Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor wie zijn Gods beloften? (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor wie zijn Gods beloften? (1)

9 minuten leestijd

UIT DE SCHAT VAN DE KERK

(T/T"^ het RD is nog niet zolang geleden een dis- Jy cussie gevoerd over de vraag: voor wie zijn Gods beloften?

Aanleiding was de persoon van ds. R. Kok. Er zullen genoeg jongeren en ook ouderen zijn die deze naam niets zegt. Nu, ds. Kok heeft van 1915 tot 1950 de Gereformeerde Gemeenten gediend. Van 1950 tot 1956 stond hij met zijn gemeente in Veenendaal op zichzelf en daarna tot aan zijn dood in 1983 was ds. Kok predikant van de Christehjke Gereformeerde Kerken. De oorzaak van deze kerkelijke overgang is het feit dat in 1950 de synode van de Gereformeerde Gemeenten ds. Kok schorste omdat hij het aanbod van Gods beloften preekte. Volgens de synode mocht Gods genade wel, maar Gods beloften niet worden aangeboden. Die schorsing is een heel verdrietige zaak geweest. En wie er iets van leest bemerkt dat allerlei persoonHjke factoren een grote rol hebben gespeeld. Inhoudehjk is de zaak ook heel onduideUjk. Mij heeft nog nooit iemand goed kunnen uitieggen wat het verscliil is tussen het aanbod van Gods genade en van Gods beloften en ik bemerk wel dat de meesten, zo niet allen, die zich in deze dingen verdiepen, dat niet volgen. Voor zover ik het kan bekijken moet je óf zowel Gods genade en Gods beloften aanbieden óf je moet het beide nalaten. Dat laatste is overigens niet de bedoeling. Wel moet als Gods genade en Zijn beloften aangeboden worden, ook naar voren komen dat alleen de Heihge Geest ons de wil en de lust kan geven om die beloften in een waar geloof te omhelzen. In de prediking moet ook het wonder van de wedergeboorte worden vertolkt. Het is God Die zonder ons in ons werkt als Hij ons door Zijn Geest vernieuwt. Zo worden we van een vijand een vriend.

Bevel

Het evangehe moet gepredikt worden met be- vel van geloof en bekering. Mensen moet verteld worden dat zij niet kunnen bestaan voor God, maar ook dat er een weg van behoud is. De beloften van Gods Woord spreken daarvan. En nu is het zaak dat we die beloften met een waar geloof aannemen. Anders zal dat bevel je des te schuldiger stellen. Het bevel van geloof en bekering geeft je het recht om te geloven en ontneemt je het recht om het niet te doen. Het ware geloof is een bedelaarsgeloof. Dat is een wanhopen aan jezelf vanwege je zonden en een leunen op Christus. Dat bedelaarsgeloof heb je niet van jezelf. Daar zijn we van huis uit radicaal op tegen, maar dat werkt God niet zonder ons in ons als Hij ons door Zijn Geest wederbaart. Of je die prediking van de weg van behoud in Christus nu bevel van bekering en geloof, aanbod van genade of aanbod van beloften noemt, maakt voor mijn gevoel niets uit. Hoe ik ook mijn best doe om er verscliil tussen te ontdekken, het lukt me niet. Want Gods genadeaanbod is toch vervat in de beloften van het evangelie en God beveelt ons die te geloven. Eerhjk gezegd vind ik de uitdrukking 'het aanbod van Christus' nog het diepst. Die uitdrukking gebruiken de Schotse theologen nogal vaak. Christus Zelf nodigt zondaren. Hij biedt Zichzelf en al Zijn weldaden aan zondaren aan. Gebaseerd op Openbaring 3 vers 20 schreef de Engelse predikant John Flavel een boek met de titel Christus Die klopt aan de harten van zondaren. Dat gebeurt er als het evangehe wordt verkondigd. Je wordt door Christus Zelf geroepen om naar Hem toe te komen. En als je wedergeboren wordt dan stelt de HeiUge Geest je in staat en maakt Hij je gewiUig om Christus te omhelzen.

Ontmoeting

Persoonüjk heb ik die ds. Kok, naar aanleiding van wiens persoon die hele discussie in het RD oplaaide, een aantal malen ontmoet en gehoord. Ik zal dat niet snel vergeten. De eerste ontmoeting was bij ds. Kok thuis. Dat was in Soest. Daar woonde ds. Kok de laatste jaren van zijn leven. Ik reisde mee met twee ouderejaarsstudenten. Onder leiding van ds. C. den Boer hadden we een kring waarbij we in een jaar een boek doornamen. Om de drie tot vier weken kwamen we met dat doel bij elkaar Twee keer per jaar, in de voorzomer of in de winter, nodigden we dan iemand uit om meer uit de praktijk wat aan ons te vertellen. Meestal was dat een oudere dominee of een evangehst. Zo was het voorstel gedaan om ds. Kok te vragen voor ons te spreken. Ik had weleens wat van hem gehoord, maar nooit iets van hem gelezen en hem zeker niet ontmoet. Het is een gedenkwaardige ontmoeting geworden. Eerst was ik nog bang dat we de reis naar Soest tevergeefs hadden gemaakt. Toen we vroegen of ds. Kok vanuit zijn leven en ambteUjke ervaring aan ons het één en ander wilde vertellen, antwoordde hij dat. hij dat niet wilde, want aan zijn ondervinding en ervaring hadden we niets. Dus daar wilde hij ook niets over vertellen. Ik dacht al: 'Dan moeten we zo na de koffie, ' die wij inmiddels gekregen hadden, 'maar weer opstappen en een ander zien te benaderen.' Maar ik had me gelukkig vergist. Het bleek nameUjk dat ds. Kok op zich wel in ons midden het woord wilde voeren. Het werd me gaandeweg zelfs duidehjk dat liij er echt veel zin in had om voor aankomende dienaren van het Woord te mogen spreken. Hij zei echter dat hij het niet vanuit zijn bevinding of beleving zou doen, maar puur vanuit het Woord. Dat zou die dag dat hij zou spreken centraal staan. Wat het onderwerp is waarover hij wilde spreken weet ik niet goed meer, maar ik meen dat het de wedergeboorte was. Toen we naar huis gingen, had ik het nog met de anderen over mijn vrees dat wij voor niets naar Soest waren geweest. De anderen hadden daar kennehjk minder over ingezeten dan ik, merkte ik wel. Zij kenden ds. Kok al langer en zeiden mij: als je nu tegen ds. Kok zegt dat iets blauwgroen is dan zal hij je vragen hoe je zoiets kunt denken of zeggen.

