Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd

GELOOFSLEER

Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en van de aarde (Artikel 1, vervolg)

Inleiding

De belijdenis dat God Vader is, krijgt bijzonder reliëf in wat van Hem op grond van de Heilige Schrift nog meer mag worden beleden. Gods kind weet namelijk niet alleen maar dat de Vader van de Heere Jezus Christus om Christus' wil nu ook zijn God en Vader is, hij weet ook dat hij op deze God en Vader al z'n vertrouwen kan stellen, dat hij op Hem kan bouwen in leven en sterven. Bij zijn God en Vader is hij, gaande door de tijd, veilig geborgen in nood en angst die hij op aarde ontmoet, op Zijn arm kan hij vertrouwend leunen en steunen zelfs als het moet door het donkere dal van de schaduwen van de dood. Want zijn God en Vader is de almachtige God, Die hemel en aarde geschapen heeft. Dat troost hem, dat bemoedigt hem zeer. Aan deze God en Vader kan hij zich werkeHjk met een gerust hart toevertrouwen op de soms zo lange en moeizame reis door de tijd, bij Hem verlangt hij eeuwig te zijn als straks voor hem de golven van de tijd breken op de kusten van de eeuwigheid.

In den beginne...

In de kerkgeschiedenis komen we mensen tegen die het voor God maar een diepe vernedering vonden om Zich met het stof in te laten. Vandaar dat zij een aparte scheppergod of demiurg onderscheidden die voor hun besef ver beneden de echte God stond. De ware God was immers veel te verheven om zich met een stoffelijke schepping bezig te houden! We noemden al eerder de ketter Marcion. Ook in allerlei gnostische scholen komen we dit gedachtegoed tegen. Er waren er ook die geheel afstand namen van de gedachte dat de wereld een begin zou hebben. Zij leerden in navolging van ondermeer de Griekse filosoof Aristoteles dat de wereld eeuwig is.

Het is in deze wereld met haar bonte mengeling aan ideeën en gedachten, dat de Kerk hoog haar banier ophief dat God de Schepper is van de hemel en van de aarde. Zij riep alle christenen op om zich eendrachtig onder deze banier te scharen. Ze had namelijk op meerdere plaatsen in de Schrift gelezen dat God alles geschapen heeft. Ze vond dit zelfs als het eerste woord van de Schrift: 'In den beginne schiep God de hemel en de aarde'! Verre is het dus ervan dat het voor God een vernedering zou zijn om te scheppen. Het tegendeel is waar. Gods scheppingswerk bezmgt Zijn eer en looft Zijn Naam. Mooi brengt de berijmde Psalm 19 dit onder woorden: 'Het ruime hemelrond vertelt met blijde mond Gods eer en heerlijkheid. De held're lucht en 't zwerk verkondigen Zijn werk en prijzen Zijn beleid. ' Geen oord is er waar deze hemelstem niet wordt gehoord. Alles wat is, draagt het heerlijke merk van de Schepper, vertelt van Zijn macht en wijs beleid. Het deed een Guido Gezelle dichten:

Mij spreekt de blomme een tale, mij is het kruid beleefd, mij groet het altemale dat God geschapen heeft!

'In den beginne' heeft God de hemel en de aarde geschapen. Het gaat hier om creatie ex nihilo, om een schepping uit het niets. Het Hebreeuwse woord bara in Genesis 1 : 1 geeft dit aan. Zulk scheppen uit het niets is voor het mensenverstand echter ongehoord. Wie dit belijdt - en de Kerk doet het - kan dat alleen maar doen als vrucht van een eerbiedig luisteren naar de Heilige Schrift. God heeft geen begin, hemel en aarde hebben dat wel. God riep door het Woord - de Zoon! - de dingen die niet zijn alsof ze waren. De Vader heeft namelijk geschapen door de Zoon. Het is terecht dat men het werk van God niet heeft willen beperken tot de scheppingsdaad 'in den beginne'. Ook de onderhouding en de regering van alles wat God maakte valt onder de werken van God. Onze Heidelberger zegt in Zondag 9 naar aanleiding van Artikel I uit het Apostolicum in dit verband heel juist, dat de eeuwige Vader van onze Heere Jezus Christus de hemel en de aarde, met al wat erin is, uit niet geschapen heeft, en door Zijn eeuwige raad en voorzienigheid nog onderhoudt en regeert. Nooit en nergens raakt de schepping los van God. Altijd en overal blijft ze in haar bestaan en ontwikkeling van Hem afhankelijk.

