nadrukkeUjk dat Hij aanzat "met de twaalven". Maar opeens heeft Jezus de stemming ruw verstoord met de woorden: "Voorwaar, Ik zeg u, dat één van u Mij verraden zal." Eén van ü... Dus iemand uit de eigen kring. Dit heeft een geweldige schok gegeven. Dat kunnen we duideUjk merken aan de reactie van de discipelen.
Het is om te huiveren dat Judas zover heeft kunnen komen. Voor een bedrag van dertig zilveren penningen is hij het inmiddels eens geworden met de overpriesters. De prijs van een slaaf! Een aantal jaren heeft Judas in de directe omgeving van Jezus geleefd. Hij heeft Zijn onderwijs gehoord en Zijn wonderen gezien. En dan dft verraad... Hoe heeft het kunnen gebeuren? Dat is en bhjft iets raadselachtigs. We stuiten hier op diepten die voor ons ondoorgrondehjk zijn. In de andere evangehën staat dat de satan in Judas voer Deze discipel is inderdaad in bezit genomen door Gods grote tegenstander. Satan heeft met succes zijn pijlen op Judas afgevuurd, met name de pijl van de geldzucht. Maar dat neemt niet weg dat Judas wel verantwoordeUjk was voor zijn verraad. Hij was niet werkehjk een discipel van Christus. Iemand schrijft: "Doordat Judas zichzelf niet aan Jezus uitleverde, kon hij Jezus uiüe- veren" (n.l. aan de overpriesters). Judas wilde zijn leven niet verliezen aan Christus. En dat is ook zijn eigen keus geweest. Ik besef dat hier vragen liggen die voor ons niet doorzichtig te maken zijn. Judas heeft een eigen plaats ingenomen in het plan, in de raad van God. Ergens moest het gaan zoals het is gegaan. Maar dat betekende geen opheffing van Judas' verantwoordelijkheid. Laten we niet vergeten datjezus ook deze discipel met grote bewogenheid genodigd heeft. Zelfs bij de gevangenneming spreekt Hij hem nog aan met "vriend" (vs. 50). Zou dat geen laatste uitgestoken hand van Christus zijn geweest? Maar Judas weigerde...
We gaan weer terug naar de eetzaal. Behalve voor de discipelen is het ook voor Jezus Zelf een aangrijpend moment. Volgens Johannes wordt Hij "ontroerd in de geest". Hij is geëmotioneerd als Hij het verraad aankondigt. Wat moet het een extra Ujden voor Hem zijn dat Zijn verrader één van de twaalven is. Zoals het in de oorlog een heel verschil maakte of je verraden werd door een volslagen onbekende of door iemand met wie je samen in het verzet zat en die je dacht te kunnen vertrouwen. Jezus' Ujden is er door verzwaard. Overigens was het wel voorzegd in Psalm 41: "Zelfs hij, op wien ik voormaals heb vertrouwd, mijn vree- en disgenoot, verhief zijn hiel en sloeg mij fier en stout, terwijl hij at mijn brood" (vers 5 berijmd). Het is de evangelist Johannes die in dit verband op het feit van de SchriftvervuUing wijst (13 : 18).
Nu letten we vooral op de reactie van de discipelen. Om te beginnen worden ze bedroefd. Zeer bedroefd zelfs. Ze worden dus niet boos. Ze reageren niet geprikkeld of geërgerd door te zeggen: "Wij U verraden...? Hoe komt U erbij! Dat zal óns nooit overkomen!" Ze buigen voor Jezus' woorden. BUjkbaar voelen ze aan dat het hun Meester ernst is. Wat zal er een verdriet in Zijn stem hebben geklonken. Bovendien valt het op dat ze niet naar elkaar kijken maar naar zichzelf. Matthéüs schrijft dat een ieder (!) van hen tot Jezus begon te zeggen: "Ben ik het, Heere? " Het klinkt geschokt. Eigenhjk staat er: "Ik ben het toch niet, Heere? " De discipelen verwachten een ontkennend antwoord omdat ze zich bijna niet kunnen voorstellen dat zij hun Meester zo laag zullen behandelen. Maar tegelijk achten ze zichzelf ook niet te goed om Hem te verraden. En weet u - daar is niemand te goed voor. Ook u en ik niet. Wij verheffen ons toch niet boven Judas? Juist deze geschiedenis spoort ons aan tot zelfonderzoek of we werkelijk in het geloof zijn of niet (vgl. 2 Kor. 13: 5). De persoon van Judas laat ons zien dat we dichtbij Jezus kunnen leven zonder de geloofsband met Hem te kennen. Aangrijpend, vindt u niet?
