Eén woord is voor Jezus al genoeg
MEDITATIE
Lukas 7: 1-10
In het noorden van het land Israël, aan het meer van Gaülea, ligt het vissersdorp
Kapernaüm. Daar woonde een Romeinse officier, een hoofdman over honderd. Deze „centurio", zoals hij genoemd werd, was een heiden, maar had heel veel eerbied voor de God van de Joden. Daarom was hij ook heel goed voor de Joden. Hij hield van dat volk, omdat hij hield van de God van dat volk. Het bleef bij deze centurio niet alleen bij woorden, maar er kwamen daden bij, waaruit zijn liefde voor het volk duidelijk bleek. Mensen uit andere dorpen waren weleens jaloers op de mooie synagoge in Kapernaüm. Waren die mensen in dat vissersdorp dan zo rijk dat ze zo'n mooi kerkgebouw konden betalen? Neen, het was juist een heel arme bevolking. Maar de centurio, die heidense officier uit een ver land, had veel geld gegeven ter verfraaiing van de synagoge. Hij had die kerk helpen bouwen. Geen wonder dat de Joden daar heel dankbaar om waren.
We gaan op een dag een kijkje nemen in het huis van de centurio. We merken meteen dat er iets bijzonders aan de hand is. Er wordt niet gerend, maar op de tenen gelopen. Er wordt niet hardop gepraat, maar gefluisterd. Wat is er aan de hand? Er is iemand heel erg ziek. Het ziet ernaar uit dat die man gaat sterven. NatuurHjk is er allang een dokter bijgehaald en hebben ze de zieke medicijnen gegeven. Maar het heeft allemaal niet mogen helpen, de ziekte is alleen maar erger geworden. Deze zieke is de voornaamste knecht van de centurio, zijn assistent. De centurio vindt het heel erg dat zijn knecht zo ernstig ziek is. Hij zou het verschrikkehjk vinden wanneer die man van wie hij zoveel houdt, zou sterven. Maar ja, wat kun je nog doen? De knapste dokters en de duurste medicijnen hebben niet geholpen!
Maar dan hoort deze centurio over Jezus. Hij hoort wat er verteld wordt over de macht die Jezus heeft, over de wonderen die Hij doet. Dan weet hij meteen wat hij moet doen: zo snel mogehjk naar Jezus gaan en Hem heel beleefd, maar ook heel dringend vragen: „Wik ü alstubheft mijn arme doodzieke knecht komen beter maken? " Maar dat durft hij eigenhjk niet. Hoe kan hij als heiden zomaar naar die beroemde Joodse Rabbi, die Leermeester en Wonderdoener toegaan? Maar dan krijgt hij een idee. Weet je wat, hij zal aan zijn Joodse vrienden vragen of zij namens hem dit dringende verzoek aan de Heere Jezus willen overbrengen. Enkele oudsten hebben dit graag over voor deze officier, die al zoveel voor hen had gedaan. En zo komt er een groep mensen naar Jezus toe met het verzoek of Hij mee wil komen naar het huis van de centurio om daar een doodzieke knecht beter te maken. „Meester, hij is het echt waard hoor, dat U het doet. Als er één het waard is dat U naar hem toegaat óm te helpen, dan is hij het wel!" De Heere Jezus laat Zich overtuigen. Misschien eerst nog wat aarzelend, maar Hij gaat mee. Wanneer ze dicht in de buurt van het huis van de centurio zijn gekomen, en de hoofdman over honderd ongetwijfeld gehoord heeft dat Jezus eraan komt, stuurt hij een paar vrienden naar Hem toe. Dat is dus de tweede keer dat hij mensen naar Jezus stuurt. De eerste keer was het om te vragen of de Heiland wilde helpen. Waar gaat het nu deze tweede keer om? Wel, de centurio is er eigenüjk van geschrokken datjezus in eigen Persoon naar zijn huis op weg is. Dat vindt hij al teveel eer en ook teveel gevraagd van de Heiland, Die het immers te druk heeft om bij hem op bezoek te komen. Hij acht zichzelf ook niet waardig om Jezus te ontvangen. Dat is dan ook de inhoud van de boodschap die deze vrienden komen overbrengen: „Heere, neem de moeite niet, want ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak zou inkomen." Wij zien hier dat deze officier niet alleen veel vertrouwen had in de macht van Jezus, maar dat hij ook heel erg opkeek tegen de Persoon van Jezus. Hij had heel hoge achting voor Hem. Anderen hadden tot de Heere Jezus gezegd: „Hij is het waard dat U hem helpt." Maar zelf vindt hij het zich niet waard datjezus veel moeite voor hem zou moeten doen. Daarom zegt hij: „Spreekt U slechts een woord en mijn knecht zal genezen worden." Eén woord is voor U al genoeg! Een dokter moet op visite komen en de patiënt uitvoerig onderzoeken, hem behandelen en medicijnen toedienen. „Heere, dat is voor U allemaal niet nodig. U bent zo machtig dat wanneer U van een afstand een enkel woord spreekt, dan is mijn ernstig zieke.
