Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij verwachten... (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij verwachten... (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ADVENT

Tussen komst en wederkomst

Advent

Wanneer we leven uit het Woord van God, dan is het voor ons altijd advent. Zoals Israël onder het Oude Verbond de komst van de Messias verwachtte, zo verwacht de Kerk van het Nieuwe Verbond haar Heere Jezus terug. Wij verwachten geen Kind meer in de kribbe. Die profetie is reeds door God vervuld. Maar er zit wel een tegoed in de profetie. Hij Die gekomen is, zal ook terugkomen. De profetie van Micha over de geboorte van de Messias in Bethlehem is vervuld, maar tegelijk wacht het profetenwoord op de volkomen vervulling: 'Deze zal groot zijn, tot de einden der aarde.' Wie geoefend wordt in adventsverwachting, die leert bidden: 'Uw koninkrijk kome!' Een gebed voor ons, op wie de einden der eeuwen gekomen zijn.

Bewaard

Nu staan we hier natuurlijk voor een moeilijke vraag. Want wat is er in onze wereld van te merken, dat het einde is ingegaan? Alles draait zomaar door. Inmiddels meer dan tweeduizend jaar. En onze agenda's doen alsof er geen einde aan deze wereldtijd komt. In mijn agenda in Outlook kan ik zomaar doorklikken:2007, 2008, 2009, 2010, 2011.

Alsof er geen einde aan komt. Wat is er van te merken, dat het met deze wereld een aflopende zaak is? Die vraag kregen de eerste christenen ook al - zo horen we in 2 Petrus 3. Petrus citeert spotters, die zeggen: 'Waar is de belofte van Zijn toekomst? Want van de dag, dat de vaderen ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping' (vers 4). Petrus geeft op die spottende vraag echter een duidelijk antwoord: 'hemel en aarde worden bewaard voor de dag van het oordeel' (vers 7). En de HEERE vertraagt de belofte niet, al vinden sommigen het traagheid (vers 9). Eén dag is bij de HEERE immers als duizend jaren en duizend jaren zijn als één dag (vers 8). Dat deze wereld er nog is, is een blijk van Gods geduld: 'De HEERE is lankmoedig over ons, omdat Hij niet wil dat enigen verloren gaan, maar dat zij alleen tot bekering komen' (vers 9).

Barensweeën

Ondertussen blijft dus staan, dat het beslissende is gebeurd. De eindtijd is ingegaan. Wie de brief van Petrus leest, die voelt aan: het kan niet lang meer duren. Over verwachting gesproken. Trouwens: zo moeten we de hele Bijbel lezen. Het lijkt misschien wel, dat alles bij het oude blijft, maar dat is slechts schijn. Ik las ergens (A. van de Beek, Hier beneden is het niet) een mooi voorbeeld - met het bijbelse beeld van de barensweeën.

Een vrouw met beginnende weeën, kan nog gewoon bij de supermarkt lopen. De omstanders hebben niet in de gaten wat er te gebeuren staat. Maar ondertussen is de geboorte van het nieuwe leven begonnen. Zo is het ook met deze wereld. Het is de tijd van de geboorte van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Sinds de komst van Christus is deze wereld immers beslissend veranderd. Het wachten is nog op de voleinding.

Het gaat nog door de barensweeën heen, maar het blijft niet allemaal hetzelfde, zoals de spotters denken. Een christen staat anders in de tijd. Moeten wij opnieuw leren wat de eerste christenen kenden? In hun levenshouding waren ze gericht op de toekomst. Ze leefden vol verwachting. Wel als goede burgers. Daar roept Paulus in zijn brieven toe op. Niet werkeloos afwachten, alsof het er hier op aarde niet meer toe doet. Wel waakzaam verwachten.