Schrikken we hiervan? Dat is op zichzelf niet erg. Het is juist heilzaam om eens óp te schrikken. Het evangeüe brengt niet alleen rust in een mensenleven maar kan ook onrust veroorzaken. Vanuit dit schriftgedeelte legt de Heihge Geest dynamiet onder valse gerustheid. Het spreekt nooit vanzelf dat we werkeUjk een volgeüng van Christus zijn. Als üd van een kerkehjke gemeente ben je niet automatisch een levend Üdmaat van dé Kerk die zahg wordt. Daarom is het nodig dat we van tijd tot tijd worden aangespoord tot zelfonderzoek. Ik hoop dat wij de vraag van de discipelen niet wegschuiven maar juist overnemen: "Ben ik het, Heere? " O ja, het is een confronterende vraag die een geesteUjke worsteUng oproept. Maar van strijd worden we niet minder. Integendeel. Strijd leidt vaak tot verdieping. In deze weg wil de Heere ons brengen tot de hartehjke overgave van het geloof. Zo nodig voor de eerste keer in ons leven. Of anders opnieuw. En dan mag het inderdaad komen tot een dieper verstaan van Gods genade. Van het wonder dat ChrisUis de dood is ingegaan voor zwakke mensen als de discipelen. In zichzelf hebben ze geen enkele garantie dat ze Hem trouw zullen volgen. Ze moeten het van Zijn liefde hebben,
"Ben ik het, Heere? " Wat kan deze vraag je aanvliegen. Alleen - nu moeten we wel op één ding heel goed letten, en dat is dat de discipelen met hun vraag naar Jezus gaan. Het is een geadresseerde vraag. Daar wil ik met klem op wijzen. Er vindt inderdaad zelfonderzoek plaats. Maar wat IS zelfonderzoek? Dat is een vraag waar je mee kunt zitten. Rond de viering van het Heilig Avondmaal bijvoorbeeld. Is zelfonderzoek dat we ons eigen innerhjk onder de loupe nemen? Betekent zelfonderzoek dat we ons eigen hart moeten doorgronden? Weet u, dan lopen we spoedig vast. Wie kent immers zichzelf door en door? Er zijn van die diepten in een mensenleven die je zelf niet meer kunt peilen. En dan wordt zelfonderzoek al gauw geesteUjke zelfkwélüng, las ik ergens. Is dat de bedoeling? Nee. De discipelen leggen hun vraag aan Jezus voor. "Ben ik het... Héére? " Let op de aanspraak.
Zelfonderzoek wil zeggen dat we ons leven openleggen vóór de Heere en dat we het laten doorgronden dóór de Heere. Zoals in Psahn 139- "Doorgrond mij, o God! En ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadeHjke weg is; en leid mij op de eeuwige weg." Is het geen zegen dat deze psalm in de Bijbel staat? Soms kun je geen wijs meer worden uit je eigen hart. Hebt u dat ook weleens? Het is van binnen een chaos. Allerlei gedachten dwarrelen kriskras door elkaar. Waar sta ik toch? En als ik dan hoor dat nota bene één van Jezus' eigen discipelen Hem verraden heeft, dan weet ik het helemaal niet meer. Ik raak verstrikt in mezelf. Maar dan wijzen de discipelen mij - onbedoeld - de weg. Ze stellen hun vraag niet aan zichzelf of aan elkaar, maar aan Christus. "Ben ik het... Heere? " En zo nemen ze met hun bange vraag de toevlucht tot Hem. Bij Hem moeten we zijn, juist als er sprake is van geesteüjke nood.
Een ieder van hen begon te zeggen: "Ben ik het? " Een ieder! Dus ook... Judas? Ja. Alleen is er wel verschil. Dat merken we in vers 25 nadat Jezus hem het stukje brood heeft aangereikt. Dan steft hij op het eerste gehoor dezelfde vraag. En tegeHjk zo anders. Valt het u ook op dat Judas Jezus aanspreekt met Rabbi? De anderen noemden Hem Heere. Als we goed luisteren, dan horen we dat Judas zich met dit ene woordje verraadt. Rabbi is veel formeler Judas houdt de Heere Jezus op een afstand. Aan de ene kant doet, ja vraagt hij met de anderen mee. Brutaalweg. Alsof er niets aan de hand is. "Ben ik het. Rabbi? " Maar anderzijds ontbreekt de warmte in zijn woorden. Want hij beUjdt Jezus niet als zijn Heere, niet als zijn Koning en Verlosser. Het zit op de relatie vast. Zien we het? De verhouding tussen Judas en Jezus is een andere dan die tussen Jezus en de overige elf. Judas kent geen liefde tot Christus. Daarom kan hij zijn Meester voor een handjevol geld laten vallen.
Hier valt ten diepste de beshssing in ons aller leven. In welke relatie staan wij tot Christus? In deze hjdenstijd kijkt Hij ons doordringend aan.
En in Zijn ogen lezen we een onuitgesproken vraag: "Wat beteken Ik voor u? Ben Ik u alles geworden? Hebt u Mij hef? Ziet u Mij als het Lam dat voor u is geslacht? Durft u het met Mij te wagen voor deze tijd en voor de eeuwigheid? Mag Ik uw Heere zijn? Uw Koning en uw Redder? Gelooft u in Mij? Al is het door veel aanvechting heen!" Gelukkig wie niet meer buiten Hem kan. Wie door het hjdensevangehe wordt ingewonnen, is geborgen. Want dwars door het verraad van Judas heen heeft Christus Zijn werk volbracht. De verzoening is een feit geworden omdat Gods toorn is gedragen. Voor wie? Voor allen die buigen voor Jezus' woord en die met de vraag "Ben ik het, Heere? " tot Hem vluchten. En Hij heeft er nog nooit één afgewezen - lees het evangehe er maar op na - die tot Hem de toevlucht nam.
Alblasserdam
J.C. Schuurman
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2000
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2000
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's