Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Grote Voorbidder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Grote Voorbidder

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

door L.W.Ch. Ruijgrok, Monster

'Toen antwoordde de Engel des HEEREN en zei: HEERE der heirscharen, hoe lang zult Gij U niet ontfermen over Jeruzalem en over de steden vanjuda op welke Gij gram geweest zijt deze zeventig jaren? En de HEERE antwoordde de Engel Die met mij sprak goede woorden, troostelijke woorden. En de Engel Die met mij sprak zei tot mij; Roep uit, zeggende: Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik ijver over Jeruzalem en over Sion met eengrote ijver' Zacharia 1:12-14

Zacharia ziet in zijn eerste nachtgezicht niet alleen 'mirten' en temidden van die mirten 'een Man, rijdende op een rood paard', hij ziet ook hoe deze Man aan het hoofd staat van een grote ruiterstoet: 'En achter Hem waren rode, bruine en witte paarden' (vs. 8). Het blijken verkenners te zijn: 'Deze zijn het die de HEERE uitgezonden heeft om het land te doorwandelen' (vs. 10). Engelen die er door hun Meester, de 'Man op het rode paard', op uitgezonden zijn om het land te inspecteren. De uitslag van hun inspectietocht is, zo zagen we de vorige keer: 'We hebben het land doorwandeld en ziet, het ganse land zit en het is stil' (vs. 11). Dat leek positief maar was het niet. Het betekende dat de Pers Darius nog altijd breeduit op zijn troon zat en dat de Samaritanen en andere bevolkingsgroepen die de Joden vijandig gezind waren nog rustig in Palestina woonden, hun spot konden voortzetten en de tempelbouw konden tegengaan.

Een bewogen gebed

En dan? Wat is de reactie van de Ruiter op het rode paard als Hij van Zijn verkenners dit rapport verneemt? We lezen in vs. 12: 'Toen antwoordde de Engel des HEEREN en zei: HEERE der heirscharen, hoe lang zult Gij U niet ontfermen over Jeruzalem en over de steden vanjuda op welke Gij gram geweest zijt deze zeventig jaren? ' Met andere woorden: Hij antwoordt op die zo teleurstellende inspectietocht van Zijn verkenners met een gebed! Hij is kennelijk niet alleen een strijdbare Held, Hij blijkt ook de grote Voorbidder voor de teruggekeerde ballingen te zijn. Dat bevat een geweldige boodschap. Zowel voor hen als voor ons. Een boodschap die ons leert van Wie ook vandaag onze enige Verwachting kan zijn. Immers, als God vandaag Zijn engelen zou uitsturen om het land te doorwandelen, met welke boodschap zouden ze dan terugkomen? Zou het dan ook niet moeten klinken: 'Ziet, het ganse land zit en het is stil...'! Zeker, er is ontzettend veel rumoer in kerk en we­ reld. Horen en zien vergaatje bijna. Ja maar als het gaat om de voortgang van Gods werk, om de verbreking van het rijk van de boze en om de toebrenging van zondaren is het juist dan niet ontzaglijk stil? Net als in de dagen van Zacharia lijkt de macht van de duisternis ook onder ons stevig in het zadel te zitten. Satan verblindt de massa. Velen zijn in de greep van brood en spelen. De kerk is in verval, gescheurd en verdeeld vanwege de heilloze ontwikkelingen in Samen op Weg-verband. En voorts: de samenleving ontbindt. Het gezag van Gods Woord is weg en we vervreemden al verder van Hem en Zijn gezegende dienst. We hebben net Pinksteren gevierd. Maar waar zijn de stromen van de Geest? Waar is het krachtige en doorbrekende werk van de Heere? Zodat de macht van de duisternis haar greep op kerk en samenleving verliest en het leven triomfeert? Het leven met God? Het leven door de Geest? Het leven uit Christus?

En hoe staat het met onszelf? Stel dat Gods engelen als heilige verkenners ook óns hart en huis zouden doorzoeken, wat zou de uitslag van hun onderzoek dan zijn? Zouden ze in heilige verrukking naar hun Koning toesnellen en van u en mij mogen getuigen: daar heerst niet de dood maar het leven. Het leven met God. Het leven uit Christus. Of zouden ze ook van ons moeten zeggen: daar is alles nog 'stil'! Daar heerst nog de geestelijke dood. Daar heeft de duivel het nog voor het zeggen. Daar zit de zonde en het ongeloof nog stevig in het zadel. Daar is nog zelfhandhaving, eigengerechtigheid en gaat u zo maar door. Welk een nood als ook van ons geldt: 'En het ganse land zit en het is stil'. En dan klemt temeer de vraag: hoe wordt dat anders? Hoe komt daar verandering in?

