WEDERKEREN TOT DE STERKTE

De profeet Zacharia, hij profeteerde omstreeks 500 jaar voor Christus, beschrijft profetisch in het eerste gedeelte van het 9e hoofdstuk zijner profetie de vernedering van de Heidenvolken. En dan begint hij met vers 8 de aankondiging van het heil des Heeren voor Sion, waarvan de gezegende komst van Christus, de grote Koning van het Sion Gods, de Heiland, het middelpunt vormt. Door het bloed des verbonds zouden de gebondenen uit de kuil, daar geen water in is, uitgelaten worden. Ja, hen hier toeroept: Gij gebondenen, die daar hoopt: keert weder tot de sterkte. Al ziet dit nu historisch allereerst op het wedergekeerde volk uit de ballingschap, in zijn verdere strekking doelt het inzonderheid op de geestelijke banden, waarmee het volk Gods vaak omvangen is. En die banden, immers, zijn de banden van ellende, van duisternis en moedeloosheid, van angsten der hel en des doods.

Wat kunnen ze soms bange verschrikkingen met zich mede brengen. De Heere is in de Heere Jezus echter gedachtig aan Zijn moegestreden erve. Ze zijn hier gebondenen, die hopen. Als het aan hunne zijde hopeloos geworden is dan ligt er in de Heere, en in de kracht van de bloed des verbonds een hechte grond van waarachtige hope op de God huns heils.

En die hoop als vrucht van Christus verdiensten, door Zijn Geest in hun harte gelegd, is niet te vergeefs. Want zij worden genodigd om weder te keren tot de sterkte. Die sterkte is allereerst de Heere Jezus zelve, de ware vrijstad der behoudenis. Hij wordt hunlieder sterkte ten dage der benauwdheid. Hij is de sterke toren, waarin zij, onder de krachtige, de banden slakende en vrijheid schenkende bediening Zijns Geestes, zich mogen begeven, opdat zij daarin schuilende, bevrijd mogen worden van de vreze voor Gods toorn, de vloek der Wet en de aanvallen hunner geestelijke vijanden.

Zalig deel, zo uit de banden uitgebracht te mogen worden!

Die gezegende sterkte is verder de sterkte van Gods genade, gunste bewarende zorg en zielverkwikkende gemeenschap. En zo mag het ook worden een sterkte van geloof en betrouwen op de Heere Heere. Dan mogen ze het met een opgeklaard gezicht des gelooft zo ervaren, dat de banden nuttig voor hen waren en betuigen ze met de dichter: Gij slaaktet mijne banden.

Dan ook mogen ze het de dichter wel eens nazeggen: Ik lag gekneld in banden van den dood. Daar de angst der hel mij allen troost deed missen. Ik was benauwd, omringd door droefenissen. Maar riep den Heer dus aan in al mijn nood.

Och Heere, Och wierd mijn ziel door U gered. Toen hoorde God, Hij is mijn liefde waardig. De Heere is groot, genadig en rechtvaardig. En onze God ontfermd zich op het gebed.

Lezer! Kent gij hier ook iets van in uw eigen leven. Elk zondaar is toch van nature een gebondene in de dienst der zonde. En men zal die banden tooh moede moeten worden, en recht ontdekt moeten worden. zal men genodigd worden tot die ware sterkte der behoudenis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen