Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

X vraagt wat te denken van televisie en dergelijke. Zit er op zichzelf kwaad in?

Antwoord. Men moet dergelijke dingen niet op zichzelf beschouwen, waar ze zich ook niet op zichzelf aandienen. En dat bijv. in de wetenschap voor wetenschappelijke doeleinden, of ook door bepaalde instanties met een bepaald doel en bij strikte noodr zakelijkheid van dergelijke middelen gebruik gemaakt wordt is wel buiten kijf. Maar als men voor werelds vermaak en ijdel genoegen van televisie en dergelijke middelen gebruik gaat maken, dan wordt het toch wel anders. Dan krijgt men een wereldse toon en wereldsgezindheid, die door de Schrift verboden wordt. Dat is niet anders dan openbaring en uiting van de geest der wereld, 1 Cor. 2 :12, waartegen ook 1 Joh. 2:15 —17 zo waarschuwt.

En zoals we veroordelen, dat bijv. toneel en bioscoop bezocht worden, zo moeten we ook tegen gebruik maken van televisie en radio zijn als gelegenheden tot ijdel vermaak en doorvloeien naar de wereld, en als een weg om af te glijden van de zuivere waarheid, die is naar de godzaligheid.


X. vraagt of men ook zeggen kan, dat er verbondskinderen zijn in algemene zin, die dan in de hel komen, zoals de rijke man.

Antwoord. Dergelijke uitlatingen zijn zeer verwarringwekkend, die men wel verneemt in kringen van Art. 31, Geref. Kerken en Christ. Geref., doch bij ons niet thuis horen, en dan ook af te keuren zijn. Immers, als er verbondskinderen in algemene zin zouden zijn, dan moeten er ook verbondskinderen in bijzondere zin zijn. En dan krijgt men tweeërlei kinderen des verbonds. Het natuurlijke zaad is dan zowel verbondskind als het geestelijk en herboren zaad. En is men verbondskind dan volgt daar vanzelf uit, dat men dan ook in het genadeverbond is als natuurlijk zaad, zij het dan niet in dezelfde zin als het geestelijk zaad. Maar dit lijkt als twee druppels water op de drie-verbondenrvoorstelling. Als men dan dus uitgaat van de gedachte, dat het natuurlijk zaad slechts in een uitwendige betrekking staat tot het genadeverbond, men er dus nog niet in, maar buiten is, en men dan vervolgens die uitwendige betrekking tot het genadeverbond gaat vereenzelvigen met het verbondskind-zijn in algemene zin, dan geeft dat toch te denken. Want die uiterlijke betrekking doet blijven in de dooistaat der zonde en buiten het verbond, maar het verbondskind- zijn in algemene zin doet blijven in de doodstaat der zonde, maar tevens zijn in het genadeverbond, zij het in algemene zin. Hier wordt dus de uiterlijke bediening van het verbond vereenzelvigd met het verbond zelf, en de uiterlijke betrekking tot het verbond met het inzijn in het verbond. Men onderscheide toch goed. Want men kan niet tegelijk buiten het verbond en er tevens in zijn. En een zijn in het verbond in algemene zin zonder het ook tegelijk te zijn in bijzondere zin kan ook niet. Als men er alleen als Wedergeborene in is dan kan men er niet ook als onherborene in zijn. En wil men de zuivere voorstelling geven, och, dan spreke men toch liever in duidelijke bewoordingen en vooral niet met verscholen taal.


X. vraagt of het in strijd is met Gods Woord, dat vrouwspersonen met ongedekt hoofd in Gods huis zitten? Of is het de bedoeling van de Apostel Paulus in 1 Cor. 11 dat het lange haar voor een deksel is gegeven?

Antwoord. Zoals men in onze tijd ziet, dat vrouwen mannen in uiterlijk willen nadoen, was het ook al ln de gemeente van Corinthe. Met name kwam dat toen uit in het weglaten van de hoofdbedekking, als de vrouw zich in het publiek vertoonde en b.v. in het huis des Heeren kwam. Tegen deze misstand in de gemeente kwam de Apostel op. Aanleiding daartoe was, dat vrouwen der gemeente profeteerden en dat dan deden met ongedekt hoofd, dus bloothoofds. Niet alzo, zegt de Apostel. De kleding is er om der zonde wil. En nu mag het sexe-onderscheid, zoals het, mede door kleding en haartooi aangewezen wordt, ook onder de nieuwe dag niet wegvallen. Nu ging het er in Corinthe om, of de vrouw, ter onderscheiding van de man, een hoofdbedekking moest dragen. En dan beslist de Apostel, dat de vrouw een macht op haar hoofd moet hebben, vs. 10. Zij moet een hoofdbedekking dragen. Die bevoegdheid is haar van God verleend en dient tegelijk als een teken van ondergeschiktheid onder de man, vs. 7—9.

Om nu die meerderheid van een mannelijk persoon boven een vrouwelijk persoon, het onderscheid in geslacht en oorsprong, mede tot uitdrukking te brengen, zal een vrouw een macht op het hoofd hebben. En waarom juist op het hoofd? Omdat, zoals vs. 3 zegt, een man het hoofd is van een vrouw, zoals Christus het Hoofd is van de man en God het Hoofd is van Christus. En waar het nu een manspersoon van 's Heerenwege vergund is om het hoofd ontbloot te hebben, daar zal een vrouwspersoon in onderscheiding daarmee het hoofd gedekt hebben. De herschepping en daarmede de christelijke vrijheid neemt de scheppingsordinantie van beider ongelijkheid, bovendien door de val nog versterkt, niet weg, maar zet haar ook voor de Nieuw-Testamentische bedeling in de van God gewilde verhouding. Daarom ook zegt de Apostel in vs. 15, dat het lange, dat is niet het loshangende, maar opgemaakte en van toebehorende hoofdbedekking voorziene haar, voor een deksel aan de vrouw is gegeven. Afbeeldingen van de vrouw in het publiek uit die tijd doen zien, dat zij op bet hoofd benevens het lange haar nog een hoofdbedekking droeg.

Dit leert ons, dat ook in onze dagen deze beschikking Gods dient gehandhaafd te worden, en dat het dienovereenkomstig dan ook behoorlijk is dat vrouwen en meisjes met een gedekt hoofd in 's Heeren huis verschijnen of ook ter catechisatie komen. Ook in deze beware de Heere onze gemeenten voor verslapping, doorvloeiing en wereldgelijkvormigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 december 1951

Goudse Kerkbode | 8 Pagina's

VRAGEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 december 1951

Goudse Kerkbode | 8 Pagina's