Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nathanaël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nathanaël

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUREN

Johannes 1 : 46-52; Johannes 21 : 2

Nathanaël ("God heeft gegeven";

"Gave Gods") was een discipel van Jezus. Eén van de twaalven. Alleen in het Evangelie van Johannes lezen we over hem. Opmerkelijk is, dat in de lijst van de discipelen, die te vinden is in: attheüs 10:3; Markus 3:18; Lukas 6 : 14 en Handelingen 1 : 13, de naam Nathanaël niet voorkomt. Wel treft men als nummer 6 op die lijst, de naam Bartholomeüs aan. De meest aannemelijke en thans ook algemeen aangenomen verklaring is, dat Nathanaël en Bartholomeüs één en dezelfde persoon zijn geweest. Bartholomeüs betekent zoveel als zoon van Tholomeüs. Een aanduiding van wie hij er eentje was. Daarnaast moet hij ook een eigen naam hebben gehad en dat was Nathanaël. Nathanaël was zijn eigenlijke naam en Bartholomeüs zijn bijnaam, zoals Simon de bijnaam had van Bar-Jona, zoon van Jona.

Wel komt de naam Nathanaël voor tussen de namen van hen, die allen apostelen waren (Joh. 21 : 2).

Over de roeping van deze Nathanaël gaat het in Johannes 1.

Roeping van de eerste discipelen

Johannes de Doper heeft de Heere Jezus tot tweemaal toe aangewezen als het Lam van God, Dat de zonden van de wereld wegneemt. De tweede keer dat dit gebeurde, waren twee volgelingen van de Doper in de buurt. Het waren Andreas, de broer van Simon en een niet met name genoemde, maar zonder twijfel de evangelist Johannes. Ze hoorden deze korte, maar zo belangrijke boodschap, het Woord van God. Zij hoorden en geloofden, want het geloof is uit het gehoor en het gehoor uit het Woord van God. Ze verlaten de Doper en volgen Jezus. Een voorrecht, als de prediking van het Woord ook bij ons die uitwerking heeft. Horen, geloven en volgen.

Zulk een diepe indruk maakte deze eerste ontmoeting met de Heere Jezus op Johannes, dat hij, oud geworden, zich nog nauwkeurig die "tiende ure" weet te herinneren.

Andreas denkt aan zijn broer Simon. Die moet nodig weten wat er gebeurd is. "Simon", zegt hij "we hebben de Messias gevonden". Simon gaat met Andreas mee. "En hij leidde hem tot Jezus" (43). Jezus geeft Simon een nieuwe naam: Petrus: "steen", "rots". Er is weer een discipel bij. Intussen is Jezus met Andreas, Petrus en Johannes gegaan van Judea naar Galilea. En ook hier worden mensen tot discipel van Jezus geroepen. Dat zal zo voortgaan, tot het twaalftal compleet is: "Twaalf bij Een"...

Ditmaal roept Jezus rechtstreeks iemand tot Zijn discipel. Het is Filippus. Kort maar krachtig zegt de Heere tot hem: Volg Mij!" Filippus was, evenals Petrus en Andreas, afkomstig uit Bethsaïda een Galilees vissersdorp aan de Noordkant van het meer van Tiberias. Filippus, wellicht door zijn dorpsgenoten reeds geestdriftig gemaakt, kent blijkbaar geen enkele aarzeling, maar volgt Jezus zonder vragen. Hij wordt nu op zijn beurt een verkondiger van de goede tijding. Hij "vond" Nathanaël, afkomstig uit Kana in Galilea (Joh. 21 : 2). Steeds weer wordt over "vinden" gesproken. Andreas "vond" Simon, (42), Jezus "vond" Filippus (44), deze "vond" Nathanaël (46). Het is een zaak van vinden en gevonden worden, waarbij het vinden door Jezus, voorafgaat aan het vinden van Hem. Hij is altijd de Eerste. "Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst • heeft liefgehad."

