Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ook van mij gezien..

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook van mij gezien..

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

door P. Vermeer, Epe

En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien.

1 Korinthe 15:8

N zijn eerste Korinthe-brief gaat Paulus, I de apostel der heidenen, heel indringend in op allerlei misstanden op ethisch terrein. Er was wat dat betreft nogal wat mis in de zo bruisende havenstad Korinthe. Hoofdstuk 15 heeft een wat ander onderwerp: niet zozeer dwalingen in het léven maar in de léér hebben hier de voUe aandacht van de apostel. Als er namelijk iets dodelijks is voor de kerk dan is dat wel het dwalen in de leer van de godzaligheid. Dwalingen verwoesten de kerk en zijn het wapen dat satan het liefst gebruikt. In Korinthe waren er die twijfel zaaiden aan de opstanding van de doden. Daarin tast je het hart van de kerk aan, want hiermee staat of valt het christelijke geloof. Als nameHjk de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt. Is dat zo, dan kun je beter de Bijbel en de kerken sluiten, want dan is alles ijdel of tevergeefs. Tegen deze dwaling maakt de apostel in ons hoofdstuk krachtig front en ontmaskert haar als een verderfelijke leugen.

Paulus is, zo weten we, door de Heere krachtdadig stilgezet ergens dichtbij Damascus. Daar heeft de Heere deze •woeste vervolger van Gods kerk gestuit in z'n dwaze loop. Als een briesende leeuw^ is hij op weg gegaan om het geloof in Pasen en in de Vorst van Pasen te vuur en te zwaard te bestrijden. Hij zou er voorgoed mee afrekenen.Ver is Paulus in zijn ongeloof en vijandschap gegaan, totdat de Heere daarmee afrekende. Bij Damascus gebeurt het wonder dat een geharnaste bestrijder van Gods Zoon een gedreven belijder van Zijn Naam wordt, een leeuw wordt een lam, een vervolger een volger. Zoiets kan alleen de Heere maar klaar krijgen.Wanneer Hij met kracht in het leven van een zondaar komt, gaat het roer om en wordt de vraag geboren: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? Soms vindt zo'n bekering net als bij Paulus heel plotseling plaats. Met kracht en in een ogenblik wordt men uit de duisternis weggehaald en gebracht in het licht, gaat men uit de dood over naar het leven. Maar meestal volgt de Heere een geleidelijker spoor en wordt het hart allengs aan Hem verbonden. Hoe dat ook zij, ten diepste gaat om dezelfde zaak: het vallen voor Christus, het ingewonnen worden voor Hem.

Het is al weer heel wat jaren na z'n bekering als Paulus de ontroerende woorden uit onze tekst aan de Korinthiërs schrijft: „En ten laatste van allen is Hij ook van mij gezien."

Reken er gerust op dat de apostel deze woorden met vreugde in het hart heeft neergeschreven, en misschien ook wel met tranen in de ogen, want hij heeft dit wonder z'n leven lang niet klein kunnen krijgen. Hij, de zo geduchte vervolger van Christus' kerk, viel het grote voorrecht ten deel de Heere te zien. In het gedeelte dat aan zijn belijdenis voorafgaat, heeft de apostel gesproken over de kern van datgene waar het in het Evangehe om gaat: het sterven van Christus voor onze zonden. Zijn begrafenis en Zijn opwekking op de derde dag. Paulus heeft dit Evangelie aan anderen verkondigd in de vaste overtuiging dat een zondaar door dit Evangelie zalig wordt, als hij het van harte gelooft en het gelovig op zichzelf toepast. Was dit Evangelie onwaar, dan was alles verloren. Tevergeefs was dan het geloof, verloren waren dan allen die in Christus ontslapen zijn.

Het gaat hier dus om hét fundament van heel de zaak. Het is hier leven of dood. Pasen is óf waarheid óf leugen. Daarom voert de apostel een hele rij ooggetuigen op. Hij doet dit in opdracht van de Heilige Geest, Die in hem woont en de Auteur is van heel de Schrift. Nu, er zijn nogal wat ooggetuigen op te voeren: Cefas, de andere discipelen, meer dan vijfhonderd broeders op één keer, Jakobus en daarna al de apostelen. Paulus kan zelfs schrijven dat de meeste van hen nog in leven zijn. De mensen in zijn dagen mogen het navragen. Er zijn, zo denken we, heel wat zaken in de wereld die men zondermeer voor waar houdt, maar waarvoor niet zo'n indrukwekkende rij ooggetuigen is op te voeren. En dan toch maar die velen die de opstanding van Christus afwijzen als niet echt gebeurd, vooraanstaande theologen voorop. Wij laten ons echter niet van het heilsfeit van Pasen afleiden en houden ons aan het Woord en zeggen amen op het Schriftgetuigenis dat Christus waarlijk is opgestaan en van de ooggetuigen is gezien.

In onze tekst voegt de apostel nog één naam toe aan al die ooggetuigen, de naam van de hekkensluiter. Met hem is de rij compleet. Wie hij is? Paulus zelfl Hoor maar: En ten laatste van aUen is Hij ook van mij gezien. Paulus is de laatste ooggetuige. Dat heeft hij nodig om als apostel te kunnen arbeiden in de dienst van Christus. Een apostel moet kunnen zeggen: ik heb de opgestane Zoon van God met eigen ogen gezien, ik getuig dat Hij lééft! Waar dit is gebeurd weten we: bij Damascus, op een van Paulus' ongeloofsmissies. Daar heeft Christus Zich als de Opgestane vanuit de hemel aan Paulus vertoond. Verblindend hemels licht leidde hem daar uit z'n dwaze verblinding van ongeloof en vijandschap en wierp hem in het stof. Bij Damascus is iets gebeurd, wat bij de mensen onmogelijk is: een farizeeër is daar tot de Heere bekeerd en een vriend en metgezel geworden van allen die de Heere ootmoedig vrezen. Vanaf dit ogenblik is hij, die eertijds een verwoed vervolger was van het Lam en van allen die het Lam volgen, voorgoed ingewonnen voor het Lam, gegrepen door Christus Jezus. Bij Damascus heeft het God behaagd, Zijn Zoon in hem te openbaren.

