Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ongelovige dominees?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ongelovige dominees?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

ACTUEEL

De IKON enquête

Enkele weken geleden verscheen ter gelegenheid van het zestig jarig bestaan van de IKON een onderzoek naar godsbeelden onder pastores. Uit het onderzoek - met de merkwaardige titel God is een verhaal - kwam op het eerste gezicht een weinig verrassend beeld naar voren. 63% van de ondervraagden antwoordde dat ze geloofden in een God Die Zich met ieder mens persoonlijk bezighoudt, 21% was de overtuiging toegedaan dat er een God is of een hogere macht, die het leven beheerst. Voor 84% van de geënquêteerden speelt het geloof dus een (belangrijke) rol. Overigens kunnen we hierbij wel een aantal vragen stellen. Is de persoonlijke God, waar 63% van de ondervraagden in zegt te geloven, ook de God van de Schriften? Hebben we het hier over de God van Abraham, Izak en Jakob? Gaat het hier over onze Heere Jezus Christus, in Wie wij het aangezicht van de Vader zien? Die vraag is nog meer gewettigd bij de groep van 21%, die zegt te geloven in een God of een hogere macht die ons leven beheerst. Een dergelijk antwoord neigt in ieder geval naar het 'ietsisme'.

Agnosticisme en atheïsme

Het gaat me nu echter vooral om 16% van de respondenten, die aangaven dat ze niet weten of er een God bestaat of die het bestaan van God zelfs ontkennen. Een dergelijke uitkomst zouden we kunnen verwachten bij een onderzoek onder kerkleden. Er zijn immers mensen die slechts 'op papier' lid zijn. Er zijn zelfs mensen die onder een Schriftgetrouwe prediking ter kerke gaan en toch voor zichzelf niet weten of er een God bestaat. Een dergelijke uitkomst zouden we niet mogen verwachten onder predikanten. Toch zegt 1 op de 6 predikanten die aan het onderzoek hebben meegedaan dat ze niet weten of er een God bestaat of dat ze het bestaan van God ontkennen. Met andere woorden:1 op de 6 is agnost, of zelfs atheïst. Een aantal om van te huiveren. Ongeveer tegelijkertijd met het IKON-rapport verscheen een onderzoeksrapport van de Universiteit Leiden: e bent jong en je wilt anders. Het betreft hier een onderzoek onder jongeren uit protestantse gemeenten en katholieke parochies. De uitkomsten waren nog schokkender: lechts een op de vijf jongeren zei in God te geloven. De anderen hebben wisselende ideeën over God en geloof, of geloven dat er geen God is. Zou het een soms met het ander te maken hebben? Wie als predi- kant agnost of zelfs atheïst is, die is een blinde leidsman. Hoe zal een blinde een blinde geleiden, zegt onze Heere Jezus Christus. Brengen dergelijke enquêtes niet schrijnend aan het licht, hoezeer het gebinte van de kerk in Nederland is aangetast?

Atheïstische dominees

De uitkomsten van deze onderzoeken zijn echter niet de reden om erover te schrijven. Al te makkelijk doen we dat uit zelfrechtvaardiging: bij ons is het in ieder geval nog minder erg dan bij de buren. De afgelopen jaren hebben we gezien - of we zouden het in ieder geval moeten zien - waar dergelijke kerkelijke hoogmoed ons brengt. Als de HEERE ons niet vasthoudt, glijden wij ook mee. Er is dus geen reden voor zelfverzekerd optimisme. Waarom toch hierover geschreven? Na het lezen van de IKON enquête kwam me een artikel onder ogen uit het dagblad Trouw van zaterdag 1 juli 2006. Het betreft een interview met een predikant uit de PKN onder de kop Dominee én overtuigd atheïst. De kop dekt de lading van het artikel: uitdagend en schokkend. Daarmee krijgt het getal van ' 1 op de 6 dominees' een gezicht. Blijkbaar bestaan ze: atheïstische dominees. Voor mijn catechisanten (gelukkig) onbegrijpelijk, maar ze zijn er toch maar.

Atheïsme als redder van de kerli?

Om het verhaal in Trouw kort samen te vatten: het atheïsme zou de kerk moe-ten redden. 'De toekomst van de kerk hangt af van het atheïsme', aldus ds. K. Hendrikse uit Middelburg. Een aantal citaten uit het bedoelde krantenartikel: 'Geen mens gelooft toch meer dat er een collectief aanspreekbare God is? ' Volgens deze predikant bestaat God niet, en daar moet het kerkelijk spraakgebruik op aangepast worden. 'Voor je het weet, gaat het tóch weer over een God die hemel en aarde gemaakt heeft. Terwijl dat een onbijbels beeld is.' 'Als ik naar het ziekenhuis ga, dan heb ik niks bij me. Geen bijbeltje, geen gebed. Dat is moeilijk hoor. Ik ben wel eens jaloers op zo'n dominee die dan gaat zitten bidden. Mij loopt juist het zweet over de rug. Maar het gaat meestal goed.' Geloof in een persoonlijke God noemt Hendrikse 'onzin'. Zelf gelooft hij dat God niet bestaat. In zijn eigen woorden: 'Ik ben atheïst en ik ben dominee omdat ik in God geloof. Ik geloof dus in een God die niet bestaat.' Van een dergelijk atheïsme zou de toekomst van de kerk afhangen. Als er gevraagd wordt naar een concrete invulling, trekt Hendrikse een laatje vage religiositeit open. 'De kerk lijkt op een eetcafé. Daar kan iedereen terecht die trek heeft in geestelijk voedsel.

