Zingt de HEERE een nieuw lied
Bijbelstudie
L.W.Ch. Ruijgrok, Monster
'Sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende en psalmende de Heeren uw hart.' (Efeze 5:19)
'En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest', aldus Paulus' Pinksterappèl in het voorafgaande vers (vs. 17). De gelovigen te Efeze moesten zich niet - zoals onder de heidenen gebruikelijk - laten bedwelmen door allerlei alcoholica, maar zich laten beheersen en beïnvloeden door de Geest van God, Die ook de Geest van Christus is.
Deze vervulling met de Geest draagt rijke vrucht. Ze doet geloof, hoop en liefde krachtig opbloeien. Ze doet wandelen in een nieuwe gehoorzaamheid en vervult het hart van de gelovige met een nieuw lied: 'Sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, zingende en psalmende de Heere in uw hart'.
Gericht op onderlinge stichting
Gericht op onderlinge stichting Wie dronken is, zingt zijn dronkemanslied. Menigmaal een dwaas lied, gezongen met een lallende tong. In Efeze waren dat de liederen ter ere van de feestgod Bacchus, gezongen door de Bacchuskoren. Gods gemeente zingt echter ook. Een lied ter ere van haar God. Een hooggestemd loflied op haar Koning en Verlosser. Zoals de Schrift er overal toe oproept: 'Zingt de HEERE een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan (...) Juicht den HEERE, gij ganse aarde!, roept uit van vreugde en zingt vrolijk en psalmzingt' (Ps. 98:1, 4). Het gaat om een loflied tot eer van de Drieënige. Om het lied, waarvan Luther al heeft gezegd: 'Daar kan de duivel niet tegen. Daar gaat hij wis en zeker voor op de vlucht'.
Intussen, hoezeer de lof op God in dit zingen centraal staat, toch wijst Paulus allereerst op iets anders. Want als hier staat 'sprekende onder elkander', dan wil dat eigenlijk zeggen: 'sprekende tot elkander'! Met andere woorden: hij wekt de gelovigen op elkaar al zingende toe te spreken. Om al zingende elkaar te bemoedigen. Elkaar te vertroosten. Elkaar te vermanen. Elkaar op te bouwen in het allerheiligst geloof. 'Komt, laat ons samen Israels HEER'/ de Rotssteen van ons heil/ met eer, met Godgewijde zang ontmoeten' ! Zang als geestelijk opbouwwerk. Tot onderlinge stichting, vertroosting en vermaning. 'De duivel is een sombere geest en hij maakt sombere mensen; daarom kan hij geen vrolijkheid dulden. Vooral van de muziek vlucht hij weg, zo ver hij maar kan; hij blijft niet waar gezongen wordt en vooral niet waar geestelijke liederen gezongen worden' (Luther).
Wat moet er gezongen worden? Paulus schrijft: 'Sprekende onder elkander met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen '. Aan de hand van dit woord zijn al heel wat discussies gevoerd over het al of niet geoorloofd zijn van het zingen van het vrije lied in de kerk. Helaas leent deze tekst zich niet voor dit soort discussies. Grondig onderzoek heeft uitgewezen, dat de drie verschillende woorden 'psalmen', 'lofzangen' en 'geestelijke liederen' vrijwel dezelfde betekenis hebben. Een 'psalm' (Gr.: 'psalmos') is een lied dat gezongen wordt met begeleiding van een snaarinstrument. Een 'lofzang' (Gr.: 'hymnos') doet vooral denken aan koor- of beurtzang. 'Geestelijke liederen ' tenslotte is een aanduiding voor het geestelijk lied in zijn algemeenheid. In ieder geval, de drie woorden zijn synoniemen en kunnen zowel voor de Psalmen van het Oude Testament als voor het vrije lied gebezigd worden. Bovendien moeten we bedenken, dat het hier ook niet gaat over de vraag wat in de eredienst gezongen moet worden, maar over de algemene opwekking om ook in ons lied elkaar te stichten. Elkaar te bemoedigen. Elkaar op te wekken tot de lof op de drieënige God!
Gericht op God
Naast het doel van de onderlinge stichting is er echter ook de verticale spits: 'Zingende en psalmende de Heere in uw hart'! Kortom, zingen tot eer van God. Hem loven om Wie Hij is. Hem loven om Zijn grote werken, zoals die blijken uit Zijn schepping.
Zoals die schitteren in de verkiezing en verlossing van Israël. Zoals die bovenal stralen in de komst van Zijn Zoon en in het machtige verlossingswerk door Hem volbracht. Met het oog op dat alles geldt: 'Het is goed dat men de HEERE love en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste' (Ps. 92 : 2). En vooral, als we ook persoonlijk weet hebben van Zijn opzoekende liefde, van het levensgeheim van Paulus: 'Mij, de grootste van de zondaren, is barmhartigheid geschied', van die onbegrijpelijke genade van de vergeving der zonden, de verzoening met God en het eeuwige leven, dient deze opwekking van de apostel ons dan vooral niet ter harte te gaan?
Wees er echter bedacht op: het gaat bij dit zingen niet allereerst om uw stem. Hoezeer een gevormde stem ook aangenaam in het oor klinkt, toch is dit bij de Heere niet het eerste. Nee, Hij ziet het hart aan. Dat het lied dat u zingt uit uw hart komt. Uit een hart, dat gebroken is voor Hem. Dat in ootmoed en schuldbelijdenis voor Hem buigt. Dat weet heeft van de diepe klanken: 'Ik ellendig mens', maar dat juist daarom ook weet heeft van die onuitsprekelijke verwondering over Zijn genade: 'Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere' (Rom. 7). 'Zingende en psalmende de Heere in uw hart'! Hoe is het, is uw hart ook voor Hem ingewonnen? Geraakt door Zijn genade? Verbroken onder zoveel liefde van Zijn kant? En klinkt het daarom ook in uw binnenste: Ja, Heere, U bent alle eer, alle lof, alle glorie waard? En daarom: 'Mijn hart, o Hemelmajesteit, is tot Uw dienst en lof bereid'?
'Christelijke zangers, zingt dan uw lied! Ook rondom Gods troon zijn citers en harpen, psalmen en lofzangen, stemmen als van vele wateren. Zo kan de wereld niet zingen. Haar lied verlaat nooit de aarde en heeft geen vleugels om op te varen tot de hemel. Zij zingt geen lied, dat men stervende nog kan zingen. Maar uw lied is een offer. Lieflijk van reuk. Bestemd voor het altaar, dat in de hemelen is (...). Voor uw psalm, christen, vliedt de duivel. Wat onze vijanden ook hebben, zwaarden en spiesen, spot en drogrede, psalmen hebben zij niet. Zingen is het werk des hemels. In de hel zingen zij niet, maar daarboven houden zij niet op te zingen. Daar is het Lam en wie Hem ziet moet zingen. O christen, hef reeds hier uw psalm aan, begin alvast het werk des hemels. Vraag een psalm aan Hem, Die psalmen geeft in de nacht en hang uw harp niet aan de wilgen, opdat uw vijand niet vrage: Waar is uw God? ' (J. van Andel).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 2001
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 2001
Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's