Vraag je dan hoe het wel is dan zegt hij dat het in de verste verte niet blauwgroen is en dat hij niet begrijpt hoe je ooit op een dergeUjke gedachte bent gekomen maar dat zelfs een kind als, kan zien dat het groenblauw is. Ik wil maar aangeven dat ds. Kok als mens zo ook zijn eigenaardigheden had. Misschien zal dat bij zijn schorsing in de Gereformeerde Gemeenten ook nog een rol hebben gespeeld, maar dat weet ik niet.

Beleving

Ik weet wel dat ds. Kok die dag precies zo gesproken heeft als wij hem hadden geprobeerd duidehjk te maken. Het was geen puur leerstellig of exegetisch betoog, maar een verhandehng vol van toespelingen op eigen ambtehjke praktijk en ondervinding. In het betoog van ds. Kok was duidehjk dat hij zich sterk op zienswijzen ontleend aan de oudvader Comrie oriënteerde. Als jonge student had ik de moed om daar heel voorzichtig een paar kritische vragen aan ds. Kok over te stellen. Uit een recensie van collega ds. Oosten pas in het RD heb ik begrepen dat die ook zo zijn vragen heeft bij bepaalde zaken die Comrie over het geloof naar voren bracht en dat was het met mij ook. Het was wel duidehjk dat ds. Kok die moeite niet deelde. Dat verschil in inzicht neemt niet weg dat ik wel diep getroffen werd door geestehjke kennis waarmee ds. Kok alles naar voren bracht. De hele wijze waarop hij de zaken benaderde, getuigde van verborgen omgang met God. De Christehjke Gereformeerde Kerken waartoe ds. Kok de tweede hetft van zijn leven behoorde, is een kerk met stromingen. Je hoefde niet te raden in welke hoek ds. Kok zat. Die behoorde bij de bevindelijke stroom. In heel zijn manier van spreken en denken vond ik hem eigenhjk een ruimhartig vertegenwoordiger van een vroegere generatie predikanten van de Gereformeerde Gemeenten. Ik denk dan aan het geestehjk leven dat ik tegenkom in de (auto) biografieën van mensen als ds. G. van Reenen, ds. Roelofsen en ds. M. Hofman. Ik heb eens de indruk dat nu in de Gereformeerde Gemeenten ook onder de predikanten de bevindehjke kennis van de omgang met God minder groot is dan vroeger. Ook daar gaan ontwikkehngen verder en wij kunnen het werk van God niet vastleggen. Gods genade is immers vrij. Het gaat voor ons allen (predikant of niet-predikant, ambtsdrager of gemeentehd, hervormd, gereformeerde gemeente of christehjk gereformeerd) wel om de innerhjke doorleving van vrije genade en een levenspraktijk die daaraan beantwoordt, omdat we geleerd hebben dat de dienst van God een hefdedienst is. Het hjkt me eerÜjk gezegd veel beter je daar zorgen over te maken dan over de vraag of je nu moet spreken over aanbod van Gods genade dan wel over een aanbod van Gods beloften.

Nog te weinig

Misschien is trouwens voor hen die theologisch geïnteresseerd zijn nog aardig om te vertellen dat ik niet lang na die dag een gesprek had met ds. Verloop over ds. Kok en zijn theologie. Voor degenen die niet weten wie ds. Verloop was het volgende. Deze predikant diende een vrije gemeente eerst in Alblasserdam en later in Waddinxveen. Hij heeft mij nog gedoopt en vanaf het begin van mijn studententijd heb ik intensief contact met hem gehad. Ds. Verloop bleek meer van ds. Kok gelezen te hebben dan ik. Hij had waardering, maar ik merkte dat de vragen die ik die dag aan ds. Kok had gesteld ook bij hem leefden. Hij zei me dat ds. Kok de wet scherper en Christus in ieder geval nog ruimer had moeten prediken. Ds. Kok sprak veel over het werkzaam worden met de beloften, het hanteren van het historisch geloof ter verkrijging van het zaligmakend geloof, enz. Ds. Verloop vond echter dat hij te weinig direct opriep om vanuit de staat van veroordehng en verlorenheid waarin wij ons bevinden en die de wet ons aanwijst, te zien op ChrisUis en te vluchten tot Christus. Ik weet nog dat hij daarbij onder andere verwees naar een preek van de Schotse oudvader Thomas Boston over de tekst: 'Dwing ze om in te gaan.' Letterüjk vertrouwde hij mij toe: 'Ze hebben hem in de Gereformeerde Gemeenten geschorst voor iets wat hij eigenüjk nog te weinig in plaats van te veel heeft gebracht.' Dat laat dan weer zien dat er over ds. Kok allerlei gedachten zijn. (wordt vervolgd)

Elspeet

Dr P. de Vries

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Voor wie zijn Gods beloften? (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's