bijna stervende dienstknecht weer kerngezond." Wat een geloof! Hebben wij ook zo'n geloof in de wonderlijke macht van de Heere Jezus? Hij is Gods eigen Zoon. Van God wordt gezegd: „Hij spreekt en het is er, en Hij gebiedt en het staat er" (Psalm 33:9). Denk maar aan de schepping, zoals we daarover lezen in Genesis 1. God sprak „daar zij Licht" en er was hcht. God behoeft maar één woord te spreken. Maar dat geldt nu ook van de Heere Jezus. Dat heeft die heidense centurio heel goed gezien. En zo is het ook nu nog, in het jaar 2000. Ook nu doet de Heere Jezus wonderen voor wie dat gelovig van Hem verwachten. Misschien dat wij dan ook in alle eerlijkheid zeggen: „Maar ik heb het niet verdiend, ik ben het niet waard, dat de Heiland in mijn hart komt wonen. Mijn hart is zo zwart, zo vuil, zo vol verkeerde gedachten, zo zondig." Het is goed als we dat zien en daarover verdriet hebben. Vertel dat maar aan de Heere. Maar vraag dan ook: „Heere, spreek slechts één woord. Eén woord is al genoeg om mij nieuw te maken, om mijn zonden te vergeven, om mij geloof te schenken!"
Die centurio vertelt een kleine gehjkenis. Anders is het altijd de Heere Jezus Zelf Die geUjkenissen vertelt. Maar nu wordt de zaak eens omgekeerd en mag Hij luisteren naar een gehjkenis. Kijk, zegt de centurio, ik heb soldaten onder mij. Die moeten naar mijn bevelen luisteren. Als ik een commando, een bevel geef, dan mogen ze niet tegenspreken, maar moeten ze onmiddelhjk gehoorzamen. Als centurio sta ik boven de soldaten en weet ik wat bevelen geven is. Maar ik ben ook gewend bevelen te ontvangen. Er zijn immers weer hogere officieren die boven mij staan. Er is de koning Herodes en de keizer in Rome. Bovenal is er God in de hemel. Nu stelt de cenmrio in deze gehjkenis de Heere Jezus op een hele hoge plaats, eigenüjk wel op de plaats van God. Als Jezus tegen de ziekte zegt: „Ga weg!", dan gaat de ziekte ook weg. Zo staat de Heere Jezus boven de ziekte, ook boven de dood, ook boven de duivel. Hij is de Machtigste. Wat is dat een geweldige boodschap. Er zijn machtige mensen in deze wereld met legers en zelfs atoombommen - maar de Heere Jezus is toch de Machtigste. Als Hij, de opgestane Heiland, onze Koning is, zijn wij altijd veihg, wat er ook gebeurt.
Chrisms heeft aandachtig geluisterd naar de gehjkenis van de cenmrio. In vers 9 staat datjezus Zich verwonderde over hem. Hij draaide Zich om naar al die mensen die met Hem meegekomen waren over de weg en zei: „Ik zeg ulieden: Ik heb zo groot een geloof zelfs in Israël niet gevonden!"
We lezen niet vaak in de Bijbel dat Jezus Zich heeft verwonderd. Het staat er maar twee keer In Markus 6 lezen we dat Hij Zich verwonderde over het ongeloof van Zijn eigen volk, maar hier staat dat Hij Zich verwondert over het geloof van een heiden. Iemand die er niet bijhoorde, een buitenstaander, bhjkt een veel groter geloof te hebben dan de mensen in Israël die van jongs af aan bij de Bijbel zijn grootgebracht. Het is voor de Heiland een heel fijn moment geweest. De woorden van de centurio moeten Hem als muziek in de oren geklonken hebben. De Heere hoort het zo graag dat mensen, ook jonge mensen Hem de eer geven en Hem behjden als de grote Koning. Want daarom heeft Hij Zichzelf gegeven aan het kruis van Golgotha. Daarvoor heeft Hij wiUen hjden en sterven, dat er steeds meer mensen zouden komen net als die cenmrio, die het alleen van Hem verwachten en die Hij zal redden, niet alleen in dit leven, maar in aUe eeuwigheid.
Hoe ging het verder? Die vrienden van de centurio hebben de boodschap overgebracht en Jezus heeft er ook meteen naar geluisterd. Hij is niet verder gegaan naar het huis van de hoofdman over honderd. Hij heeft alleen maar een woord gesproken, zoals we bij de evangeUst Mattheüs lezen. Zoals u geloofd hebt, zo zal het gebeuren, sprak Jezus. En toen de vrienden het huis van de centurio binnenkwamen - dat zal maar een paar minuten later zijn geweest - , was het wonder al gebeurd. De zieke dienstknecht was in één keer kerngezond geworden. Wat zal er een grote dankbaarheid, verwondering en blijdschap zijn geweest in dat huis. De centurio zal tegen iedereen die hij tegenkwam gezegd hebben: „Zie je nu wel, één woord is voor Jezus genoeg! Wat een machtige Koning is Hij! Veel machtiger nog dan de keizer in Rome!"
Hebben we leren zien dat er ook in óns leven een wonder moet gebeuren? Ons hart is immers ziek, ja dood door de zonde? Dan vragen wij: „Heere, spreek slechts één Woord en ik word in plaats van ongelovig gelovig, in plaats van ongehoorzaam gehoorzaam, in plaats van koud en ongeïnteresseerd een mens die warm loopt voor het Woord en het koninkrijk van God!" Nooit kan het geloof teveel verwachten, des Heilands woorden zijn gewis!
Veenendaal
J. Hoek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 2000
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 2000
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's