Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bijbel als het Woord van God (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bijbel als het Woord van God (1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

Ter inleiding

De Bijbel is het Woord van God. Deze stelling zal onder ons niet veel opzien baren. Toch is het goed om deze stelling goed te onderbouwen omdat velen haar niet kunnen meemaken. Velen hebben er kritiek op. Die kritiek is al heel oud overigens. Na de Verlichting is de Schriftkritiek opgekomen. Velen zijn sinds die tijd de Bijbel gaan zien als een bundel oude documenten met betrouwbare maar ook met onbetrouwbare informatie. De Bijbel als een mensenboek, een boek waarin mensen hun geloofservaringen hebben vastgelegd. Anderen willen de bijbeltekst weliswaar laten staan, maar zeggen: het gaat om het verhaal, niet om de geschiedenis. Zij zetten een grote vraagteken achter de historische betrouwbaarheid van de Bijbel, en zeggen dat het puur om het verhaal gaat.

We zullen ons niet verdiepen in de Schriftkritiek, al wordt er zo nu en dan heel kort naar verwezen. Het is in deze korte serie de bedoeling om in positieve zin te spreken over de Bijbel als Gods Woord. Dat willen we niet afstandelijk en beschouwelijk doen. Het gaat er om dat we de Bijbel als Gods Woord gelovig aanvaarden. Gods Woord als een lamp voor onze voet. Gods Woord als de goudmijn om schatten uit op te delven. Gods Woord als Bron om uit te putten. Gods Woord als het kompas voor ons leven. Het gaat erom dat de Bijbel wordt onderzocht en gehanteerd, kortom functioneert in ons persoonlijk leven, in de omgang met de Heere en met onze naaste.

Het onderwerp is veelomvattend. Het is daarom nodig om ons beperkingen op te leggen. Het is goed om een leidraad te hebben. Als leidraad heb ik de artikelen 3 t/m 7 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis (N.G.B.) gekozen. De kerk spreekt zich uit: dit geloven en belijden wij ten aanzien van de Heilige Schrift. Het voordeel van de N.G.B, als leidraad voor de behandeling van ons onderwerp is dat dan zowel het objectieve als het subjectieve element aan bod komen. Met het objectieve element bedoelen we dan: de Bijbel als Gods Woord. Wat is de Bijbel? Hoe ziet de Bijbel eruit? Met het subjectieve element bedoelen we: wat zegt ons de Bijbel als van God gegeven Woord? De inspiratie van de Bijbel (Artikel 3 N.G.B.)

In het derde artikel gaat het over de inspiratie van de Bijbel. Laten we nagaan wat in artikel 3 wordt gezegd en wat dus de inhoud van deze geloofsbelijdenis is. De openingszin luidt: "Wij belijden, dat 'dit Woord Gods niet is gezonden noch voortgebracht door den wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heilige Geest gedreven zijnde, hebben (het) gesproken', gelijk de H. Petrus zegt."

Onze belijdenis lanceert niet een of andere theorie over de Bijbel, maar laat de Bijbel zelf aan het woord. In de Bijbel zelf kunnen wij lezen hoe de Bijbel gezien moet worden. Dat is normatief. Dat is maatgevend voor het belijden. Een tekst uit de tweede brief van Petrus wordt aangehaald. En in die tekst wordt gesproken over de inspiratie van de Bijbel. De bijbelschrijvers zijn gedreven door de Heilige Geest. De Geest van God heeft hun de woorden gegeven, ingeblazen. Dat is in één woord: inspiratie.

Wij kennen in ons taalgebruik dat woord 'inspiratie' wel. We spreken over een dichter die inspiratie heeft. Dat wil zeggen: hij heeft een inval of een gelukkige gedachte bij het maken van een gedicht. En een inspirerend spreker is iemand die met bezieling en overtuiging spreekt, een spreker die je aan het denken zet en die je aanspoort om wat te gaan doen.

Met de inspiratie van de Heilige Schrift is iets anders bedoeld. De Heilige Geest heeft de bijbelschrijvers de woorden die ze moesten opschrijven ingeblazen. Die woorden kwamen niet uit henzelf op. Maar het Zijn Woorden van de Geest, Gods Woorden dus, die zij hebben vernomen en opgeschreven.

