Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Door het geloof...(4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door het geloof...(4)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

door P. Vermeer, Wilsum

T)oor het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders in vrede had ontvangen. Hebreeën 11:31

Nog een laatste blik werpen we op de schone galerij van de geloofshelden uit Hebreeën 11. In het leven van elk zien we de genade van God rijk aan het licht treden.Wat kan Gods kind zich klein voelen bij deze groten in Gods koninkrijk. Maar wacht eens, wie staat ook in deze machtige galerij van geloofshelden en - heldinnen? Rachab! Wat moet zij daar in die wolk van geloofsgetuigen? In een eerste opwelling zeggen we: dit is een vergissing. Schriftkritiek is immers niemand van ons vreemd. Daarom ook nu de plaats ingenomen in de leerschool van Christus en opnieuw gezien wat Gods genade vermag. Dan verdwijnen de nevels vanzelf

De hoer van Jericho

Israël staat vlak voor de inname van het beloofde land.Jozua heeft zich met Israël gelegerd bij Sittim. Daar wil hij de Jordaan over­ trekken. De eerste stad op hun weg is dan de palmstad Jericho. Jozua is een voorzichtig veldheer.Twee verspieders stuurt hij erop uit om de zaak te verkennen. In de avond komen zij in Jericho aan en vinden onderdak bij een zekere Rachab. Zij bewoont een huis op de brede stadsmuur van Jericho. Wat Rachab voor een vrouw is? Een publieke vrouw, een... hoer. Ja, zo staat het in Jozua 2, zo staat het in Hebreeën 11, zo staat het in Jakobus 2. Zij oefent het beroep uit dat zo oud is als de wereld, zoals dat in de volksmond heet. Een vrouw van slechte zeden die haar lichaam verkoopt voor geld. Zullen we de Bijbel maar dicht doen? Nee, toch maar niet doen. Want ik zie haar naam nog een keer in de Bijbel staan. Waar? Aan het begin van het Nieuwe Testament in het geslachtsregister van de hooggeloofde Zaligmaker: 'En Salmon gCAVon Boóz bij Rachab...' (Matth. 1:5). Haar naam wordt dus met

door P. Vermeer, Wilsum Christus in verband gebracht. Dat wil tot voorzichtigheid manen. Toch die Bijbel dus maar open laten. Er kon hier namelijk wel eens rijk evangeliegoud verborgen liggen.

Intussen blijft volop overeind staan dat Rachab het minste beroep uitoefent dat er is. Ze leeft aan de onderkant van de samenleving. Een fatsoenlijk mens haalt voor zo'n vrouw toch wel de neus op. Je kunt haar huis in ieder geval maar beter voorbijlopen. Waarom gaan de beide verspieders dan bij haar binnen? Hebben ze oneerbare bedoelingen? Zo wil men het wel eens stellen. Wij voor ons geloven daar niets van. We weten namelijk dat in die tijd het niet ongebruikelijk was dat zulke vrouwen als Rachab een herberg dreven. Daar konden reizigers dus slapen. Dat verklaart waarom die verspieders bij Rachab overnachten. In hun gevaarlijke situatie viel dat ook het minst op. De Heilige Geest heeft déze Rachab een plaats gegeven onder de geloofshelden en -heldinnen van de oude dag. Zij is een waar gelovige. Haar naam is zelfs, zo begrepen we, voor eeuwig verbonden met de heerlijke naam van Gods grote Zoon. Wat heeft Hij Zich toch diep willen vernederen. 'Door het geloof is Rachab, de hoer...' Wie had dat ooit kunnen denken? Om stil van te worden. Een vrouw van lichte zeden, die echt haar steentje heeft bijgedragen aan het vol worden van de maat der zonde bij haar volk de Kanaanieten, die komt tot geloof. Om eerlijk te zijn, wij hadden haar allang afgeschreven. Want Rachab heeft alles tegen. Draai je hoofd maar om als ze langs komt, zou ons advies luiden. Maar de Heere neemt haar in genade aan en geeft haar een ereplaats onder Zijn volk. Haar naam prijkt dus zelfs in het geslachtsregister van Christus. Krijg dat maar eens klein. Hier komt een goudader van het hoogste karaat aan de oppervlakte. Waar mensen niets mee kunnen, daar weet de Heere blijkbaar nog wel raad voor en raad mee. Zeker, inktzwart is de ondergrond van haar leven. We doen daar niets van af. Maar wat schittert juist hier Gods genade, zo rijk en zo vrij.

