Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOELICHTING OP DE VIJF ARTIKELEN TEGEN DE REMONSTRANTEN (IX)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOELICHTING OP DE VIJF ARTIKELEN TEGEN DE REMONSTRANTEN (IX)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hadden net par. 6 af van het eerste hoofdstuk, over de verkiezing en gaan nu verder. Par. 7 geeft een omschrijving van de verkiezing. Ze is een onveranderlijk voornemen Gods, door hetwelk Hij voor de grondlegging der wereld een zekere menigte van mensen, niet beter of waardiger zijnde als anderen, maar in de gemede ellende met anderen liggende, uit het gehele menselijke geslacht van de eerste oprechtigheid door hun eigen schuld vervallen in de zonde en het verderf, naar het vrije welbehagen Zijns wils tot de zaligheid uit louter genade verkoren heeft in Christus, dewelke Hij ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen, en tot een fundament der zaligheid gesteld heeft.

Op eenvoudige wijze wordt hier een beschrijving gegeven van de verkiezing, als Gods onveranderlijk voornemen, waardoor Hij van eeuwigheid sommigen tot de zaligheid in Christus heeft verkoren. Het voorwerp van de verkiezing wordt in overeenstemming met de Gel. Belijdenis, art. 16 en de Heid. Catechismus, Zondag 21, niet gedefinieerd en ook de orde der besluiten wordt er niet in aangeroerd. Het souvereine welbehagen Gods is de grond der verkiezing en de uitverkorenen zijn in Christus als hun Hoofd verkoren. Ze zijn Hem ook gegeven als Middelaar en Hoofd des verbonds, reeds in de eeuwige vrederaad. En zo is Hij tot een fundament, niet maar van een mogelijke zaligheid, waarvan de Remonstranten spraken, maar van de werkelijke zaligheid gesteld.

Vervolgens wordt door: "En opdat zij door Hem zouden zalig gemaakt worden, heeft Hij ook besloten, dezelven aan Hem te geven krachtiglijk tot deszelfs gemeenschap door Zijn Woord en Geest te roepen en te trekken, enz." aangewezen de verordinering, van eeuwigheid van de middelen der zaligheid, die in de uitvoering in de tijd van het eeuwig besluit aangewend worden. De uitverkorenen, reeds in de stille eeuwigheid van Christus gegeven, worden Hem ook in de tijd met de geestelijke inlijving, in Hem in de wedergeboorte gegeven en zo in de krachtdadige roeping door Woord en Geest overgebracht tot Zijne gemeenschap. Het is alzo een verkiezing tot geloof, niet uit geloof, zoals de Remonstranten wilden. Daarom volgt er ook, dat Hij besloten heeft hen met het ware geloof in Hem te begaven, en dat geloof, door Christus voor hen verdiend, evenals alle geestelijke goederen, in de wedergeboorte te schenken, opdat zij vervolgens deel ontvangen aan de verdere weldaden, als rechtvaardigmaking. heiligmaking, bewaring en eeuwige zaligheid. Zo wordt de orde des heils als vrucht der verkiezing in de uitvoering in de tijd naar de volgorde van die gulden keten, met als doel de eeuwige ere Gods nader aangewezen, met beroep op Ef. 1:4 en Rom. 8:30.

Tegenover de Remonstranten, die gewaagden van meer dan een soort van verkiezing, nam. een bepaalde en onbepaalde, een algemene en bijzondere, een conditionele of voorwaardelijke en een absolute of volstrekte, enz. wordt in art. 8 alle nadruk er opgelegd, dat deze verkiezing een en dezelfde is van allen, die zalig worden in alle tijden, zo in het Oude als het Nieuwe Testament. Er is volgens de Schrift maar een weg tot de zaligheid, voortvloeiend uit een enig, dus niet meerderlei welbehagen, ook voornemen en raad des willens Gods, genoemd. De verkiezing is dus in haar eenheid zowel tot het einddoel als tot het daarheen leidende middel, zowel tot de heerlijkheid als tot de genade; tot de zaligheid zelf en tot de weg der zaligheid; dewelke Hij bereid heeft, opdat wij daarin wandelen zouden. (Ef. 1:4,5; 2:10)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1950

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's

TOELICHTING OP DE VIJF ARTIKELEN TEGEN DE REMONSTRANTEN (IX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1950

Goudse Kerkbode | 6 Pagina's