De Bijbel is geen mensenboek, al komt ze tot ons via mensen en in de taal die mensen kunnen horen, lezen en spreken. De kerk belijdt dit. Zij houdt de Heilige Schrift dus voor het heilige en verheven Woord van God. De Bijbel is het Woord van God. Hij is van God afkomstig. Hij is niet uit de mens. Zelfs niet eens door de wil van een mens. De Bijbel is Gods Woord en daarmee zuiver en betrouwbaar en gezaghebbend. Maar de Bijbel is niet uit de hemel komen vallen. De Heere heeft slechts enkele woorden Zelf opgeschreven, namelijk de Tien Woorden of Geboden op twee stenen tafelen. Niet de hele Bijbel heeft Hij met Zijn Goddelijke vinger geschreven. God heeft het anders gedaan. Hij heeft mensen willen gebruiken. Hij heeft in de loop der eeuwen mensen ingeschakeld om Zijn Woorden op schrift te stellen. Niet buiten mensen om heeft God willen werken. Het behaagde Hem om mensen te gebruiken bij de totstandkoming van de Heilige Schrift.

God heeft mensen door Zijn Geest gedreven. Hij Zelf heeft ze aangezet tot het schrijven. We lezen dat ook een aantal keren in de Bijbel zelf, dat de Heere de opdracht geeft om Zijn Woorden op te schrijven. Was dat niet riskant? Mensen zijn toch zondig en gebrekkig? Het waren 'heilige mensen Gods', zeker, maar het waren mensen met hun zonden en gebreken, ook mensen met hun beperkte mogelijkheden? Ja, en toch heeft God door middel van mensen Zijn Woord op schrift laten stellen. Dan moeten we wel bedenken dat deze mensen bij het schrijven van begin tot eind door de Heilige Geest werden gedreven en geleid.

Het gezag van de Bijbel berust niet op mensen, zelfs niet op betrouwbare en begenadigde mensen. Het gezag van de Bijbel rust in God Zelf. God is betrouwbaar. Daarom kunnen we helemaal op de Heilige Schrift aan.

De Auteur van de Bijbel is de Heilige Geest. Hij heeft de bijbelschrijvers geïnspireerd. En toen de Heilige Geest het Woord van God hun ingaf, deed Hij dat dus in geheiligde vaten. In Mozes. In de profeten. In de evangelisten. In Paulus. Noem maar op. Het waren mannen Gods. In en achter het Woord dat zij spraken, zat een Goddelijke aandrijving. Zij moesten spreken. Het was een heilige noodzaak voor hen. Ze konden, gesteld dat zij het wilden, er niet onderuit.

De Heilige Geest heeft de bijbelschrijvers overigens niet eerst in trance gebracht. De Geest Gods heeft hen gedreven en daarbij rekening gehouden met hun eigenheid. Hoe bedoelen we dat? Dit, dat de Heilige Geest hun persoon-zijn niet heeft uitgeschakeld. De bijbelschrijvers zijn niet een soort 'typemachines' geweest. Gods Geest heeft hen - zoals zij waren - ingeschakeld. Dat kun je ook zien. Je kunt aan Amos merken dat hij een agrariër was in de manier waarop hij schrijft. Zo kun je aan het Evangelie naar Lukas merken dat de schrijver ervan arts was.

Onze belijdenis zegt: 'Daarna heeft God, door een bijzondere zorg, die Hij voor ons en onze zaligheid draagt. Zijn knechten den Profeten en Apostelen geboden Zijn geopenbaarde Woord bij geschrift te stellen.' Dus eerst het door God gesproken Woord en dan het ge­ schreven Woord van God. Zijn dienaren heeft God geboden Zijn geopenbaarde Woord bij geschrift te stellen. Wat hun door de Heere geopenbaard werd - niets anders - moesten zij op schrift stellen. In dit verband wijzen we nog op een belangrijk punt. Moeten we zeggen:

Gods Woord is in de Bijbel? Of moeten we zeggen: de Bijbel is Gods Woord? Dit is beslist geen muggenzifterij. Het is waar dat we tussen Gods Woord en de Heilige Schrift een zeker onderscheid moeten maken. Gods Woord is een ruimer begrip dan de Heilige Schrift. Gods Woord was er al eerder dan de Heilige Schrift. Dat zegt de belijdenis ook. Dat zagen we al: eerst het gesproken Woord en dan het geschreven Woord.

