Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Simson (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simson (4)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Als hem nu zeer dorstte, zo riep hij tot de HEERE en zeide: ij hebt door de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven; zou ik dan nu van dorst sterven en vallen in de hand van deze onbesnedenen ? Richteren 15 : 18

Naar de Filistijnen

Simson is gevangen genomen. Door zijn eigen volksgenoten nog wel. Met nieuwe touwen hebben ze hem gebonden. Daar gaat de stoet: van de rots Etam naar Lechi, waar de overdracht zal plaatsvinden. We kunnen ons voorstellen hoe de Filistijnen naar dit moment hebben uitgezien. Zodra ze Simson zien, gaat er een groot gejuich op. Daar is hij: Simson, hun gehate vijand.

Als we hem zien gaan, denken we: moet het nu zo met hem aflopen? Niet dat Simson het verdient, dat God nog naar hem omkijkt. Er is genoeg gebeurd. En toch vragen we: moet het nu zo met hem aflopen? Simson, het zonnekind. Het kind van Gods belofte. Hij zal beginnen om Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen. In plaats daarvan levert zijn eigen volk hem uit aan de vijand.

Simson heeft alles en iedereen tegen. Als we alleen zien naar wat voor ogen is, dan denken we: waar is de God van Simson nu? De God van zijn roeping. Wat merk je ervan: Hij Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal. Zou het niet gestormd hebben in Simsons hart? Ook kinderen van God hebben de uitreddingen niet altijd binnen handbereik.

Een nieuwe slag

Bij Lechi nemen de gebeurtenissen echter een verrassende wending. Even lijkt het, alsof het voor de Filistijnen een feestelijke overdracht wordt, maar het loopt heel anders. De Geest des HEEREN wordt vaardig over Simson (vers 14). Hoe eenzaam hij ook is, hij is richter in dienst van God. Hij zal beginnen om Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen. Als de Geest des HEEREN over Simson komt, dan heeft hij bovenmenselijke kracht. Met één beweging scheurt hij die nieuwe touwen, alsof het dunne draadjes zijn. Hij heeft zijn handen vrij. Hij zoekt een wapentuig - het is een vochtige ezelskaak - en hij slaat er duizend Filistijnen mee dood.

Nu moeten we daar toch wel nader op ingaan. Wij leven in een tijd, waarin terroristen dood en verderf zaaien. De aanslagen in New York en Madrid liggen nog vers in ons geheugen. En dan nu die aanslagen in Londen. Op het eerste gezicht lijkt Simson ook een terrorist. Hij kijkt ook niet op een mensenleven meer of minder. Wat is het verschil tussen een terrorist, die in naam van Allah aanslagen pleegt en Simson, de knecht van God? Het verschil zit in het begin.

Simson moet Israël van de Filistijnen verlossen. Dat is niet zomaar een idee van Simson. De HEERE heeft het gezegd. Als de Geest des HEEREN vaardig over Simson wordt, dan wordt hij teruggebracht bij zijn roeping. De Geest van God bindt Zich altijd aan het Woord van God: Hij zal beginnen om Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen. Er zijn van die momenten, dat God orde op zaken stelt. Deze slag bij Lechi hoort bij Simsons richterschap. Niet voor niets eindigt ons hoofdstuk met de mededeling dat Simson Israël in de dagen van de Filistijnen twintig jaren richtte. Ook hier is Simson een type van Christus. Bij Christus' overwinning vergeleken is Simsons overwinning nog maar kinderspel. Simson verslaat er duizend, Christus draagt de banier boven tienduizenden. Hij verlost niet van de Filistijnen, maar Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.

Een versje

Met een ezelskaak verslaat Simson duizend Filistijnen. God geeft hem de overwinning. Zegt Simson dat ook? Ik hoor •hem zingen: 'Met een ezelskinnebakken, een hoop, twee hopen, met een ezelskinnebak heb ik duizend man geslagen.' Er zit in het Hebreeuws een woordspeling in, die in onze vertaling niet meer zo uitkomt. Het woord 'ezel' en het woord 'hoop' klinkt in het Hebreeuws bijna hetzelfde. Ik las ergens de vertaling: 'Met een ezelskaak heb ik dat ezelstuig verslagen.' Als Simson zijn overwinningslied gezongen heeft, gooit hij de ezelskaak weg en noemt hij de plaats naar die ezelskaak: Ramath-Lechi. Kaakbeenhoogte. De plaats waar Simson de overwinning behaald heeft. Als het aan Simson gelegen had, dan was die naam ongewijzigd gebleven. Maar daarover zo dadelijk meer.