Het was het grote voorrecht van Israël om dit te weten, want hun waren de woorden Gods gegeven. En wij, die uit de heidenen zijn, mogen het door Gods goedheid weten met hen.

Een belijdenis bij-de-tijd

In onze dagen halen velen de schouders op over Genesis 1. Zij beschouwen deze geschiedenis vanwege de geweldige vooruitgang van onze kennis op allerlei terrein als achterhaald en hopeloos ouderwets. Genesis 1 behoort volgens hen bij een totaal verouderd wereldbeeld. Het is in hun ogen een mythologisch verhaal om te verklaren dat er wat is. Zij daarentegen hangen het moderne geloof van de 'oerknal' aan, een gebeuren dat, zo weten ze te vertellen, zoveel en zoveel miljard jaar geleden plaatsvond. Dat is hun 'in den beginne'. Nog meer geloven zij. Na de oerknal, zo zeggen zij, kwam er een evolutie op gang, die alles kan verklaren, ook het ontstaan van het leven. Wie deze 'feiten' evenwel niet gelooft, telt in hun ogen niet mee; die is bekrompen, naïef, onwetenschappelijk.

Gelukkig maar, dat een christen zich door geen enkele waan van de tijd hoeft te laten meenemen. Hij heeft het Woord van God, een veilige en betrouwbare gids voor het leven.

Daar houdt hij zich aan, ook als hij staat voor het forum van de moderne wetenschap. Hij belijdt vrijmoedig dat zijn God en Vader de Schepper is van hemel en aarde, met al wat erin is, en dat Hij ook alles onderhoudt en regeert naar Zijn raad of plan. Dat hemel en aarde nog staan is Zijn onderhoudend werk. Op zó'n God en Vader is een christen werkelijk trots. Hij weet het heel zeker dat hij niet het toevallige product is van één of andere evolutie, maar schepping van God, gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis. God wilde dat hij er zou zijn. Vóór de wereld er was, had God hem al in gedachten. En nu herschept God hem door Zijn Geest naar het beeld van Christus, totdat hij eens de nieuwe schepping mag binnengaan.

Er is nog iets waar we even de vinger bijleggen. Juist een christen moet er weet van hebben dat hij zuinig moet zijn op Gods schepping. Hij moet het eigendom van zijn hemelse Vader goed beheren. Hij mag de schepping niet uitbuiten, vervuilen of vernielen. Hij is door God gesteld 'om de aarde te bebouwen' . Hij mag de bodem in cultuur brengen met het oog op voedsel. Bodemschatten mag hij benutten. Wetenschap mag hij bedrijven. Allerlei vormen van kunst mag hij beoefenen. Als het alles maar is tot eer van de Schep- per en tot zegen voor de naaste en het nageslacht. Dat hier nog heel wat meer te zeggen zou zijn, is duidelijk. We laten het er echter bij deze vingerwijzingen. Het geeft een ieder voldoende stof om verder te overpeinzen. Dat God Schepper van alles is, heeft ons zoveel te zeggen. Hoe groot js Hij, hoe heerlijk is Zijn Naam. Ja, het troost het hart om dit te mogen belijden. Bij dit alles mag ook niet worden vergeten dat we tot dusver nog wat lieten liggen: God is ook de ... Almachtige! Daarmee ronden we de volgende keer ons nadenken over Artikel I af.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's