De Voorbidder

We kijken weer naar Zacharia's visioen. We zagen: als dit zo teleurstellende rapport wordt uitgebracht, antwoordt de Ruiter op het rode paard daarop met een gebed! Een bewogen voorbede rijst uit Zijn hart omhoog: 'Toen antwoordde de Engel des HEEREN en zei: HEERE der heirscharen, hoelang zult Gij u niet ontfermen over Jeruzalen en over de steden vanjuda over dewelke Gij gram geweest zijt deze zeventig jaren? ' Het zal duidelijk zijn: deze voorbede vangt aan met een oprechte erkenning van de schuld van het volk. De Engel des HEEREN erkent dat de HEERE 'gram' geweest is op Zijn volk. En Hij dingt op de rechtmatigheid van die gramschap niets af. Dat de heidenen hebben geheerst over Juda en nog doen, het is alles eigen schuld. Het heeft alles te maken met de onbekeerlijkheid die er onder het volk was. De Engel des HEEREN erkent Gods rechtvaardige toorn daarover.

Maar tegelijk kenmerkt Zijn voorbede Zich ook door een krachtig pleiten op Gods belofte. Want als Hij hier spreekt over 'zeventig jaren' dan is dat een herinnering aan de belofte die de HEER^ gedaan heeft door de dienst van Jeremia. Hij beloofde toen het volk dat Zijn toorn niet blijvend zou rusten op Juda maar dat deze zeventig jaar zou duren (Jer. 25:12, 29:10). De voorbede van de Engel des HEEP^N rust dus op de sterkste pijlers die maar denkbaar zijn: Gods eigen Woord, Zijn eigen belofte. Het is alsof de Engel des HEEREN wil zeggen: 'HEEPJE, dat hebt U toch beloofd! Welnu, zou U het zeggen en niet doen? Spreken en niet bestendig maken? ' En wat blijkt nu uit het vervolg? De HEEP^ kan wel vanjuda af maar niet van Zijn Woord. En daarom komt er op de voorbede van de Engel des HEEP^N een heerlijk antwoord.

God geeft aan de tolkengel de opdracht om tot Zacharia te spreken 'goede woorden, troostelijke woorden' (vs. 13) En wat moet deze dan in Gods Naam aan Zacharia doorgeven? Dit: Zacharia krijgt de opdracht om met krachtige en luide stem tot de teruggekeerde ballingen te zeggen: 'Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik ijver over Jeruzalem en over Sion met eengrote ijver'. En bedoeld is dan: de ijver van de liefde! De brandende liefde die het niet kan dulden dat de geliefde wordt vertreden, verdrukt en vertrapt. Welnu, met die liefde is de HEERE bewogen over Zijn volk. En daarom toornt Hij over de vijanden die het nu nog verdrukken, bespotten en tegenwerken en zal Hij Zijn zegenende handen opnieuw over Zijn volk uitbreiden. Zodat het zal delen in vernieuwing, herstel, opbloei en geestelijke herleving.

Ook vandaag

Op de voorbede van de Ruiter op het rode paard volgt dus een heerlijk antwoord. En als ook wij vandaag zozeer verlegen zijn om herstel en een geestelijk ontwaken, laat dan ook ons oog gevestigd zijn op deze Ruiter op het rode paard. Dat is: op Christus Die de macht van de zonde, de duivel en de dood heeft overwonnen en Die ook vandaag nog de grote Voorbidder voor Zijn Kerk hier op aarde wil zijn. Als alles zo 'stil' is in uw per- soonlijk leven, als het verval in kerk en maatschappij u benauwt en beklemt, als u gebukt gaat onder het gemis van het doorbrekende werk van God, erken dan dat de schuld helemaal ligt aan de kant van u en mij: 'Wij hebben God op 't hoogst misdaan/ wij zijn van 't heilspoor afgegaan/ ja, wij en onze vaad'ren tevens'.

Maar vestig uw oog dan ook op Hem van Wie we in deze afgelopen dagen hebben mogen gedenken: dat Hij dankzij Zijn kruisdood en opstanding de grote Overwinnaar is, de Ruiter op het rode paard! Maar dat Hij sinds Zijn hemelvaart ook de Voorbidder is voor Zijn Kerk hier op aarde. Nee, wij brengen er het leven niet in. Opwekking, wederkeer, een geestelijk ontwaken, het komt nooit van beneden. Het kan niet om ook maar iets aan onze kant. Het kan alleen omwille van die biddende en dankende Hogepriester aan Gods rechterhand. Ziet u er ook naar uit en is het ook uw dagelijks gebed dat als een wonder van genade het ook vandaag in heerlijke vervulling zal gaan: 'Ik ijver over Jeruzalem en over Sion met een gote ijver'IWnt zal de wereld daarvan ophoren! Wat zal dat Zijn tot bloei van Israël en Zijn Kerk. En hoe zal het dan bij vernieuwing opklinken: 'Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen'!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De Grote Voorbidder

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's