Kerkgangers, maar ook ietsisten, soloreligieuzen die alleen aanschuiven als ze geen zin hebben om alleen te eten. Reli-shoppers kunnen er boodschappen doen, zweefgelovigen kunnen er een zachte landing maken. Iedereen die religieus niet onverschillig is, ziet er z'n eigen vragen op het menu staan.' Atheïsme betekent dus bhjkbaar: het Antwoord (God) verzwijgen, en alleen (religieuze) vragen stellen. De Bijbel ligt naast de Koran en de Veda-geschriften, naast boeken van Toon Tellegen en de krant.

De verbeelding

Waar het spreken van God vervangen wordt door onze menselijke verbeelding van het 'goddelijke', houden we dus niets over. Dat wisten we al uit de geschriften van Kuitert. Wie iets van hem gelezen heeft, kan ook de opmerkingen van ds. Hendrikse plaatsen. Dit is blijkbaar de 'theologie' van de moderne vrijzinnigheid. Een theologie zonder God, met de mens en zijn verbeelding als de maat van alle dingen. Dit is geen theologie, maar een vorm van psychologie. Hier is van het geloof van de Kerk der eeuwen niets meer over. Het wordt zelfs neerbuigend als achterhaald afgedaan. Wat overblijft, is een vaag religieus gevoel. Terecht noemt Hendrikse het zelf: atheïsme. Wie echter overtuigd atheïst is, heeft in de kerk niets te zoeken. Zeker niet als voorganger, die nota bene door de kerk betaald wordt. Het is slechts een kwestie van moreel handelen om in dat geval het ambt neer te leggen. Wat dat betreft waren Busken Huet en Pierson, vrijzinnigen uit de 19''^ eeuw, consequenter. Die legden hun ambt wel neer. In één opzicht moeten we Hendrikse gelijk geven. Hij zegt dat het hem verbaast dat de kerk hem nooit uit zijn ambt heeft gezet. Daar kunnen we gerust verbaasd over zijn. Hoe kan iemand dienaar van God zijn, als hij niet in het bestaan van God gelooft? De kerk mag een dergelijke provocatie als van ds. Hendrikse niet onbeantwoord laten. Hier is de geloofwaardigheid van de kerk in het geding.

Om de levende God

Welk antwoord moet er gegeven worden op de suggestie dat het atheïsme de redding van de kerk zou zijn? Wat mij betreft is het een retorische vraag. Dezer dagen las ik het boek Wat verbeelden we ons wel? !, van dr. E.P. Meijering. Nu zal ik dr. Meijering niet voor mijn standpunt annexeren. Er zijn bijvoorbeeld vragen te stellen bij zijn Schriftvisie. Wat deze remonstrantse predikant schrijft, geeft echter toch vaak te denken. In elk geval zet hij de erfenis van de Kerk der eeuwen niet bij het oud papier. Een gelovige, die zich niet op God als een werkelijkheid buiten hem mag richten, die staat volgens Meijering met lege handen. Indirect geeft hij antwoord op de suggestie van Hendrikse dat het atheïsme de kerk kan redden. Ik citeer: 'We kunnen ons hoogstens afvragen of de verbeelding met behulp van termen uit de christelijke traditie onszelf tot een nieuwe vorm van christen-zijn kan inspireren. Uiteindelijk kan iedereen die vraag alleen voor zichzelf beantwoorden. Mijn antwoord daarop luidt: nee. Een half ei is al iets wat ik de mensen op de zondagochtend niet zou durven aan te bieden, om over een lege dop dus maar te zwijgen. De vraag kan ook nog anders worden gesteld: zou ik bij een kerk willen horen, die alleen uit en in verbeelding leeft, die het geloof in God vervangt door een beeldend spreken waarin God oplicht? ' De vraag stellen is haar beantwoorden. Niet het atheïsme redt de kerk, evenmin als de vrijzinnigheid. Evenmin trouwens als een dode orthodoxie, zeg ik erbij. Alleen de levende God kan de Kerk redden. Christus heeft Zijn Kerk gered. De vraag voor predikanten en gemeenteleden is, of we voor Hem door de knieën zijn gegaan. Zoals de vader in het evangelie: Ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp!

A.J. Kunz, Groot-Ammers

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Ongelovige dominees?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's