Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerkelijke ambten (2,slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerkelijke ambten (2,slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

door P. de Vries, Elspeet

In de Schrift lezen we ook van profetessen. Joel had al voorzegd dat de gave van profetie uitgegoten zou worden op alle vlees. Zonder onderscheid zouden zonen en dochteren profeteren en op dienstknechten en dienstmaagden de Geest des HEEP^N worden uitgegoten (Vgl. Joel 2 vers 28, 29). In het boek Handelingen lezen we, hoe de evangelist Filippus vier dochters had, die profeteerden (Vgl. Handelingen 21 vers 9). Schrijvend over de samenkomsten van de gemeente brengt Paulus in 1 Korinthe 11 vers 5 en 6 naar voren dat een vrouw die bidt of profeteert zonder haar hoofd te hebben bedekt haar hoofd onteert. Een dergelijke ontering van het hoofd stelt hij gelijk met het afsnijden van het haar dat immers het sieraad van de vrouw is. Betekent dit dat de gave van profetie door de vrouw in de samenkomsten van de gemeente mag worden beoefend? In 1 Korinthe 14 vers 34 brengt Paulus dat vrouwen in de gemeente moeten zwijgen.

Hoe moeten wij dit vers met de vermaning uit 1 Korinthe 11 verbinden waar gesteld wordt dat een vrouw wanneer zij bidt of profeteert, een gedekt hoofd moet hebben? Mogelijk is dat Paulus in 1 Korinthe 11 aan wü geven dat een vrouw in de samenkomst van de gemeente waarin wordt gebeden en profetieën worden uitgesproken, het hoofd dient te bedekken. In 1 Korinthe 14 maakt Paulus vervolgens duidelijk dat het niet de bedoeling is dat een vrouw in het midden van de gemeente bidt of profeteert.

Een andere mogelijkheid is dat Paulus wel­ iswaar verbiedt dat de vrouw in de gemeente leert, maar dat hij ruimte laat voor het uitoefenen van de gave van profetie door vrouwen in de samenkomsten van de gemeente. Dan wil hij in 1 Korinthe 14 met het gebod dat vrouwen in de gemeente moeten zwijgen, aangeven dat vrouwen niet mogen deelnemen aan de discussies over de waarde en de betrouwbaarheid van de profetiën die in het midden van de samenkomsten van de gemeente uitgesproken zijn.

Wie de kanttekeningen van de Statenvertaling op 1 Korinthe 11 vers 5 naleest, bemerkt dat beide mogeHjkheden worden aangegeven. Zelf ben ik geneigd om voor de eerste mogelijkheid te kiezen. Ook als wij de voorkeur geven aan de tweede mogelijkheid heeft dat voor het gemeentelijk leven nu geen consequenties, omdat de gave van profetie in ieder geval in haar volle omvang verdween na het afsluiten van de canon. Een zaak waar ik nu niet verder op inga, maar waarvan ik in dit verband even aanneem dat zij geen nader bewijs behoeft.

Ten onrechte is met een beroep op onder andere Galaten 3 vers 28 gesteld dat het onderscheid tussen man en vrouw consequenties heeft voor de kerkelijke ambten. In Galaten 3 vers 28 gaat het echter evenals in Colossenzen 3 vers 11 om het feit dat de zaligheid in Christus en de vernieuwing door de Heilige Geest niet minder het deel van vrouwen dan van mannen is. De mannen zijn met de vrouwen mede-erfgenamen van het eeuwige leven (Vgl. 1 Petrus 3 vers 7). Het feit dat mannen en vrouwen beiden erfgenamen van het eeuwige leven mogen zijn en beiden de gaven van de Heilige Geest ontvangen, betekent niet, dat zowel mannen als vrouwen mogen leren of leiding geven aan de gemeente.

Wanneer het gaat om de ambten van apostel, evangelist, ouderling (daarbij bedenken we dat het bijbelse woord ouderling zowel de regeerouderling als de dienaar van het Woord omvat) en diaken, moeten wij ons uitgangspunt niet nemen in het feit dat mannen en vrouwen erfgenamen van de zaligheid zijn en de gaven van de Heilige Geest ontvangen, maar in de scheppingsorde. Krachtens de scheppingsorde is de vrouw geroepen de man te gehoorzamen en is het de taak van de man leiding te geven. Noch met de zondeval noch met het aanbreken van de nieuwe bedeling is deze scheppingsorde ontkracht. Deze scheppingsorde wordt op de rechte wijze vervuld wanneer de man mag lijken op Christus en de gehoorzaamheid van de vrouw aan de man een afspiegeling is van de gehoorzaamheid van de gemeente aan Christus (Vgl. Efeze 5 vers 22v). Om in het uitoefenen van heerschappij en het betrachten van gehoorzaamheid aan de norm die het evangelie ons stelt te voldoen is de vervulling met de Heilige Geest onontbeerlijk (Vgl. Efeze 5 vers 19).

Het doel van de ambten en de gaven van de Heilige Geest

De ambten die de Heere Jezus Christus aan Zijn gemeente heeft gegeven zijn geen doel in zich. Zij zijn geschonken om de heiligen te volmaken. De heihgen dienen bewaard te worden bij het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd. Hoe meer zij het geloofsgoed dat hen is toevertrouwd verstaan, des te meer zal er sprake zijn van een groeien in eenheid van het geloof. Kern van het geloofsgoed dat de gemeente is toevertrouwd is de belijdenis van de Drie-enige God. De ambten zijn aan de gemeente gegeven opdat de heiligen de waarheid in liefde leren betrachten. Wanneer dat gebeurt, is er sprake van een opwassen in Christus en in de genade en kennis van Hem. Hij is de Middelaar en Zaligmaker 'Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking en verlossing.' (1 Korinthe 1 vers 28).

Terugkomend op het onderscheid tussen man en vrouw. In deze bedeling blijft dat onderscheid gehandhaafd. Daarbij gaat het niet om een onderscheid in rang, maar in positie. De man is geroepen te leren en te regeren. Dat geldt in het gezin. Dat geldt ook in de gemeente. Wanneer de Schriftgegevens over de plaats van de vrouw in gezin en kerk ernstig worden genomen heeft dat ook maatschappelijke consequenties. Naar de Schrift houdt een christelijk huwelijk in dat er in principe van meet af aan de bereidheid aanwezig moet zijn om kinderen te ontvangen. De eerste taak van een getrouwde vrouw is in haar gezin.Wanneer de gemeente haar Koning gehoorzaamt, is er sprake van gelijkvormigheid aan Hem en gehoorzaamheid aan Zijn bevelen, persoonlijk, in het gezin en in het kerkelijke leven. Juist zo komt de doorwerking van de Heilige Geest openbaar en functioneren de gaven van de Heihge Geest op de rechte wijze. Het gaat in aUe dingen om de eer en de heerlijkheid van God.

In het nieuwe Jeruzalem zal het schepselmatige onderscheid tussen man en vrou-w wegvallen. Dan zijn ook het huwelijk en de seksualiteit verdwenen. (Vgl. Mattheüs 22 vers 30). In het nieuwe Jeruzalem zal Gods raad met deze geschiedenis ten volle vervuld zijn. Daar zal een schare zijn die niemand tellen kan. Een schare, van eeuwigheid door de Vader verkoren, op Golgotha vrijgekocht door de Zoon. Dan zal iedereen die ervan deel uitmaakt en in de huidige bedeling persoonlijk door de Heilige Geest werd vernieuwd, eeuwig God verheerlijken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De kerkelijke ambten (2,slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 augustus 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's