Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apostolische Geloofsbelijdenis

7 minuten leestijd

GELOOFSLEER

[Ik geloof] het eeuwige leven (Artikel 12, vervolg)

Het leven zoals door God bedoeld

Door het artikel van het eeuwige leven te plaatsen na dat over de opstanding heeft de Kerk duidelijk willen maken dat ze ook hier haar blik naar de toekomst richtte, naar het leven in de heerlijkheid, naar het leven zoals dat eens in volle luister openbaar zal worden. Dat dit eeuwige leven ook op één of andere manier al met de tijd vóór de opstanding der doden heeft te maken zal ons later nog moeten bezighouden. Eerst moeten we nagaan wat over dit eeuwige leven te zeggen valt. Welk leven had de Kerk eigenlijk voor ogen, toen ze beleed: ik geloof het eeuwige leven? Wanneer de Kerk haar vaste geloof in het eeuwige leven uitspreekt, heeft ze het oog gericht op een leven dat wordt geleefd in een ongebroken gemeenschap met God. Want dat is pas écht leven: leven in een nooit meer door de zonde gestoorde gemeenschap met God. Dat is het nieuwe paradijs. Uit de Heilige Schrift weten we dat de mens in het eerste paradijs ook in een ongestoorde gemeenschap met God leefde. Hij was als kind van God het voorwerp van Zijn liefde en zorg. De bij deze toestand passende heerlijkheid was aangelegd op groei, op nog groter heerlijkheid. De hof van Eden was niet z'n eindstation maar het begin van een leven dat zich steeds rijker zou mogen ontplooien. God wilde de mens brengen tot het allerhoogste wat een schepsel ooit van Hem ontvangen kan: het eeuwige leven met God in Zijn heerlijkheid, het voortdurend zien van Zijn aangezicht. Aan dit leven dacht de Kerk toen ze beleed: ik geloof het eeuwige leven. Daarmee sprak ze op grond van de Schrift haar geloof uit dat God toch uiteindelijk het door Hem gestelde doel voor de mens bereiken zal. Hij zal al Zijn uitverkorenen, zowel naar hun lichaam als naar hun ziel, volkomen zalig maken. Ook zal Hij allen verheerlijken. Wel zal in de mate van heerlijkheid onderscheid wezen. Want niet allen staan straks 'even dicht bij de troon'. Dus al loopt Gods weg met de mens langs de lange en zo moeilijke omweg van zondeval, verzoening en verlossing, toch heeft de Kerk mogen weten - en dat ook getroost beleden - dat Gods plannen niet falen. De zonde kan als duistere en verdervende macht veel teweeg brengen, de duivel mag Gods werk tot het uiterste tegenstaan, niemand of niets kan Gods raad teniet doen. Gelukkig maar. Daarom gaat het heen naar de dag waarop de mens Gods, de mens zoals God hem bedoelde, volle werkelijkheid wordt. Straks immers zullen de uitverkorenen geheel herschapen zijn naar het beeld van Christus, Gods Zoon Die in de volheid van de tijd ook mens werd, mens in de ware zin van het woord, en dit menszijn voor de Zijnen door lijden en sterven heen tot volle heerlijkheid bracht en het nu voor hen leeft in de hemel.