Paulus is dus de laatste ooggetuige. Na hem zullen de gelovigen de Heere pas zien als zij ingaan in de rust die God bereid heeft voor de volgers van het Lam. Hun wandel op aarde is de wandel van het geloof. Maar één ding hebben alle gelovigen met Paulus gemeen: zij weten allen van het ogenblik waarop het God behaagd heeft Zijn Zoon in hen te openbaren, het ogenblik v\^aarop het hart zich aan de Heere gewonnen leerde geven en de wapens van weerstand en vijandschap werden ingeleverd en de tegenstand opgegeven. Nee, zo diep en rijk als bij Paulus hoeft dat niet te zijn, maar wel moet het net als bij hem komen tot het loslaten van het ongeloof en een zich gelovig overgeven aan de Levensvorst. Dan en niet eerder is men in de dood door het leven omvangen!

We lieten nog een paar woorden liggen, die toch wel van belang zijn om nader te overwegen. Paulus doet in de tekst een wonderlijke uitspraak. Hij vergelijkt zich bij een 'ontijdig geborene'. Hij wil daarmee zeggen, dat hij, goed beschouwd, als apostel lijkt op een misdracht of afgedreven vrucht. Het Griekse woord wordt namelijk gebruikt voor iemand die te vroeg geboren is en daarom niet levensvatbaar. De apostel gebruikt dit woord met een bijzondere reden. Hij denkt aan het abnormale tijdstip van de verschijning van Christus in z'n leven. In de grondtekst staat daarom dé ontijdig geborene. Paulus is wat dit betreft anders dan al die andere ooggetuigen, want hij heeft de Heere gezien toen Deze al naar de hemel was gevaren. Goed beschouwd is na Hemelvaart de tijd om de Heere te zien voorbij. Toch heeft Christus hem nog in de rij van de apostelen gezet. Eigenlijk was hij rijp geweest om voorgoed de rampzaligheid in te gaan, zo diep was hij gezonken in de poel van zonde en vijandschap. En dan tóch nog apostel te mogen worden, krijg dat maar eens klein. Welke gemeente zou in onze tijd overigens een dominee beroepen met zo'n verleden? Maar Christus wilde hem gebruiken in Zijn dienst als apostel, en maakte hem ooggetuige. Hij vond hem in z'n diepe haat en vijandschap en rukte hem als een vuurbrand uit het vuur. In de Schrift staat dat God uit stenen Abraham kinderen kan verwekken. Hier hebt u een wel heel sprekend voorbeeld, want Paulus was voor z'n bekering zo hard als een steen en kende voor de belijders van Jezus Christus geen pardon of medelijden. Door Gods genade werd hij echter als was in de handen van de Opgestane. Proeft u met mij de verwondering bij hem als hij schrijft: als van een ontijdig geborene? Hij mag nu als apostel dienen onder de kruisbanier. Hij zal dat blijven doen, tot in de marteldood toe. De andere discipelen heeft Christus, om zo te zeg­ gen, lange tijd onder Zijn hart gedragen. Toen Hij aan hen na de opstanding verscheen, waren zij voldragen kinderen, klaar om te worden vervuld met de Heilige Geest. Bij Paulus gaat het anders. Als de anderen al volop bezig zijn om te arbeiden in Gods Koninkrijk onder de zegen van de opgevaren Christus is deze man druk doende om het Koninkrijk van God tegen te houden en te bestrijden. En dan ineens geroepen.Ja, als van een ontijdig geborene! Ootmoedig is de toon, diep de verwondering en heilig de vreugde over Gods werk in z'n leven.

U herkent zich wat in Paulus? Wie geen vreemdeling in eigen hart en leven is - wat een genade is dat overigens - weet van z'n dwaze opstand tegen God, van innerlijke vijandschap en afkeer van het Evangelie van vrije genade. Dit kwaad huist immers in elk onbekeerd hart. Laat niemand zichzelf hier wat wijs proberen te maken. De opstand tegen God en Zijn Gezalfde zit diep. En dat de Heere toch in zó'n leven wil komen en Zich bekend wü maken als een gewillige Borg en Zaligmaker, is dat niet een Godswonder? Is het ooit te vatten dat de Heere zondaren nog opzoekt om hun leven, dat goed is voor het vuur, te laten rijpen voor de schuur, zodat het niet straks als kaf door de wind zal verwaaien in de storm van Gods toorn, maar groenen zal in het land van wijde stromen en brede rivieren?

Wie als Paulus genade leerde kennen, leert het ook wel af om zich daar op te verheffen. Hij mag gaan buigen, al dieper buigen, evenals een korenaar dieper buigt als de vrucht zwaarder en meerder wordt. Sterker wordt het verlangen om de Opgestane te mogen zien in Zijn heerlijkheid, totdat dit eens overgaat in de verrukte uitroep: ook van mij gezien!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Ook van mij gezien..

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's