Roeping van Nathanaël

En wie Christus vindt, en dus van Hem gevonden is, gaat van Hem getuigen. Die gaat tegen anderen goed van de Heere spreken. Zie het aan Filippus. Met stralende ogen zegt hij tegen Nathanaël: Wij hebben Dien gevonden, van Welke Mozes in de wet geschreven heeft en de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, van Nazareth". In Galilea kende men Hem en sprak over Hem, als de "zoon van Jozef, uit Nazareth". In zijn enthousiasme neemt Filippus dat spraakgebruik over. Daar heeft Nathanaël een probleem mee. Evenals Filippus, verwachtte Nathanaël de Messias, de Zoon van God, de hoop van het Bondsvolk. Die verwachting was gegrond op duidelijke uitspraken van de profeten. Nazareth? Die naam roept bij Nathanaël bezwaren op. "Kan uit Nazareth iets goeds zijn? " Nathanaël woonde in Kana, gelegen dicht bij Nazareth. Hij weet van Nazareth alles af Een onbeduidend dorpje, waarvan de inwoners nu niet direct gunstig bekend staan. De Messias uit Nazareth? Maar Filippus weet toch, even goed als hij, dat de Christus uit Bethlehem zal komen? Hij kent toch de profetie uit Micha 5 : 1: n gij, Bethlehem Efratha! Zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen. Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid." Wat zal Filippus doen om de bezwaren van Nathanaël weg te nemen? Een dispuut met hem beginnen?

Maar theologische disputen maken dikwijls de zaken nog meer ingewikkeld, dan dat ze iets oplossen.

Neen, Nathanaël moet zich overtuigen door te komen en te zien: "Kom en zie." Meer dan door redenering, zal Nathanaël zijn bezwaren verliezen door te zien op Jezus. Gaarne bereid zijn zienswijze prijs te geven voor een andere en betere, gaat Nathanaël met Filippus mee. Jezus weet van het gesprek van Filippus met Nathanaël af. Hij kent Nathanaël. Zijn karakter en de geheimen van zijn hart. Hij zegt van hem, en Nathanaël mag het ook zelf horen: Zie, waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is." Zonder bedrog, niet zonder zonde. Hij is een zondig mens en weet dit ook zelf Bedrog is een ondeugd naast vele andere (Markus 7 : 22; Rom. 1 : 29). Maar hij was een eerlijk man. "Dat is, een oprecht en ongeveinsd man, gelijk de rechte Israëlieten behoren te zijn" (kantt. S.V.). Een man zonder berekening. Geen hypocriet. Hij is ook oprecht tegenover God. Door genade eerlijk gemaakt. Hij is als de man uit Psalm 32 : 2: in wiens geest geen bedrog is".

Het antisemitisme heeft dit woord van Jezus aangegrepen, om haat te prediken tegen de Joden, alsof de grote meerderheid van hen onbetrouwbaar zou zijn. Maar dat bedoelde Jezus niet. Hij wilde zeggen, dat Nathanaël behoorde tot één van de weinigen, die uitzagen naar de Messias en niet leefde bij eigen verwachtingen. Nathanaël staat perplex. Hij vraagt verwonderd: vanwaar kent Gij mij? " Hoe weet Jezus dat hij dit inderdaad wil zijn? Jezus antwoordt, dat hij hem al had gezien, toen hij nog onder de vijgenboom was. Onder de vijgenboom. De vijgenboom gaf in de zomer met z'n grote bladeren, een welkome schaduw (1 Kon. 4 : 25; Micha 4 : 4). Zulk een boom stond op de binnenplaats van de woning. Men kon er vrijwel ongezien verblijven. Een binnenkamer in de buitenlucht. Men vertoefde er graag om te bidden of de Wet te bestuderen. Wat Nathanaël onder de vijgenboom heeft gedacht, waar hij mee bezig was, weten wij niet. Zat hij daar te peinzen en te bidden? : bezig met de komst van de Messias? " Zekerheid daaromtrent is niet te geven, omdat de Schrift erover zwijgt als over een geheim tussen Jezus en Nathanaël. Jezus heeft Nathanaël, toen niemand hem zag, gezien tot in zijn hart toe. Een zien dat kennen was, een kennen in liefde.

En dan opeens is Nathanaël overtuigd. De alwetendheid van Jezus brengt hem tot het geloof Hij geeft zich geheel gewonnen. Iemand schreef: En Nathanaël, gelijk een Julius Caesar, kwam en zag, maar hij werd overwonnen in plaats van overwinnaar". Uit grond van zijn hart roept hij: Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israël.". Een zuivere en volledige belijdenis. Een credo overeenkomstig de Oud-Testamentische Messiasopenbaring van God: Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, de berg Mijner heiligheid. Ik zal van het besluit verhalen: e HEERE heeft tot Mij gezegd: ij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd" (Psalm 2 : 6, 7). Uit deze woorden van Nathanaël blijkt, dat hij leefde bij en uit de Messiaanse belofte. "Nathanaël behoorde tot de wachtende Adventsgemeente" (C. Bouma in K.V. van Johannes).