Sober spreken

Zonder twijfel past soberheid bij al ons nadenken en spreken over de toekomst die door de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel zo mooi 'het leven der toekomende eeuw' wordt genoemd. De Schrift zelf spreekt er namelijk ingehouden en sober over. Daarom schrijft Johannes dat het nog niet is geopenbaard wat wij zijn zullen (1 Joh. 3:2). We zien nu nog in een duistere rede, maar eens zullen we kennen van aangezicht tot aangezicht (1 Kor. 13). Buiten de paden van het Woord moeten we dus niet gaan. We zouden dan onherroepelijk vervallen tot nutteloos gespeculeer. Wat God voor ons verborgen houdt, moeten wij niet in een ongepaste nieuwsgierigheid willen ontsluieren. Alle aardse denkmogelijkheden en begrippen schieten zondermeer tekort om te zeggen wat God bereid heeft voor allen die Hem vrezen. Zondag 22 van de Catechismus spreekt in dit verband over het bezitten van 'een volkomen zaligheid na dit leven, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, en in geen mensenhart is opgekomen, en dat om God daarin eeuwig te prijzen.' En iemand als Calvijn zegt over het eeuwige geluk heel treffend dat daarvan 'de uitnemendheid zo groot is, dat, ook al was er alles over gezegd waartoe de tongen van de mensen in staat zouden zijn, toch ternauwernood het geringste deel daarvan zou zijn aangestipt. Want hoezeer naar waarheid we zouden horen dat het Koninkrijk van God vol zal zijn van glans, vreugde, geluk en heerlijkheid, zo blijven toch deze dingen die genoemd worden zeer ver verwijderd van ons besef en als het ware in raadsels gewikkeld, totdat die dag zal gekomen zijn, waarop Hij ons Zijn heerlijkheid van aangezicht tot aangezicht te schouwen zal geven.' (Inst., II, 25, 10). Het blijft op aarde dus zoeken en tasten naar woorden, want Gods grote verrassing staat voor Christus' Kerk nog uit. God houdt ervan om Zijn kinderen te verrassen en eeuwig blij te maken. Toch hoeven we niet helemaal ons in stilzwijgen te hullen, want wat de Schrift over het eeuwige leven zegt is rijk genoeg om bij stil te staan.

Een gevarieerd spreken

De Schrift spreekt op verschillende manieren over het komende leven in de heerlijkheid. Nu eens gebruikt ze bekende aardse beelden om voor ons als in de verte er iets van aan te duiden, zoals het ons allen zo vertrouwde beeld van een maaltijd of bruiloft (zie bijv. Openb. 19:9). Dan weer komen we in haar uitspraken tegen die op ontkennende wijze iets over het eeuwige leven zeggen. Dan geeft ze aan wat het eeuwige leven niet is of waarmee het niet belast is. Op die wijze komt het eeuwige leven in scherp contrast te staan met het leven van 'deze' eeuw, het leven dat voorbijgaat. Het zal bijvoorbeeld een leven zijn zónder zonde en schuld, zónder honger en dorst, zónder verdrukking, zónder tranen, zónder dood en rouw, zónder nacht, zónder klacht, zónder moeite, zónder gebrek, een leven zónder zon en maan. Daar God zelf en het Lam het licht der verlosten zullen zijn (zie o.a. Openb. 7; 21; 22). Maar ook komen we in de Schrift uitspraken tegen die in positieve zin aangeven wat de kenmerken van het eeuwige leven zijn: et is eeuwig, de verlosten zullen God zien en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn geschreven. God zal alles en in allen zijn zodat geen tempel meer nodig is vanwege de directe gemeenschap met Hem, het zal een kennen zijn van aangezicht tot aangezicht, een kennen zoals wijzelf door God gekend zijn, het zal ook een leven zijn van gerechtigheid, vrede en blijdschap (vgl. Rom. 14 : 17), en bovenal zal het een leven zijn bij en met Christus (zie bijv. 1 Thess. 4 : 17).

Het waren deze heerlijke getuigenissen uit de Schrift die Luther e.a. in hun onderwijs overnamen. Zo omschrijft Luther in z'n Kleine Catechismus het eeuwige leven als 'een volkomen, onophoudelijk genieten, liefhebben en loven van de ware drie-enige God in de hoogste vreugde en in de zalige gemeenschap met alle verloste en volmaakte kinderen van God.' De hervormer Calvijn zegt in de hierboven reeds aangehaalde paragraaf uit de Institutie: 'Indien de Heere de uitverkorenen in Zijn heerlijkheid, kracht en rechtvaardigheid zal doen delen, ja Zichzelf aan hen te genieten zal geven en, wat nog voortreffelijker is, enigermate met hen één zal worden, laat ons dan bedenken, dat in die weldaad alle soort van geluk is vervat.' En iemand als Ursinus, om niet meer te noemen, noemt in z'n Grote Catechismus het eeuwige leven 'de heldere kennis en verheerlijking van God, en de eeuwige blijdschap in God, de volheid van alle goed.' Juist dit heerlijke uitzicht op het eeuwige leven gaf hun en vele anderen moed en kracht om voort te gaan op de weg van het vaak zo aangevochten geloof. Zo konden ze de strijd volhouden, want ze wisten van het schoon vooruitzicht dat het hart streelt, van de troost van het leven dat komt.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Apostolische Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 maart 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's