Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jona (3, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jona (3, slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUUR

(hoek Jona; Mattheüs 12 : 39-41; 16 : 4; Lukas 11 : 32)

P het berouw van de Ninevieten, volgde het berouw van God: „en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet".

Zowel over Gods onveranderlijkheid als over Zijn berouw, wordt in de Heilige Schrift gesproken. Zie: Nunieri 23 : 19; 1 Samuel 15 : 11 en 29; 2 Saniuël 24 : 16, Maleachi 3:6; Handelingen 15 : 18.

Het berouw van God is niet te vergelijken met het berouw van een mens. Mensen hebben berouw, hebben leedwezen over iets dat gedaan of verzuimd werd. Het gaat steeds gepaard met droefheid over eigen zonden. Zo kan en mag het berouw van God niet worden verstaan. De HEERJE is in Zichzelf heilig en onveranderlijk. Met het berouw van God wordt bedoeld een verandering van Zijn daden in verband met de veranderde gezindheid van de mens. Als Ninevé zich voor de HEERE vernedert, berouwt het God d.w.z. Hij voert het bedreigde kwaad niet uit. Deze uiterlijke bekering van de Ninevieten toont Gods geduld. Eerst later, toen de maat van de ongerechtigheid vol was, is de stad met de grond gelijkgemaakt, zoals we lazen bij de profeet Nahum. De kanttekenaren tekenden bij Genesis 6 : 6 waar staat: "Toen berouwde het de HEERJE, dat Hij de mens gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart", aan: aldus wordt menselijkerwijs in de Heilige Schrift van God gesproken, omdat Hij Zijn werk of daden verandert, hoewel Hij in Zichzelven onveranderlijk blijft".

4. Een onterecht beklag

Waar is Jona? Die heeft buiten de stad één of ander afdak gemaakt en zit daar onder. Het biedt nauwelijks bescherming tegen de brandende zon. Wat doet hij? Hij telt. Met een zekere spanning telt hij de dagen af. Het is niet het tellen waar Mozes in Psalm 90 om bad, het dagen tellen, opdat wij een wijs hart mogen bekomen. Het is bij Jona het wachten op de dag van de wraak van God over Ninevé. Die dag zal niet komen. Want als de 40 dagen voorbij zijn, staat Ninevé er nog ongeschonden en in zijn volle glorie. God heeft het ultimatum uitgesteld!

Als niet gebeurt wat hij verwacht en gehoopt had, wordt Jona woedend. „Dat verdroot Jona met groot verdriet, en zijn toorn ontstak" (Jona 4:1). Dat God die heidense, goddeloze en Israël vijandige stad ontziet, verbijstert hem. Hij wil nu maar liever sterven gaan.

Hoe anders dan Abraham, die voor Sodom bad. Hoe ver is de profeet hier het pad bijster. God had hem zijn zonde vergeven, zijn gebed verhoord, en hem uit de vis verlost. En nu wenst hij, dat God een grote stad met zoveel mensen en dieren niet zal sparen.

God zal hem het ongerijmde ervan duidelijk gaan maken. God gaat de "zendeling tegen wil en dank" een les leren. Aanschouwelijk onderwijs geven. In één enkele nacht verrijst in de onmiddellijke nabijheid van Jona een boom door God beschikt. Gewoonlijk is het de mens die plant, nat maakt en moet God de wasdom geven. Hier deed God het alleen: Hij plantte, maakte nat en gaf de wasdom. En hoe! De boom staat geheel volgroeid te prijken. Ze was als de boom waarvan we met Psalm 1 zingen, dat ze „sierlijk pronkt met onverwelkte bladeren". En wel heel grote bladeren. Men neemt n.l. aan, dat het hier ging om een Ricinus Commu­ nes. Het was een snelgroeiende boom, die 3 tot 5 meter hoog kon worden. Na 3 maanden was ze tot volle wasdom gekomen. Ze gaf door haar bijzonder grote bladeren veel schaduw. Dat deze boom in één nacht opkwam en op die plaats, maakte haar tot wonderboom.

Vol blijdschap zocht Jona een plaats onder de boom. Hij had nu minder last van de gloeiend hete zon. , , En Jona verblijdde zich over de wonderboom met grote blijdschap" (Jona 4:6b). Zijn vreugde duurde maar kort. Want God die de wonderboom beschikte, beschikte nu een worm, die de boom aanvrat en deed verdorren. Onbarmhartig steekt de zon nu weer op het hoofd van Jona. Temeer omdat God een stille, zeer hete Oostenwind beschikte. Amechtig, dat is: buiten adem, hijgend en kwaad op God, verlangt Jona opnieuw naar de dood.

Deze, door God geplaatste en weer verwoeste boom moest Jona het ongegronde van zijn gedrag doen inzien. Als Jona de wonderboom sparen wil, zou dan de HEEP^ die grote stad niet sparen: „waarin veel meer dan honderd en twintigduizend mensen zijn, die geen onderscheid weten tussen hun rechterhand en hun linkerhand, daartoe veel vee? " , , Veel vee". Een wat merkwaardig slot van het boek Jona. Maar ook een ontsierend slot. Dat vee, dat geen deel heeft aan de zonde van de mens, valt ook onder de zorg van de Schepper van hemel en aarde.

Zo zag het leven van deze wat merkwaardige bijbelse figuur eruit. God belette zijn vlucht; verhoorde zijn gebed; zond hem naar Ninevé en bestrafte zijn beklag. Het bleek en moest Jona duidelijk gemaakt worden, dat het heil van God ook uitgaat naar de heidenen. Zending bedrijven blijft de opdracht van de kerk (Mattheus 28:19). Voorts werd duidelijk, dat een mens niet aan Gods hand ontkomen kan. Zijn heerschappij gaat over alles. Vijfmaal is in het boek Jona te lezen: en God beschikte". Dat gold voor de geweldige storm op zee; de grote vis; de wonderboom; de worm en de hete Oostenwind. De mens wikt, God beschikt. Niet de omstandigheden, niet het één of andere Noodlot, maar de HEER^ bepaalt de gang van zaken. Hij doet wat Hem behaagt; alles staat onder zijn wil. Geloven wij dat nog, ook als alles op het tegendeel schijnt te wijzen?

God riep Jona in Zijn dienst. Hij roept ook ons daartoe. Hoe is onze reactie? Trachten we ons te verstoppen? Hebben we geen tijd? Te druk met allerlei andere dingen. In de dienst van God zijn klein of groot relatieve begrippen. God hanteert andere maatstaven dan de mensen. Wat klein lijkt kan groot zijn en omgekeerd. Niet iedereen behoeft dominee of ouderling te zijn. Ook in het kleine kan men God dienen. Denk aan de beker koud water waarover de Heere Jezus sprak. Zelfs het helpen opzetten van een kraam voor een te houden rommelmarkt is dienst aan God.

Naarmate steeds minder mensen de kerkelijke kar moeten trekken, heeft men elkander temeer nodig. Houdt daar rekening mee als men een beroep op u doet. Als het even kan, zeg dan : „ja".

Hoe het verder met Jona ging? Gegevens daarover ontbreken. Er is wel een bepaalde overlevering, dat hij gedurende de regering van Zacharjahie op 120-jarige leeftijd is overleden. Maar niemand kan voor de betrouwbaarheid van deze overlevering instaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Jona (3, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 2003

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's