Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in de Institutie van Johannes Calvijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in de Institutie van Johannes Calvijn

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BLOEMLEZINGEN UIT DE KERKGESCHIEDENIS

Na de overheid stelt Calvijn het tweede aspect van de burgerlijke regering aan de orde: de wetten. Hij noemt ze 'de zeer krachtige zenuwen van de staat'. Zonder wetten kan de overheid niet bestaan, zonder de overheid hebben de wetten geen kracht. Beide hebben elkaar nodig. Calvijn heeft overigens niet de bedoeling om uitgebreid op dit onderwerp in te gaan. Hij zegt:

'Ec zal slechts met weinig woorden en als het ware in het voorbijgaan aangeven, welke wetten de staat vromelijk voor Gods aanschijn kan gebruiken en door welke hij naar behoren onder de mensen bestuurd kan worden.'

Calvijn neemt z'n vertrekpunt in de mozaïsche wetgeving, dus in de gehele door Mozes afgekondigde wet van God. Deze wet wordt, zo zegt hij, gewoonlijk verdeeld in zeden, ceremoniën en rechten. Bij elk deel moet worden bezien wat daarvan wel en wat niet voor ons geldt. Hij begint met de wet der zeden of Tien Geboden:

'De zedenwet dus (om daarmee te beginnen) is vervat in twee hoofdstukken. Het ene gebiedt eenvoudig om God met een rein geloof en reine vroomheid te dienen en het andere om de mensen met oprechte liefde te omhelzen. Zo is ze de ware en eeuwige regel der gerechtigheid, voorgeschreven aan de mensen van alle volkeren en alle tijden, die hun leven naar Gods wil willen inrichten. Immers dit is Zijn eeuwige en onveranderlijke wil, dat Hij door ons allen geëerd wordt en wij elkaar onderling liefhebben.' De twee tafels van de Tien Geboden gelden dus universeel en zijn voor alle tijden. Zij vormen daarmee de norm voor elke wetgeving. ledere overheid en elk volk moet zich onverkort aan dit deel van Gods wet houden. Maar hoe zit het met die beide andere delen: de ceremoniën en rechten? Zijn ook die nog geldig? Calvijn zegt daarover het volgende:

'De ceremoniële wet was een kinderlijke onderwijzing voor de Joden. Het behaagde de Heere om daardoor als het ware de kinderlijkheid van dat volk te oefenen, totdat de volheid van de tijd zou komen waarin Hij Zijn wijsheid ten volle aan de wereld zou openbaren en de waarheid zou tonen van die dingen, die toen door figuren afgeschaduwd werden. De wet der rechten, die hun tot inrichting van de staat gegeven was, leerde bepaalde regels van billijkheid en rechtvaardigheid. Daardoor konden ze onschuldig en gerust onder elkaar leven. De oefening van de ceremoniën behoorde eigenlijk tot de leer van de vroomheid (daar ze de kerk der Joden hield bij de dienst van God en de religie), maar kon toch van de vroomheid zelf worden onderscheiden. Evenzo had ook deze vorm der rechten, ofschoon hij geen andere bedoeling had dan te zorgen dat de liefde, die door Gods eeuwige wet geboden wordt, zo goed mogelijk kon bewaard worden, toch iets dat van het gebod der liefde onderscheiden was. Evenals dus de ceremoniën met behoud en zonder schending van de vroomheid afgeschaft konden worden, zo kunnen, nadat deze rechtsinstellingen zijn weggenomen, de eeuwige plichten en geboden der liefde blijven. Indien dit waar is, is ongetwijfeld aan de volken de vrijheid gelaten om die wetten te maken van welke ze zien, dat die tot hun nut zijn. Zij moeten echter naar de eeuwige regel der liefde ingericht worden, zodat ze wel in vorm verschillen maar hetzelfde beginsel hebben.'

In tegenstelling tot de Tien Geboden hebben de oude ceremoniën wetten en de rechtsinstellingen uit de Bijbel als zodanig hun tijd gehad. Ook hebben zij nimmer voor andere volken gegolden. Zij waren tijdgebonden en ook aan een bepaald volk gebonden. Om zijn visie nog wat nader uiteen te zetten maakt Calvijn het belangrijke onderscheid tussen het vóórschrift van een wet en haar bfllijkheid. Elke goede wet is namelijk gebaseerd op het beginsel van de billijkheid. Daarop steunt ze ook. Waar we dat billijkheidsbeginsel vinden? In de Tien Geboden! De zedenwet is namelijk 'niets anders dan een getuigenis van de wet der natuur en van die consciëntie, die door God in de harten der mensen is gegrift'. Heel mooi zegt Calvijn in dit verband over de zedenwet:

'Daarom moet ook zij alleen het doel, de regel en de grens zijn van alle wetten. Alle wetten die naar die regel gemaakt, op dat doel gericht en door die grens afgebakend zijn, bieden geen reden dat wij ze zouden afkeuren, ook al verschillen zij van de Joodse wet of van elkaar.'

Calvijn ligt dit toe aan een aantal voorbeelden die alle samenhangen met de tweede tafel van Gods wet. God verbiedt bijvoorbeeld het stelen. Ook bij de andere volkeren was diefstal verboden. Het afkeuren van diefstal door ieder volk komt voort uit het eerder genoemde (ingeschapen) billijkheidsbeginsel: het is niet billijk om het bezit van anderen te roven. De Joden kregen van God, zo kunnen we in Exodus lezen, tegen diefstal allerlei wettelijke vóórschriften of strafmaatregelen. Zulke voorschriften kunnen echter van volk tot volk verschillen. Daar is geen enkel bezwaar tegen. Ook kan de strengheid van een wet worden aangepast aan bijzondere situaties, bijvoorbeeld wanneer een volk zich in oorlogstijd bevindt.

Wat Calvijn over de wetten te berde brengt, is zondermeer van toepassing op onze eigen tijd. Hadden we als volk dit inzicht van Calvijn beter bewaard, het zou met onze wetgeving op cruciale punten (o.a. abortus, euthanasie, homohuwelijk, zondagsrust) er heel anders hebben uitgezien!

P. Vermeer, Wilsum

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Lezen in de Institutie van Johannes Calvijn

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's