Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mijn Steenrots, waarom vergeet Gij Mij?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mijn Steenrots, waarom vergeet Gij Mij?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

'Ik zal zeggen tot God: ijn Steenrots, waarom vergeet Gij Mij? Waarom ga ik in het zwart vanwege des vijands onderdrukking? Psalm 42:10

Opnieuw leerzame stof. In het voorafgaande vers was er belijdenis: 'Maar de HEERE zal des daags Zijn goedertierenheid gebieden en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn, het gebed tot de God mijns levens' (vs. 9). Daar klonk vastheid in door. Een door Gods Geest gewerkte zekerheid. Hoe benauwd en bestreden zijn positie ook was, de dichter mocht toch geloven: 'Maar de HEER' zal uitkomst geven...'!

Hopelijk weten ook wij daarvan. Die zekerheid doet dan tegelijk goed spreken van God. Dan kunnen de omstandigheden moeilijk zijn, maar dan vervult toch Gods lof ons hart en onze mond: "k Zal Zijn lof zelfs in de nacht zingen, daar ik Hem verwacht...'! Maar nu komt de les. Want velen denken: als het zo ligt in het hart, zijn alle vragen weg. U misschien ook. Psalm 42 laat echter zien: zo is het niet. Geloofsvastheid en - zekerheid maken geen einde aan de vragen, maar dringen ons wel om ze met 'des te meer vrijmoedigheid' aan God voor te leggen (Calvijn).

Waarom vergeet gij Mij?

Dat er nog vele vragen over kunnen blijven, blijkt zonneklaar uit de verzen die nu voor ons liggen. De dichter belijdt: 'Ik zal zeggen tot God: mijn Steenrots, waarom vergeet Gij mij?

Waarom ga ik in het zwart vanwege des vijands onderdrukking? ' Het is een vraag naar het doel. De dichter bedoelt niet dat de HEERE hem volstrekt verlaten heeft. Dat zou strijden met zijn vorige belijdenis. Maar wel klemt bij hem de vraag wat de Heere ermee voor heeft om hem te laten in de omstandigheden waarin hij verkeert.

U herinnert zich: tegen zijn wil verkeert hij in den vreemde. Ver verwijderd van Jeruzalem. Van de tempel. Van de dienst van God. Omgeven door mensen die met zijn God niet rekenen en hem spottend toeroepen: 'Waar is uw God? '. Dat alles is voor hem een bittere smart. Maar het ergste is: hij gevoelt zich ook van God verlaten. Zeker, hij gelooft vast dat Hij er is en dat Hij op Zijn tijd uitkomst zal geven, maar hij mist het gevoel van Zijn nabijheid, liefde, tegenwoordigheid en genade.

En nu vraagt hij: waarom? Waarom is hij daar in den vreemde verstoken van de blijken van Gods gunst? Waarom grijpt zijn God niet reddend in? God is toch machtig! Hij heeft toch maar te spreken en het is er, te gebieden en het staat er. Waarom treedt er dan geen verandering in? Waarom blijft alles zoals het nu al langere tijd is? 'Mijn Steen- rots, waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart vanwege des vijands onderdrukking'? En juist uit de klemmende vragen die de dichter hier stelt, blijkt: hij gevoelt in de tegenspoed die hem heeft getroffen Gods hand! Hij staart zich niet blind op mensen of omstandigheden. Nee, hij speurt naar de hand die achter dit alles schuilgaat en dat is ten laatste de hand van zijn Gód!

Gods hand

Wij mensen zijn helaas altijd weer geneigd om alleen te letten op de uiterlijke dingen. Op mensen. Op omstandigheden. Op tegenstand. Op verachting en krenking die ons van de kant van mensen wordt aangedaan. De dichter van Psalm 42 ziet echter verder. Hij heeft de inhoud van de Heidelberger nooit gekend, maar wat onze Heidelberger in zondag 10 belijdt, is ook zijn levensovertuiging, namelijk 'dat alle schepselen alzo in Zijn hand zijn dat ze zich tegen Zijn wil noch roeren noch bewegen kunnen'. ledere gelovige heeft daarom verder te zien en zich af te vragen: wat heeft de Heere mij te zeggen in alles wat mij overkomt? Wat heeft Hij mij te zeggen in ziekte, tegenspoed en verdriet? Maar ook: wat heeft Hij mij te zeggen als mensen mij tegenstaan? Mij dwars zitten, verdrukken, bespotten, kleineren?

Juist omdat het doel hem verborgen is, vraagt de dichter hier tot twee keer toe: 'Waarom...? 'Nooit heeft de Heere immers kwade bedoelingen. Nooit onheilige oogmerken. Vergissen doet Hij Zich ook niet. Als zelfs de haren van ons hoofd alle zijn geteld, zou dat dan ook niet gelden voor de levensomstandigheden waarin we verkeren?

Heeft Hij bovendien in het uur van onze Doop niet beloofd dat Hij 'als een Vader alle kwaad van ons weren of ten onze besten keren wil'!

En daarom: het is geen ongeloof, maar geloof dat doet vragen: Waarom...? ' Wie denkt hier niet aan Hem in Wie al de Psalmen heerlijk zijn vervuld? Toen Christus op Golgotha tijdens die drieurige duisternis bad: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ', was ook dat geen ongeloofsklacht, maar een geloofsuiting waarbij Hij in die helse benauwdheid Zijn Vader vroeg: 'Laat het grote doel en nut van dit lijden Mij niet verborgen zijn, maar Mij helder voor de geest staan en doe Mij volharden tot het einde...!

Zinken op de Rots

Hoezeer de dichter van Psalm 42 hier in het geloof spreekt, komt vooral tot uiting in de aanspraak: 'Mijn Steenrots. ..'! Een prachtige aanduiding. Immers, een 'Steenrots' is in de Bijbel altijd het beeld van vastheid, onwrikbaarheid, betrouwbaarheid...'! Het huis dat op de Steenrots gebouwd is, staat vast. Stormen mogen tegen dat huis aanslaan, hagel en regen mogen er striemend op neerslaan, maar dat huis staat vast omdat het gefundeerd is op de rots. Zo mag ook de dichter van Psalm 42 - temidden van alles wat tegen is - zich toch verlaten op zijn God als op een Steenrots!

U ook? Een betere Toevlucht is er niet. Kent u een betrouwbaarder Fundament, een hechtere Grondslag? Nee toch! Is ooit iemand met deze God beschaamd uitgekomen? Is iemand ooit tevergeefs neergezonken op Zijn Zoon, Christus, de 'vaste Rots' van het behoud? Nee, toch! Ook u gaat mogelijk gebukt onder vele vragen. Ook u kunt de weg die God met u gaat misschien niet begrijpen en overzien. Wat dan? Gewanhoopt? God vaarwel gezegd? Het maar afgewacht? Nee, de Geest wil u leren om ook in nood en dood te zinken op Hem Die een volkomen Zaligmaker is voor allen die op Hem hopen. Om het in die weg te ervaren: 'Wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd'! Asaf beleed: 'Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen van mijn hart en mijn Deel in eeuwigheid'!

L.W.Ch. Ruijgrok, Monster

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Mijn Steenrots, waarom vergeet Gij Mij?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's