Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blust de geest niet uit!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blust de geest niet uit!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

door W. van Gorsel, Bergambacht

Blust de Geest niet uit. 1 Thess. 5:19

Hier volgt een waarschuwing. Wegens de aanhoudende droogte is het gevaar van bos-, heide- en duinbranden zeer groot. Wie regelmatig naar de nieuwsberichten luistert zal deze waarschuwing herkennen. En desondanks wordt elke zomer wel een heel natuurgebied door brand verwoest.Wordt er onherstelbare schade aangericht. Ziet een klein vuur, zegt Jacobus, hoe een grote hoop hout het aansteekt!

Hier gaat het niet over een vuur dat schadelijk, maar dat heilzaam is. Niet over een vuur dat bestreden moet worden, maar over een vuur dat branden moet, dat zelfs niet mag worden geblust.

Paulus schrijft erover in zijn eerste brief aan Thessalonica. Aan het slot van die brief geeft hij enkele korte vermaningen. Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles. En dan: blust de Geest niet uit.

De Heilige Geest wordt dus vergeleken bij vuur. Soms wordt in de Bijbel ook het beeld van water gebruikt, of van wind. Hier is de Heilige Geest als vuur. Zo was Hij al aangekondigd in het Oude Testament. Zo sprak Johannes de Doper over Hem: Die na mij komt zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.

En op de Pinksterdag was er die felle, uitslaande brand. Door hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur. De Heilige Geest zette de harten van de discipelen in brand, zodat de vlammen boven hun hoofden uitsloegen. En die vuurtongen sprongen van de één op de ander.

Zo werkt dus de Heilige Geest. Als een vuur. Er was in uw leven een tijd dat alles koud en doods was. U stond wel in brand van liefde voor de wereld, en uw hart gloeide voor alles dat geen waarde heeft. Maar verder heerste er de kilte van de dood, de vrieskou van de verlorenheid.

Maar de Heilige Geest ontstak het vuur in uw hart. Het vuur van de Hefde tot God. God Die u onverschillig liet. God, voor Wie u alleen maar bang was. Maar toen kon u geen kwaad meer van God denken. En u zag uw leven. Dat het niet beantwoordde aan de norm van Gods wet. Dat alles van u zonde en ongerechtigheid was. Dat u niet voor de Heere kon bestaan. Het vuur van de Heilige Geest overtuigde u van zonde, gerechtigheid en oordeel.

Maar de Geest verlichtte ook uw hart. Reinigde uw hart. Hij brandde alles uit dat waardeloos was. En uw oog ging open voor Gods barmhartigheid. Er ontstond een brandend verlangen in uw hart om tot eer van de Heere te leven.

In het begin zag u het nog niet. Wist u niet wat er aan de hand was. Zo is het vaak met vuur. Dat begint heel klein, in het verborgen. De brandhaard is niet dadelijk te zien. Soms ruik je alleen maar een verdachte lucht.

Zo is het vaak als het vuur in ons hart begint te branden.We kunnen het werk van de Heilige Geest niet narekenen of in kaart brengen. Maar hóe verborgen ook, het komt een keer naar buiten. Het vuurtje kan een tijd- lang smeulen, maar ineens slaan de vlammen eruit. Wat in het verborgen geschied is, zal van de daken gepredikt worden. En die man of die vrouw die anders zo zwijgzaam was, gaat spreken tot eer van de Heere.

En waar dat vuur eenmaal brandt is er geen blussen meer aan. Daar werkt het letterlijk aanstekelijk. Het grijpt steeds verder om zich heen.

Maar hoe kan Paulus dan deze waarschuwing laten horen: Blust de Geest niet uit? Het werk van de Heilige Geest is toch niet tegen te houden? Dat vuur kan toch niet uitgeblust worden?

U hebt gelijk. De Heere zegt: Ik werk en wie zal het keren? Intussen wordt het wel op alle mogelijke manieren geprobeerd.

De satan is de commandant van de brandweer. Zodra ergens het vuur van de Heilige Geest is ontstoken rukt hij met groot materiaal uit om te proberen die brand te blussen. Zijn bestrijdingsmiddelen zijn telkens weer anders. Maar het doel is hetzelfde: uitblussen wat de Heilige Geest in brand heeft gestoken.

