De nauwe weg

Gaat in door de enge poort, zo waarschuwt de Heere Jezus aan het einde van de bergrede gekomen; want wijd is de poort en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door deze ingaan. Want de poort is eng, zo voegt Hij er aan toe, en de weg is nauw, die tot bet leven leidt en weinigen zijn er, die die vinden. Die wijde poort toch en die brede weg wijzen de; levensgang aan van de mens van nature, zoals hij in zonde ontvangen en geboren zijn leven uitleeft in de doodstaat der zonde. Breed en ruim is die weg, en erg gemakkelijk om op te wandelen voor het vlees, omdat het een weg is van leven naar het goeddunken van het verdorven hart des mensen in de dienst van zonde en ongerechtigheid. En alles kan er op mee door, als het maar inloopt tegen God en Zijn zoete en zalige dienst. Men mag er zelfs ook nog godsdienstig op zijn, naar een kerk gaan, een gedaante van godzaligheid aannemen, zonder de kracht er van te hebben, ja zelfs zich inbeelden, dat men geloof heeft en bekeerd is, en wandelt op de smalle weg — het is hier elk wat wils naar eigen smaak — als men maar niet in waarheid ontdekt wordt en in Christus met God verzoend.

Die brede weg heeft echter niet alleen een begin en een volgend gedeelte, maar ook een einde. En dat einde zal niet meevallen voor de wandelaar er op, waar het zoals de Heere Jezus zegt, het verderf de eeuwige rampzaligheid zal zijn, zo hij er niet intijds afgehaald wordt door Gods wederbarende genade en door de enge poort heen op de nauwe weg wordt gezet. Die enge poort staat tegenover de wijde poort en die nauwe weg tegenover de brede. En zoals men nu door de wijde poort, de natuurlijke geboorte, komt op de brede weg, zo wordt men door de enge poort of de wedergeboorte op de nauwe weg gebracht, die naar het leven leidt. Die enge poort is de poort van Gods genade in Christus, de poort van wedergeboorte, bekering en geloof. Die poort is eng, ja zo nauw, dat de mens zichzelf er niet in noch doorheen kan brengen. Daartoe is de almachtige kracht Gods nodig. Die poort is eng omdat hier alles bij de mens er aan moet, hij zelfs zijn eigen leven moet verliezen, om in Christus gevonden te kunnen worden. Daar zijn ook de barensweeën, die de verbrijzeling des harten vergezellen. En zo komt dat volk nu op de nauwe weg, die tot het leven leidt. Een nauwe weg is niet begeerlijk voor het vlees. Dan heeft de mens graag een makkelijk pad. Die nauwe weg is nauw omdat daarop het vlees gekruist moet worden en de zelfverloochening beoefend in nieuwe gehoorzaamheid. Ze is nauw omdat de wandelaar er op verzaken moet de dienst van zonde en wereld. Maar zo ook is ze de weg des levens die de verstandige opwaarts leidt naar boven, opdat hij afwijke van de hel beneden. En het einde van die nauwe weg zal zijn het eeuwige zalige leven.

Weinigen echter zijn er die die weg vinden. Och, het oog moet er voor geopend worden, anders veracht de mens die dierbare genadeweg. En genade zal nodig zijn zal ze begeerlijk voor zijn oog worden. Zalig echter de mens, die door genade in Christus er op gezet mag zijn. Abraham was er zo een en lzaak, die beleden, dat ze maar

gasten en vreemdelingen waren op aarde. Een Jacob die aan het einde van zijn leven hier op aarde gekomen, zeide op Uwe zaligheid wacht ik, o Heere! Een Job, die uit zijn vlees God nog zou aanschouwen. Een Paulus, die betuigen mocht, dat hij de goede strijd gestreden had en dat de kroon des !evens voor hem weggeiegd was. En al Gods zuchtend volk vanwege het lichaan des doods, dat ze in zich omdragen op de weg, zal leven tot in eeuwigheid. Want Ik leef zegt de Heere, en gij zult leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen