Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gebed des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gebed des Heeren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze (2)

Verzoeking

In het eerste deel van de zesde bede valt It het woord verzoeking. De bidder vraagt t of God hem daar niet in wil leiden. Waar moeten we bij dit woord verzoeking precies aan denken? In het Grieks staan het woord peirasmos. Het kan in diverse gevallen heel goed worden vertaald met beproeving. We moeten dan denken aan een toets of test, dus aan een heel grondig onderzoek bedoeld om de waarheid aan het licht te brengen. Op zich heeft deze betekenis niet een ongunstige klank. Maar het woord komt ook in duidelijk ongunstige zin in de Bijbel voor. Het gaat dan om wat wij gewoonlijk verzoeking noemen, dus om de verlokking en verleiding tot zonde. We zullen deze verschillende betekenissen moeten overwegen als de Bijbel ergens het woord peirasmos of het bijbehorende werkwoord peirazein gebruikt. De context moet daar uitmaken welke van de beide betekenissen er het best past: beproeving óf verzoeking.

Om dit na te gaan voor de zesde bede sluiten we ons aan bij de zienswijze van Calvijn en anderen, dat de zesde bede één geheel is en het tweede deel van de bede de uitleg is van het eerste. We zullen in ons geval dus een expliciet verband moeten aannemen tussen peirasmos en de boze!

De boze als verzoeker

In de zesde bede komt, zo is wel duidelijk, een duistere figuur in beeld: e boze of satan, de duivel. De Bijbel noemt hem veelbetekenend ook de verzoeker (Matth. 4 : 3 ; 1 Thess. 3 : 5). Indringend klinkt in de Schrift de waarschuwing om toch voor hem op de hoede te zijn. Hij is namelijk een geduchte tegenstander en gaat als een briesende en verscheurende leeuw rond, onvermoeibaar op zoek naar prooi (1 Petr. 5 : 8). Hij heeft maar één doel: e ondergang van mensen. Niet voor niets noemt Christus hem ergens 'de mensenmoorder van den beginne'.

Om dit doel te bereiken hanteert de vorst der duisternis een duivelse strategie: hij verlokt en verleidt mensen tot zonde om ze zo jammerlijk ten val te brengen en zo mogelijk zelfs in het eeuwige verderf te storten. Het woord peirasmos heeft in de zesde bede daarmee dus de ongunstige betekenis. Het gaat voluit om verzoeking, om verlokking en verleiding tot zonde. De boze beproeft niet, hij verzoekt. Dit is zelfs het belangrijkste wapen in zijn omvangrijke wapenarsenaal. Hij is met dit wapen heel vertrouwd. Hij gebruikt het immers al eeuwen lang. En wel met groot succes! Hij beproefde het voor het eerst in het paradijs en wist zo het eerste mensenpaar tot zonde en afval van God te bewegen. We denken in het Oude Testament ook aan zijn huiveringwekkende aanvallen op Job. Wat mocht satan ontzettend ver gaan in z'n pogingen om deze rechtvaardige tot opstand tegen God en tot Godslastering te bewegen. Voor het Nieuwe Testament wijzen we met name op de verzoeking van Christus in de woestijn (Matth. 4 : Iv.v.). Veertig dagen en nachten achtereen heeft satan alles uit de kast gehaald om de Heere maar te kunnen vangen in z'n strikken. Wat heeft hij gehoopt dat de Heere Zijn Middelaarschap zou verloochenen en eraan zou geven. Overal in de Schrift zien we deze grote tegenstander van God rusteloos aan het werk, ook op plaatsen waar hij niet met name wordt genoemd. Hij is de verzoeker bij uitstek en opereert bij voorkeur meestal in het schemer of duister. Dan valt hij minder op. Zijn techniek van verzoeken wordt steeds geraffineerder en volmaakter. Voortdurend vindt hij nieuwe en nog doeltreffender methoden en middelen om mensen te verzoeken. Wie hem onderschat weet niet wat hij doet. Christus deed aan die onderschatting in ieder geval niet mee. Het is daarom volkomen terecht dat ook Zondag 52 met ontzetting en huiver over de boze spreekt en hem zelfs als eerste noemt onder de drie doodsvijanden die ons en onze zaligheid voortdurend bedreigen en belagen. Wie de andere van dit trio zijn? De wereld en ons eigen vlees!

De wereld en ons eigen vlees

In de berijming van het Onze Vader staat na de bede om verlossing uit de macht van de boze en de belijdenis van eigen zwakheid de bekende regel: hier komt nog vlees en wereld bij... Terecht wijst Zondag 52 op deze beide andere vijanden. We mogen namelijk niet vergeten dat de duivel niet de enige is die tot zonde verzoekt.

Wat de wereld betreft, van haar gaat inderdaad een sterk verzoekende kracht uit. Mensen kunnen door de wereld bijvoorbeeld tot zonde worden verzocht en verleid, als ze zich in slecht gezelschap begeven of zich door slechte voorbeelden laten beïnvloeden. De wereld nodigt ieder van harte uit om te komen naar haar vele gelegenheden tot zondig vermaak. De moderne massamedia verslaan wat dat betreft hun duizenden. Het mensdom heeft geestelijk nog nooit zo'n gevaarlijke en vunzige tijd mee gemaakt als de onze. Allerlei prikkels gaan uit, ook in tal van reclameboodschappen, om toch maar volop mee te doen aan de zondedans van de wereld. Nog nimmer in de geschiedenis van de mensheid is de verzoekende macht van de wereld zo sterk geweest als nu. Helaas eist dit een grote tol in kerkelijke kring. De tijdgeest waait er krachtig en dringt schier overal binnen. De christenheid kan de verzoeking om meer en meer wereldgelijkvormig te worden en het lied van de wereld mee te zingen steeds moeilijker te weerstaan. Haar geestelijke weerbaarheid laat ernstig te wensen over. De tijden van de verdrukking zijn voor haar ongetwijfeld aangebroken!

Zondag 52 schaart niet alleen de wereld maar ook ons eigen vlees onder onze doodsvijanden. We moeten dan denken aan onze boze begeerten en lusten.

Gods kind heeft een leven lang te strijden met z'n oude mens. Deze strijd is misschien nog wel de zwaarste die hij moet voeren.

Want de verzoekingen van de boze en de wereld komen nog van buitenaf, de vele verzoekingen die uitgaan van de oude mens komen echter van binnenuit.

Deze vijand heeft z'n basis binnen de poort. Het is de oude mens, die Gods kind voortdurend prikkelt om de begeerlijkheden van het vlees te volbrengen en zo Gods Geest te bedroeven. Hij is in een strijd op leven en dood met de Heilige Geest gewikkeld. Met deze drie doodsvijanden als tegenstanders en in het besef van eigen zwakheid blijft voor de gelovigen alleen de bede over: Verlos ons, hemelse Vader, van de boze, opdat we niet in verzoeking vallen!

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het Gebed des Heeren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 2006

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's