Als het vuur van de Heilige Geest in uw leven gekomen is, zult u daarvan weten. Dat er alarm geslagen werd en dat de helse brandweer erop afkwam. Hij maakte u wijs dat u een te groot zondaar was. Dat uw hart te koud was om door het vuur van de Heilige Geest te worden aangestoken. Of dat het geen werkelijkheid was, dat het maar leek alsof... Of hij stuurde er andere brandweerlui op af, om te zeggen dat het maar loos alarm was, geen echte brand.

Natuurlijk helpen deze blusmiddelen niet, maar er werden wel pogingen in het werk gesteld. We deden misschien zelf nog mee.. En het vuur ging wat minder hard branden, maar het doofde niet uit, omdat we de brandhaard niet konden bereiken.

De Geest kunnen we nu eenmaal niet uitblussen. Net als het vuur op het altaar dat altijd brandende moest worden gehouden Dag en nacht!

Dus al kunnen we het vuur niet uitblussen, er moet wel iets aan worden gedaan om het brandende te houden. Anders was de waarschuwing overbodig: blust de Geest niet uit.

Je kunt een vuur ook laten uitgaan zonder datje er iets aan doet. Als je het niet voorziet van nieuwe brandstof.

Er zitten genoeg mensen in de kerk, die besloten hebben het voortaan anders te gaan doen. Meer in het Woord lezen, vaker hun knieën buigen. Er was een begin van brand, maar ze hebben het vuurtje laten uitgaan.

En jongeren, die wel weten dat de Heere recht heeft op hun leven, maar die zichzelf wijsmaken dat ze de tijd nog wel hebben.

Maar wordt het ook gezegd tegen hen in wie het vuur van de HeiHge Geest brandt? Ja, juist tegen hèn. Hoe kunnen we dat doen, als de Heilige Geest werkt in ons leven, dat vuur uitblussen? Door slordig om te gaan met het Woord. Door een kwijnend gebedsleven. Door groot te worden met de genade die aan ons is verheerlijkt. Door een werelds leven te leiden. Door in de zonde te vallen. Door met verkeerde vrienden om te gaan.

Deze vermaning komt tot ieder lid van de gemeente, maar ook tot de gemeente als geheel. Er wordt geklaagd over de geesteloosheid. Over de geestelijke armoede. Maar is de Heilige Geest daarvoor aansprakelijk? Of hebben we zelf die Geest smarten aangedaan?

Dienaren van het Woord kunnen zich ook schuldig maken aan het uitblussen van de Heilige Geest. Wanneer ze het Woord niet uitdiepen. Wanneer ze niet met ernst waarschuwen.Wanneer ze niet aandringen om tot Christus te komen. Want het Woord van God is de blaasbalg waardoor het vuur van de Heilige Geest wordt aangeblazen tot grote vlammen.

En de gemeente kan zich eraan schuldig maken. Door niet toe te nemen in kennis. Door het Woord zomaar over zich heen te laten gaan. Door altijd kritiek te hebben.

Wat erg eigenlijk, dat een mens tot zoiets in staat is...We kunnen de Geest tegenstaan, we kunnen de Geest bedroeven, we kunnen zelfs de Geest uitblussen. Zó ver hebben wij het nu gebracht. Zulke vijanden zijn we van het werk van God, en van onze eigen zaligheid.

Zelfs als het vuur van de Geest in ons hart brandt zijn we dikwijls nog verkeerd bezig. Bezig met ons te verzetten tegen de Geest en Zijn werk. Bezig de vertroostingen van de Geest in twijfel te trekken. Als het aan óns lag zouden we het werk van de Heilige Geest in ons leven nog ongedaan maken. Maar Gode zij dank, wat Hij begonnen is, dat voltooit HIJ.

Aan Zacharia toonde de Heere een kandelaar en een oliekruikje. En vanuit dat kruikje werd de toevoer geregeld. Dat kruikje werd steeds weer bijgevuld, doordat het verbonden was met de twee olijfbomen. Zo hield de toevoer nooit op. Zo wordt de vlam van de Geest brandend gehouden. Christus heeft alles volbracht. Hij heeft liefgehad tot het einde. En Hij heeft Zijn Geest uitgestort Die nimmer van Zijn Gemeente zal wijken.

Laat het ons gebed zijn: Verlicht het hart dat duister is. Laat ons hart brandende zijn in ons als U de Schriften opent. Neem Uw Heilige Geest niet van mij. Laat ik zó in brand mogen staan dat anderen erdoor worden aangestoken.

Geest des Heeren, kom van Boven, Laaf met Uw genadegoed Alle zielen die geloven, Doe ze blaken van Uw gloed.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Blust de geest niet uit!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's