Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kennisgeving door den Kerkeraad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kennisgeving door den Kerkeraad

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kennisgeving door den Kerkeraad van Amsterdam aan den Koning opgezonden luidt aldus:

Met twee Bijlagen.

Aan Zijne Majesteit den Koning!

Geven met den hoogsten eerbied te kennen Opzieners en Armverzorgers der Gemeente onzes Heeren Jesu Christi te Amsterdam, dat zij tot op den 4 Januari jongstleden ongehinderd als Kerkeraad het bestuur over de gereformeerde gezindheid te dezer stede hebben uitgeoefend;

dat zij hierin echter op dien dag zijn gestoord geworden door een geheel willekeurige ingrijping van het Classicaal Bestuur van Amsterdam, ter oorzake van hun plichtmatig pogen om de Kerk van Amsterdam het onderscheidend kenmerk van hare stichting, hetwelk gelegen is in hare Gereformeerde Belijdenis, niet te doen verliezen;

dat zich hieruit een langgerekte Kerkelijke procedure heeft ontwikkeld, die geëindigd is met eene beslissing van de Algemeene Synode van het Hervormd Kerkgenootschap, waarbij op allen, die 14 December 1885 geacht wierden voor zekere wijzigingen in het Beheersreglement te hebben gestemd, Kerkelijke proscriptie wordt toegepast;

dat dientengevolge moest overwogen worden, of de Keikeraad zich op die wijze duurzaam mocht laten storen in de taak, die hem door zijn Koning, Jezus Christus, is opgedragen; Welke overweging op de gronden in Bijlage I tiiteengezet, hem geleid heeft tot de overtui­ ing, dat deze proscriptie aan de getroffenen een recht geeft, om hun ambt te verlaten;

dat hij zich in dien stand der zaken gewend eeft tot Gemachtigden der Gemeente., als die, ang vóór deze stoornis plaats greep, door de stemgerechtigden tot hare vertegenwoordigers bij den Kerkeraad, opzettelijk en uitsluitend voor de bezetting der ambten, gekozen waren; dat nu ook van deze Gemachtigden der Gemeente de groote meerderheid (t. w. ruim 200 van de omstreeks 270 feitelijk fungeerenden) verklaard heeft de Opzieners en Armverzorgers, op wie de proscriptie door de Algemeene Synode is toegepast, nog steeds en bij voortduring als Opzieners en Armverzorgers der Gemeente te erkennen en te begeeren;

en dat de Kerkeraad derhalve op de geestelijke gronden in Bijlage I uiteengezet, en zich steunende op deze uitspraak der Gemachtigden van de Gemeente, besloten heeft in de vervulling van zijn taak voort te varen;

dat hij dit echter niet kan blijven doen onder de laatstelijk gegolden hebbende Kerkenorde, en dat hij uit dien hoofde nogmaals gebruik heeft gemaakt van zijn onbetwistbare bevoegdheid, om van Statuut te veranderen; dat toch de Gereformeerde gezindheid te dezer stede reeds in 1578 op grond van de dusgenaamde Confessio Belgica en den Heidelbergschen Catechismus als eene zelfstandige, plaatselijke Kerk onder een eigen consistorie geconstitueerd was en als Nederduitsche Gereformeerde Kerk van Amsterdam aanvankelijk geleefd heeft, onder de Kerkenordeninj; vau de Nederduitsche Gereformeerde Kerken, gelijk die vastgesteld was op de Nationale Synode te 'sGravenhage, gehouden in Juni 1586 en daarna eenigszins gewijzigd is door de Nationale Synode te Dordrecht in de jaren 1618/19 gehouden, welke wijzigingen ook door de Kerk te dezer stede aanvaard en uitgevoerd zijn; dat deze Kerk, ook nadat de Gereformeerde religie had opgehouden Staatsreligie te zijn, onder die Kerkenordening is gebleven tot aan het jaar 1816, doch tengevolge van bemoeiingen der toenmalige regeering zij sinds dien tijd feitelijk is bestuurd geworden overeenkomstig het Algemeen Reglement voor het Bestuur der Hervormde Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden, gearresteerd bij K. B. van den 7den Januari 1816, No. i, welk reglement sedert dien tijd menigvuldige, bij de Regeeiing bekende, wijzigingen heeft ondergaan;

dat tegen de invoering van deze nieuwe Kerkenorde reeds in 1816 door hem op de Classis van Amsterdam ten ernstigste is geprotesteerd, maar dat voortzetting van dit protest hem destijds onmogelijk is gemaakt door de rescriptie van den Commissaris-Generaal Repelaer van Driel, dd. 28 Maart 181Ó, waarbij een nogmaals samenkomen van de »voormalige" Classis van Amsterdam afgesneden wierd;

dat hij sinds, nog altoos hopende, dat zijne angstige voorgevoelens zouden beschaamd en het belijdend karakter der Kerk niet zou aangetast worden, zich een tijdlang in dezen toestand heeft geschikt;

maar dat hij thans ontwarende, hoe door langer onder deze Kerkenorde te blijven, de Gereformeerde Kerk haar Gereformeerd karakter ten eenemale verliezen en dus zich zelve als stichting vernietigen zou, onder instemming van de meerderheid der Gemachtigden, besloten heeft, om krachtens zijne oorspronkelijke, hem nimmer ontnomene bevoegdheid, zijn plaatselijk Kerkgenootschap opnieuw te regelen en daartoe voor wat zijne Kerk aangaat, aan de sinds 1816 feitelijk hier toegepaste Kerkenorde alle verbindende kracht te ontnemen, en alsnu voor zijne Kerk, die alzoo hiermede den naam van Nederduitsche Hervormde Gemeente aflegt en dien van Nederduitsche Gereformeerde Kerk weer aanneemt, opnieuw in te voeren de bepalingen, die in haar belijdenis geworteld en historisch uit haar eigen leven ontwikkeld waren, en tot 1816 hier golden; bepalingen die te vinden zijn in het Groot Placcaatboek Deel III fol. 464, en dat wel behoudens eenige, door den veranderden staatkundigen toestand vanzelf ontstane wijzigingen, welke wijzigingen hij ter voldoening aan Art. i van de wet van 10 September 1853 (Stbl. no. 102), de eer heeft in Bijlage II aan Uwe Majesteit over te leggen,

’t Welk doende. Uwer Majesteits getrouwe onderdanen. Opzieners en Armverzorgers van de Nederduitsche Gerejormeerde Kerk te Amsterdam :

(w.g) P. VAN SON, Praeses.

» H. W. VAN LOON, Scriba.

Amsterdam, 18 December 1886.

Bijlage I was een gewaarmerkt exemplaar van »Afwerping"

Bijlage II was een gewaarmetkt exemplaar van de Dordsche Kerkenordening.

P. VAN SON

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

De kennisgeving door den Kerkeraad

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's