Ontvluchten

Hoe staat een christen in deze tijd? We hebben al gezien: de tijd van deze wereld gaat voorbij. Het is de tegenwoordige tijd, die voorbijgaat. Daarom is een christen hier op aarde een vreemdeling. Het is me juist de laatste tijd opnieuw opgevallen, hoezeer daar in het Nieuwe Testament de nadruk op ligt. Christenen onderscheidden zich van de wereld om hen heen. Niet omdat ze zich beter voelden, maar wel omdat ze wisten dat ze anders waren. Liever gezegd: dat ze van een Ander - van Christus - waren. Wie leeft met de verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, die kan niet alles meer zetten op dit aardse bestaan. En al helemaal niet meer opgaan in een leven zonder God. Ja maar, we leven toch in deze wereld? Daar kunnen we ons toch niet uit terugtrekken?

We kunnen de vreemdelingschap vanuit de Petrusbrief verder aanscherpen. Petrus schrijft zijn brieven aan de vreemdelingen in de verstrooiing (1 Petr. 1:1). De vreemdelingschap blijkt o.a. uit het feit dat een christen op de vlucht is. Dat woord lezen in de tweede Petrusbrief. Christenen zijn het verderf ontvlucht, dat in deze wereld is door de begeerlijkheid (2 Petr. 1:4).

Ze zijn de besmettingen van deze wereld ontvlucht, door de kennis van de Heere en Zaligmaker Jezus Christus (2 Petr. 2:20). Dit heeft niets te maken met ziekelijke wereldmijding, maar wel met het vluchten voor de verleidingen, die ons aan deze tegenwoordige wereld binden. Zou daar niet een belangrijk punt liggen, als het gaat om het gebrek aan verwachting bij ons? Hoe meer de wereldgelijkvormigheid toeneemt, des te meer verdwijnt de verwachting. Hoeveel bindt ons aan deze tegenwoordige wereld? Ons leefpatroon. Onze omgang met media. Onze stille tijd. Durven we 'nee' te zeggen? Demas heeft de tegenwoordige wereld lief gekregen, schrijft Paulus verdrietig. Het kan dus.

De Hebreeënbrief schrijft er ook over. En Petrus zegt in zijn brieven dat het oordeel begint bij het huis van God. Blijkbaar is er reden toe.

Verwachtend uitzien

Om er nog even op door te gaan: Verwachtend uitzien naar de komst van onze Heere Jezus Christus heeft gevolgen voor ons leven hier en nu. Wat dat betreft is het leerzaam en heilzaam om te zien, hoe de verwachting van de wederkomst in de Petrusbrief uitloopt op een appèl op ons hart om ons erop voor te bereiden. Als Petrus heeft gezegd dat de dag des HEEREN zal komen als een dief in de nacht en hemel en aarde zullen vergaan, dan zegt hij meteen daarna: 'Daar dan deze dingen alle vergaan, hoedanig behoort gij te zijn in heilige wandel en godzaligheid!' (vers 11) En als hij gezegd heeft dat we naar Gods beloften nieuwe hemelen en een nieuwe aarde verwachten, dan vervolgt hij: 'Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u - span u ervoor in - dat u onbevlekt en onbestraffelijk bevonden mag worden door Hem in vrede' (vers 14). De verwachting van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde - de verwachting van de komst van Christus, de Rechter en de Redder - heeft dus gevolgen voor ons aardse leven.

Wie leeft in de verwachting, die bereidt zich op de komst van Christus voor.

Om onbevlekt en onbestraffelijk door Hem bevonden te worden in vrede. Dat is de positieve keerzijde van het 'ontvluchten van de besmettingen van de wereld'. Het komt nauw bij God.

Guido de Brés zegt in de NGB: 'De mensen zullen rekenschap geven van alle ijdele woorden, die zij gesproken hebben; die de wereld niet dan voor kinderspel en tijdverdrijf acht. Dan zullen de verborgenheden en geveinsdheden van de mensen openlijk voor allen ontdekt worden.' Zijn wij eraan te herkennen, dat we ons voorbereiden op die grote dag?

A.J. Kunz, Katwijk aan Zee

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Wij verwachten... (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's