Wat is er mis met dat versje van Simson? De Naam van God wordt verzwegen. Nu gebeurt dat dagelijks. Maar dat Simson dit ook doet .... Hij is geen onbesneden Filistijn. Hij is een knecht van God. De HEERE geeft hem de overwinning. Als we echter naar Simsons overwinningslied luisteren, dan horen we er niets over. Hij zingt niet: 'Ik heb in 's HEEREN kracht gestreden.'

Simson zingt zijn eigen lied: 'Met een ezelskaak heb ik die ezels verslagen.' In Gods kracht behaalt hij de overwinning, maar blijkbaar is hij God zo vergeten. Daar zijn kinderen van God niet te goed voor. Wat een hoogtepunt had moeten worden, wordt door Simsons eigen schuld een dieptepunt. Herkent u het? Wij kunnen zelfs de zegeningen van God zo verknoeien door onze eigen eer voorop te zetten.

Op zijn plaats gebracht

Nu gaat de HEERE Simson op zijn plaats brengen. Alleen blijft hij op het slagveld achter. De Filistijnen zijn verslagen. De mannen van Juda zijn allang verdwenen. Daar staat Simson. Hij heeft zijn overwinningslied gezongen. Maar dan laat de HEERE zien, hoe zwak hij eigenlijk is. Simson krijgt vreselijke dorst. Dorst, dat is in het Midden-Oosten een vreselijke vijand. Wie niet drinkt, droogt uit en sterft. Simson krijgt dorst. Daar heeft God een bedoeling mee. Hij neemt Simson apart. Het is alsof de HEERE zegt: 'Simson, Ik heb je net horen zingen. En je hebt deze plaats Ramath-Lechi genoemd. Kaakbeenhoogte. Denk je nu echt datje het zelf gedaan hebt? Nee, Simson, het moet anders worden. Zo ver zal Ik je brengen.' De HEERE heeft vele middelen om een mens op zijn plaats te brengen.

Misschien weet u daar in uw eigen leven ook wel van. En dat doet God niet voor niets. Hij staat op Zijn eer! We kunnen de HEERE niet ongestraft Zijn eer ontnemen. Zolang we ons eigen leven leiden, roven we Gods eer. Maar ook kinderen van God doen dat nog. Als we de HEERE de eer niet geven, dan doen we God daarmee te kort. Wie de HEERE looft, die wordt er zelf klein onder. Hoe groter we over God gaan spreken, des te kleiner we over onszelf gaan denken. En omgekeerd geldt dat ook. Zolang Simson zijn eigen lied zingt, is hij groot met zichzelf. Over God horen we hem niet. Maar nu gaat de HEERE Simson op zijn plaats brengen. Dat is op zichzelf al genade. Stel u voor dat God het niet had gedaan. Dan was Simson terug naar huis gegaan. Hij had misschien nog eens omgekeken en gedacht: zo, dat heb ik mooi voor elkaar gekregen. Nü kan dat niet meer. De HEERE zet hem stil. In de krachtmeting met de Filistijnen is Simson de sterkste, maar van God moet hij het verliezen. Weet u daar ook van: dat de HEERE u te sterk is geworden?

Simsons gebed

Waaruit blijkt, dat de HEERE Simson op zijn plaats brengt? Simson gaat bidden.

En biddende mensen zijn mensen die overwonnen zijn. Want zie, hij bidt! 'HEERE, Gij hebt door de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven; zou ik dan nu van dorst sterven en vallen in de handen van deze onbesnedenen? ' Simson bidt. Dat is een kenmerk van genade. Nu zouden wij kunnen zeggen: Simson, is het niet een beetje laat om te bidden? Je was toch zo druk met jezelf? Beter laat dan te laat, denk ik maar. Laten we onszelf liever de vraag stellen: hebben wij de Naam des HEEREN al aangeroepen. Simsons gebed is echt. Hij geeft God de eer. Door de hand van Uw knecht hebt U dit grote heil gegeven, HEERE! Soli Deo Gloria! Alleen God de eer. Zou ik dan nu sterven en vallen in de handen van deze onbesnedenen? Hoe moet het dan met Uw beloften? Echt bidden is je op God beroepen. Op Zijn beloften.

Gods verhoring

De HEERE zorgt voor water in Lechi. Zoals lang geleden Israël te drinken kreeg in de woestijn. Een teken van Gods zorg. Jaren later klinkt weer die roep: Mij dorst. Dieper nog dan hier bij Simson. Christus' klacht is de klacht van de hel. Daar is het water des levens verdiend. Het water bij Lechi is er een voorspel op. Hoe noemt Simson die plaats? Kaakbeenhoogte? Nee, de naam wordt gewijzigd: de fontein van de aanroeper. Waar zouden we dan anders eindigen dan bij Christus? Door Hem verhoort God het gebed van een vermoeide dorstige ziel. Zo iemand dorst, zegt Hij, die kome tot Mij en drinke!

A.J. Kunz, Groot-Ammers

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Simson (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 2005

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's