Mensen kunnen diep vallen en wanhopen aan zichzelf, maar aan Gods genade moet niemand vertwijfelen noch in de zonde blijven liggen. De Farizeeën verweten de Heere Jezus dat Hij het hield met hoeren en tollenaren, met het uitschot van de maatschappij. Ze hadden nog gelijk ook. Tot in Zijn geslachtsregister toe kun je het aanwijzen. Maar dan wel de kanttekening erbij gemaakt dat de Farizeeën gemakshalve vergaten dat Christus Zich niet met hoeren en tollenaren inliet om hen in hun zonde te stijven of te laten. Hij kwam om hen uit te leiden uit het diensthuis der zonde en te heiligen voor het koninkrijk der hemelen en toe te wijden aan de reine dienst van God. Daarom haastte Hij Zich voor hen naar het kruis.

Overigens, komt wie zichzelf leerde kennen wel boven Rachab uit? Maakt elk van ons, ook na een hartelijke bekering tot God, zich niet doorlopend schuldig aan geestelijke hoererij? Bedrijven wij allen niet geestelijk overspel met de goden van onze tijd? Dat wil verootmoedigen. Dan staan we niet boven de hoer van Jericho maar weten ons minder dan zij. Want is ons niet het volle Woord van God gegeven? Wij kunnen zoveel beter weten dan Rachab. Zij zal in het oordeel tegen ons moeten opstaan indien we ons niet van harte bekeren.

Geloof door het Woord

Hebreeën 11 vertelt ons niet hoe Rachab tot geloof is gekomen, wel dat zij een gelovige was. Jozua 2 licht hier de sluier voor ons wat op. Rachab vertelt de twee verspieders namelijk wat zij en haar landgenoten hebben gehoord over de grote daden van de God van Israël bij de Schelfzee en daarna. Vandaar grote vrees bij de inwoners van Kanaan. Het hart van die sterken is geworden als smeltend was. En Rachab? Ook zij beeft voor de God van Israël. Maar wat meer is, bij haar is ook het geloof in Hem ont^vaakt. Gods Geest heeft haar hart beslissend aangeraakt. Daarom gaat ze zien dat Gods volk de toekomst heeft en kan ze zeggen: Ik weet dat de HEERE u dit land gegeven heeft' (Jozua 2 : 9a). Hier zien we de overmacht van het Woord. Wanneer de Heilige Geest het Woord gaat gebruiken kan niemand het keren. Zelfs de duivel niet. He tis maar weinig Woord dat tot haar is gekomen. Maar voor de Heere voldoende om haar te bekeren tot Hem. Aan een enkel woord heeft Hij genoeg. Zo kan deze Rachab belijden ten overstaan van de verspieders: 'Want de HEEP^, ulieder God, is een God boven in de hemel, en beneden op de aarde' (Jozua 2 : 11b). Zo'n belijdenis zullen ze niet in deze heidense stad hebben verwacht!

Wanneer de Heilige Geest het hart opent gaat men door de knieën en wordt men wedergeboren, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Ja, de Heere heeft ook in uw en mijn leven aan 'weinig' Woord genoeg. Rachab, de hoer, komt tot geloof in Jakobs God. Zo diep verloren en weggezonken in zonde en schuld, zo ver weg gedwaald in de nacht der ver- lorenheid als ze is. Wie had dat ooit kunnen denken. De Heere weet wel te vinden die Hij zetten wil onder Zijn volk. Hoe groot toch zijn Zijn werken, hoe aanbiddelijk is Zijn beleid. Ook tot ons komt het Woord, zoveel 'meer' Woord zelfs dan tot Rachab. En? Staan wij in de hemel als gelovigen bekend?