Verder is het zo, dat niet al wat Gods Woord was, in de Heilige Schrift is opgenomen. De profeten en de apostelen hebben meer in opdracht van de Heere en door Goddelijke ingeving verkondigd dan in de Schrift is opgetekend. We zouden in dit verband kunnen denken aan twee cirkels, een grote en een kleine, waarbij de kleine in het midden van de grote is getekend. Het gaat dus op twee concentrische cirkels. Nu zou je Gods gesproken Woord kunnen vergelijken met de buitenste of grootste cirkel. De kleine cirkel daarbinnen is dan de Heilige Schrift. Dat is Gods Woord, voorzover opgeschreven. Het oppervlak van de kleine cirkel behoort helemaal tot de grote cirkel. Dat wil zeggen: de Bijbel is helemaal Gods Woord. Gods Woord is nog meer. Dat is waar. De cirkel van Gods gesproken Woorden is groter dan de cirkel van Gods opgeschreven Woorden. Maar in elk geval is het zo, dat het opgeschre- ven Woord, de Bijbel dus, helemaal Gods Woord is.

We besteden hier toch nog even aandacht aan, omdat het om een heel belangrijk punt gaat. In 2 Timotheüs 3:16 staat: Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is.' Dan gaat het in dit verband om de eerste woorden van deze tekst: Al de Schrift is van God ingegeven.' Niet een deel van de Bijbel, maar de hele Bijbel is door God ingegeven. De hele Bijbel is geïnspireerd door de Heilige Geest. De hele Bijbel is het Woord van God.

Nu zou iemand kunnen zeggen: 'In de Bijbel komen toch ook woorden van mensen voor? ' Ja, dat is zo, en zelfs in overvloed. In de Bijbel komen zelfs woorden van de duivel voor. Maar de woorden van mensen en die woorden van de duivel staan wel in Gods Woord. Gods Geest achtte het nodig dat ook die woorden werden opgeschreven.

Maar waar gaat het nu om? Dat we een betrouwbare Bijbel hebben. En die hebben we van God gekregen. Daar heeft de Heere voor gezorgd. En zo drukt dit belijdenisartikel het ook uit, dat God door een bijzondere zorg voor ons en onze zaligheid Zijn Woord heeft laten opschrijven. Op Gods Woord kunnen we aan. Het is geen mensenwoord, al is het door mensen opgeschreven. Het is voluit het Woord van God, door de Heilige Geest ingegeven.

Nu gaat het erom dat wij dit geloven en belijden, want het is niet genoeg om te zeggen: ja, de Bijbel is Gods Woord, van kaft tot kaft. Het gaat erom, dat we gelovig amen zeggen op het Woord van God. Dan zijn we heus niet van alle problemen en vragen af, maar dan zijn we wel op de goede weg.

Christus Zelf ging helemaal uit van de betrouwbaarheid van de Wet, de Profeten en de Psalmen. Naar Zijn uitspraak kan de Schrift niet gebroken worden. Als de Heiland in de woestijn door de duivel wordt verzocht, beroept Hij Zich op Gods Woord. Tot driemaal toe zegt Hij dan: 'Er is geschreven.' Het is voor Christus lichter dat de hemel en de aarde voorbijgaan dan dat één tittel van de Wet valt.

Het komt aan op een gelovig omgaan met en verstaan van de Bijbel. We sluiten dit artikel af met een uitspraak van Augustinus: 'Zulk een waardigheid ken ik aan de Schrift toe, dat ik vast geloof, dat geen enkele van haar schrijvers zich vergist heeft bij het schrijven. En als er enige stukken in voorkomen, die met de waarheid schijnen te strijden, dan oordeel ik hiervan óf dat er een fout in het handschrift insloop of dat de vertaling minder juist is of dat ik het niet begrijp.'

T. van Bruggen, Streefkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 2007

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

De Bijbel als het Woord van God (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 2007

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's