Grotere dingen

Het feit dat Jezus, door de vijgenbladeren heen, Nathanaël had gezien, bracht hem tot geloof en belijdenis. Maar daar zal het niet bij blijven. Jezus zegt, dat er meer zal volgen. "Grotere dingen dan deze zult gij zien". Groter, gewichtiger, heerlijker. Wat deze grotere dingen zijn? Dat lezen we in vers 52: "En Hij zei tot hen: Voorwaar, voorwaar, zeg Ik ulieden: Van nu aan zult gij de hemel zien geopend, en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op de Zoon des mensen". Voorwaar, voorwaar, dat is Amen, amen, het zal zeker en waar zijn.

Schriftuitleggers, Augustinus en Calvijn voorop, zien in deze woorden een heenwijzing naar de droom van Jacob in Bethel, die langs de geheimzinnige ladder, de engelen zag opklimmen en nederdalen (Gen. 28 : 12 en 13). Zelfs waren er die veronderstelden, dat Nathanaël onder de vijgenboom, de geschiedenis uit Genesis 28 : 10 tot 15 zat te lezen, en dat Jezus daarbij aanhaakte. Het zien van de geopende hemel en de op-en neergaande engelen, is geen zintuiglijke waarneming. Het heeft te maken met het werk door de Vader aan Zijn Zoon opgedragen. Uit de woorden en daden van Jezus, uit de tekenen en wonderen die Hij zou doen, zullen Nathanaël en de andere discipelen kunnen opmaken, dat de Heere Jezus in voortdurende gemeenschap met Zijn Vader staat. Het houdt ook in, dat de discipelen reeds op aarde mogen leven onder een geopende hemel, wanneer zij door het geloof in Christus zijn en Hij in hen. Zoals het ook geldt voor allen, die door een waar geloof met Christus zijn verbonden. Het opklimmen en nederdalen van de engelen die Hem dienen, bewijst de gemeenschap tussen hemel en aarde. Deze wordt door Christus tot stand gebracht. "Hij zal de band tussen de aarde en de hel in het Paradijs gelegd, verbreken, en de gemeenschap met de hemel, in het Paradijs verbroken, herstellen". Hij is de ware Ladder die hemel en aarde verbindt. Niemand komt tot de Vader dan door Hem.

Buiten Hem is geen zaligheid te zoeken ofte vinden. Nathanaël heeft Christus beleden als de Zoon van God. Hier noemt Jezus Zich: e Zoon des mensen. Nathanaël zegt: e Zoon van God. Jezus zegt: ok de Zoon des mensen. Nathanaël zegt: e Koning van Israël. Jezus zegt: ok de Middelaar Gods en der mensen. In aansluiting op Daniël 7 : 13 en 14, drukt Hij daarmee uit, de ware Messias te zijn. Door Zijn vleeswording een waarachtig mens, en toch onderscheiden van alle mensen. Hij komt tot Zijn heerlijkheid langs de weg van vernedering, lijden en dood. In zijn Bijbellezingen gaf Da Costa over dit Schriftgedeelte de volgende verklaring: de Heere openbaarde Zich in deze woorden als de ware Jacob, op Wie, in de droom, langs de ladder die hemel en aarde verenigde, de engelen Gods ook afdaalden en van wie zij op- klommen. De engelen onderhouden de gemeenschap tussen de in Christus geopende hemel en de aarde. Zij zijn de gedienstige geesten, uitgezonden tot dienst dergenen, die de zaligheid beërven zullen, van welke Christus het Hoofd, de Eersteling, de Voorganger was.

Na deze voorzegging van de Heere Jezus, verdwijnt Nathanaël uit het gezicht. De Schrift zwijgt verder over hem. Alleen wordt zijn naam nog genoemd en zijn aanwezigheid vermeld, bij de derde openbaring van de opgestane Levensvorst aan Zijn discipelen bij de zee van Tiberias (Joh. 21 : 1-14). Hij treedt daar echter niet op de voorgrond. Hoe het verder is gegaan, nadat hij discipel van Jezus werd, blijft duister.

Nathanaël een man zonder bedrog. Een eerlijk en daardoor bescheiden mens. Iemand die maar stillekens achter Jezus aanging, in de voetstappen van zijn Meester. Ongetwijfeld zal ook hij van betekenis zijn geweest in de kring van de discipelen, die Apostelen werden. Een overlevering zegt, dat hij heeft gearbeid onder de Indiërs en de marteldood is gestorven. Hoe dit moge zijn, met zijn medebroeders heeft hij geleefd onder open hemel. En stervend zag hij een Poort wijd openstaan. Door die Hemelpoort mocht hij binnengaan om een Drie-enig God eeuwig te loven en te prijzen.

H. Hartman, Ridderkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Nathanaël

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's