Reddend geloof

De tekst zegt ook nog, dat Rachab de verspieders met vrede ontvangen heeft. Ze beschouwt en behandelt hen dus niet als vijanden. Integendeel.Vriendelijk neemt ze hen in haar huis op en verbergt hen voor haar stadgenoten en helpt hen zelfs met gevaar voor eigen leven om veilig te ontkomen. En dat terwijl ze weet dat deze mensen uit Israël zijn en haar stad verspieden met het oog op de komende inname. Ze waagt voor hen haar leven. Met vrede ontvangen. We horen in deze woorden iets van wat later Ruth belijden zal: uw volk is mijn volk, uw God is mijn God. Wat Rachab doet is geloofswerk. Echt geloof staat nooit ledig op de hoek van de straat. Jakobus wijst daarop als hij schrijft: En desgelijks ook Rachab, de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd geweest, als zij de gezondenen heeft ontvangen, en door een andere weg uitgelaten? ' Qak. 2 : 25). Jakobus wil daarmee zeggen dat het geloof van Rachab de naam geloof ten voUe verdiende, want het wist de werken Gods te werken! Zonder zulke werken is het geloof dood, is het geen geloof.

De koning van de stad hoort dat Rachab bijzonder bezoek heeft en wil beide mannen laten arresteren voor nader verhoor. Maar Rachab laat de verspieders ontkomen en zet haar eigen volk daarbij op het verkeerde been. Aan een scharlaken koord laat ze hen over de stadsmuur neer en raadt hen dringend aan zich drie dagen schuil te houden in het nabijgelegen gebergte. Dan zal het gevaar geweken zijn. Als tegenprestatie vraagt ze om het behoud van haar eigen leven en dat van haar ouders, broers en zusters.Want als ze van één ding overtuigd is, dan wel van de val van Jericho. Zo sterk is haar geloof. In haar wens wordt toegestemd. Voor haar en haar kring zal er behoud zijn in haar huis achter het scharlaken koord. Hetzelfde koord waar ze de verspieders mee redt zal ook haar redding worden. Als Israël dit koord aan haar venster zal zien zal het aUen die in haar huis zijn sparend voorbijgaan. Daarom haast Rachab zich om het rode koord aan het venster te binden. En zo is Rachab, de hoer, door het geloot niet omgekomen met de ongehoorzamen. Haar geloof in de God van Israël heeft haar en die met haar waren behouden. Haar stadgenoten hebben net als zij wel voor de God van Israël gebeefd, maar zich in hun dwaze ongehoorzaamheid niet aan de Heere gewonnen gegeven. Daarom zijn zij allen wel omgekomen. Alleen het geloof namelijk redt.

Rachab mag leven en wordt in Israël ingelijfd om voortaan de naam 'kind van Sion' te dragen. Haar oude beroep verdraagt zich met dit kindschap niet. Ze mag haar lichaam geven voor iets beters: ze is door de Heere verkoren om de komst van Christus te helpen voorbereiden. Want het Paaslam moet komen. Achter Zijn rode bloed alleen is er voor verlorenen eeuwig behoud. Jood en heiden moeten door hetzelfde bloed worden gered uit Gods gericht. Als onze zonden als scharla- ken zo rood zijn, moeten we vluchten naar Jezus heen. Het evangelie dus niet langer ongehoorzaam zijn, maar het aangrijpen met heel ons hart. Denk aan Rachab. Door het geloof is zij niet omgekomen met de ongehoorzamen.

Had ü Rachab overigens (nog) wiUen missen in de galerij van geloofshelden en - heldinnen? Ik niet. Want door haar weet ik nu nog zekerder dan voorheen dat de Heere Zich niet schaamt om mensen te brengen tot het zaligmakende geloof in Hem, die in zichzelf reddeloos zijn verloren. Ja, geloof geeft werkelijk perspectief.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Door het geloof...(4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 2004

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's