Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nehemia (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nehemia (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUREN

door H. Hartman, Ridderkerk!

Troffel en zwaard

De tijd was aangebroken die men zou kunnen noemen: de „TrofFel en zwaard"-periode. Deze eindigde eerst, toen de gehele herbouAV voltooid was. Ze hield in, dat de bouwers bewapend werden. De lastdragers hielden met hun ene hand hun last vast en droegen aan de andere hand een werpspies. De bouwers brachten het materiaal op zijn plaats, maar droegen tegelijk een zwaard. De lijfwacht van Nehemia was dicht in zijn buurt. Trompetblazers bliezen, indien nodig, alarm. Zo werd gebouwd en tegelijk gewaakt. Overdag werken en 's nachts voor een deel waken. Een heel volk werkte van de vroege morgen tot de avond, en kwam, evenals Nehemia, niet uit de kleren.

Nehemia heeft bij al zijn arbeid ook, sociaal onrecht moeten bestrijden. Daarbij bleek, dat deze daadkrachtige man ook, met diplomatieke behoedzaamheid, problemen wist op te lossen. Door armelijke jaren en misoogsten waren velen van de minder draagkrachtige Joden in financiële moeilijkheden gekomen. Sommigen hadden geld geleend om het broodnodige zaaikoren te kunnen kopen. Anderen, die nog armer waren, hadden hun bezit, huis en akker zwaar onder hypotheek moeten brengen. Ook waren er, die het laatste wat zij bezaten hadden verpand om de belasting aan de koning te kunnen betalen. Zelfs kwam het voor, dat kinderen in onderpand werden gegeven voor geleend geld. Deze kinderen Hepen gevaar als slaven en slavinnen te worden verkocht. De mensen leggen hun problemen aan Nehemia voor. Deze „ontsteekt" (5 : 6). Hij roept rijken en armen bijeen in een grote vergadering. Hij wijst de edelen en rijken er op, dat de mensen van wie zij lasten vorderen, hun broeders zijn. Zij kunnen zich voor hun optreden niet verantwoorden voor God en het volk. Hij herinnert er aan, dat hij zelf joodse slaven in de vreemde heeft vrijgekocht. Dat is in Jeruzalem algemeen gewaardeerd. In tegenstelling met de andere landvoogden, heeft hij het volk generlei lasten opgelegd. Daarbij heeft hij iedere dag 150 man van eten voorzien. Zo heeft hij zelf het goede voorbeeld gegeven. Hoe kunnen zij hun eigen volksgenoten uitbuiten in een tijd, waarin zij elkander zo nodig hebben? In deze tijd behoort men geen rente te vragen. Ook moeten zij al hun panden teruggeven. Nehemia weet de edelen en rijken te overtuigen. Ze beloven te doen wat hij vraagt. Priesters komen en laten ter vergadering allen zweren hun beloften na te komen. De vergadering wordt gesloten en allen prijzen de HEERE.

Terug naar de bouwers aan Jeruzalems muren. Men is zover gevorderd, dat alleen de deuren in de poorten nog moeten worden aangebracht. Dan gaan opnieuw de vijanden zich roeren (Neh. 6 : 1-19). Eerst nodigen zij Nehemia uit tot een gesprek op neutraal gebied. Nehemia doorziet hun bedoeling: Zij willen hem uit de weg ruimen. Tot viermaal toe herhalen zij de uitnodiging. Nehemia gaat er niet op in. Hij heeft het veel te druk. Dan verspreiden zij het gerucht, dat Nehemia oproer wil maken tegen de koning. Hij wil zelf koning worden. Zelfs zou Nehemia profeten hebben gehuurd om het volk in de naam van de HEEB^ bericht te doen (6 : 6, 7). Naar eer en ge'weten kon Nehemia verklaren: „Daar is van zulke zaken, als gij zegt, niets geschied, maar gij verzint ze uit uw hart" (6 : 8). Dan komt de laatste troef van Sanballat en de zijnen. Er verschijnt een z.g. „profeet" op het toneel. Hij heet Semaja. Hij is door SanbaUat en Tobia omgekocht. Hij verzekert Nehemia, dat men hem wil vermoorden. Hij moet zich dringend verstoppen in de tempel. Maar als Nehemia dat zou doen, zou hij worden beschuldigd van heiligschennis. Als leek mocht hij het midden van de tempel niet betreden.Tegen al die listen en lagen, stelt Nehemia zijn hoop op God (6 : 9, 14). Daardoor kent hij geen vrees en kan het werk voortgaan. En dan, na 52 dagen van ingespannen arbeid, is de herbouw van Jeruzalems muren voltooid. Deze bijzondere zegen van God, maakt de vijanden bevreesd (6 : 16). De rollen zijn omgekeerd. Tandenknarsend moeten zij toegeven, dat dit werk van God gedaan was.

Met een groot feest worden de herstelde muren ingewijd (Nehemia 12 : 27-43). Er is grote vreugde waarin allen delen: de oversten en het volk, de priesters en Levieten, de vrouwen en de kinderen. Nehemia dankt de HEERE: „want God had hen vrolijk gemaakt, met grote vrolijkheid." Het middelpunt en de bron van hun blijdschap is de HEEPJE, de God van het Verbond. Ezra en Nehemia treden geheel op de achtergrond. „Ook zij kunnen alleen maar instemmen met het lied, dat stellig ook toen vele malen w^eerklonken heeft: „Looft de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid" (C.M. Luteijn: „Nehemia").

Twaalf jaar heeft Nehemia met vaste hand het stadhouderschap over Juda waargenomen. Dan gaat hij terug naar Babel. Enkele jaren later keert hij naar Jeruzalem terug.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Nehemia (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's