Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veelmaal en op velerlei wijze

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veelmaal en op velerlei wijze

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

God, voortijds veelmaal en o velerlei wijze tot de vaderen g sproken hebbende door de pro feten, heeft in deze laatste dage tot ons gesproken door den Zoo Hebr. 1:1.

Stel u toch de zake tusschen uw God e uw hart nooit werktuiglijk voor. Het is geen van buiten geleerd lesje, en he is geen werk dat ge aan uw eigen hart, naar een op te geven model kunt bestellen.

zulke iiitwendige opvatting brengt u veeleer van den Heere af, dan dat het uw ziel Hem nader zou brengen.

Zie, er is voor de stoffelijke dingen een fabiiek om ze te bereiden, maar om levende menschenkinderen te vormen en op te voeden schiep God almachtiglijk het mysterie van het huwelijk en het niet minder groote mysterie van het daaruit opwassend huisgezin.

Wilt ge nu vazen bereid hebben, of uurwerken, of ook gegoten beelden, o, dan kost u dat slechts één enkel woord. Gij geeft uw order. Met dit woord van uw order machtig, beveelt uw magazijnhouder de aanmaak aan den fabrikant, en op eenmaal en in eenerlei wijze komen er vazen en uurwerken en beelden u en anderen toe.

Maar zoo is het niet met uw kinderen.

Die eischen elk een eigen bewerking, op velerlei wijze., naar hun aard is, en die vorderen een gedurig herhaalde bewerking, veelmaal^ naar hun plooibaarheid is.

En gelijk nu de vorming van uw kroost door u reeds verre boven de aanmaak van modelgoed staat, evenzoo verheft zich nu nogmaals de goddelijke wijze waarop een Almachtig God zijn uitverkorenen wederbaart en bearbeidt, boven al wat de beste vader of de meest zich zelve opofferende moeder ooit voor haar kroost heeft gedaan.

Niet op eenmaal en op eenerlei wijs bij allen, maar op vele tijden en op velerlei wijze gaat de zoekende en almogende genade van het Eeuwige Wezen erbarmend naar den goddelooze uit.

Dat was 's Heeren doen met zijn volk. Niet opeens, eenmaal, op Horeb een spre^ ken Gods, en voorts alle hemelen zwijgend en stom, dat geslacht na geslacht nu maar weten moest, hoe het voor zijn God stond.

Neen, maar voor en na Horeb, van het Paradijs af tot de laatste Bazuin toe, aldoor, nimmer zwijgend, altoos lokkende de uitgaande en roepende genade van Israels God.

God voortijds veelmaal en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende!”

En even gelijk de Heere nu met zijn volk doet, zoo doet Hij ook met de personen in zijn volk, met zijn getelden en verkorene.

Die krijgen ook, allen zonder onderscheid, van Hem hun geestelijke geboorte en hun opvoeding voor het hemelsche Jeruzalem, hun vorming voor het inwonen in de zalen van het eeuwige licht.

Maar ook bij die hemelsche geboorte en die goddelijke opvoeding is het nooit een God die even komt, en dan weer achter de wolken verdwijnt, maar zulk een Almachtige, die, achter uw begin is, heel den weg u draagt en ophoudt, en nog bij het overtrekken van de Jordaan naar het land der belofte, u zal opvangen in de ure des Doods.

Wel is er een Heden der genade, en wee u, zoo ge dat eenig Heden verspot en verspeelt.

Bij Hem en van zijn kant een veelmaal en op velerlei wijs, maar voor u en van uw kant, altoos slechts eenmaal en op eenerlei wijs, door u zelven zonder aarzeling, terstond, nu, onmiddelijk te geven, en u voorts altoos te geven geheel en al.

Van uw kant mag er geen beding zijn, en mag er geen uitstel, en mag er geen overweging wezen. Alle redenesren zelfs van een geroepene als God roept, is zonde en dwaasheid.

Gij slaapt. Hij roept: Samuel^ Samuel! En dan moet Samuel opstaan; terstond niet naar Eli, maar naar God gaan; en altoos dat eentonige weer op eenerlei wijs zeggen: »Heere, zie hier ben ik", of »Heere, zie uw dienstmaagd, mij geschiede naar uw woord!”

En nu zeg ik niet, dat als gij gisteren niet gehoord hebt, maar zijt bhjven doorslapen, dat de Ontfermer u daarom in den eeuwigen dood zal late? i voortslapen. o. Neen, dat doet Hij stellig niet.

Maar, en dit is het dwaze, en wat u eens benauwen zal, gij deedt Hem daardoor verdriet en moeite aan, Hem, den erbarmenden God.

Doch uw roeping er nu buiten gelaten, die altoos in het Heden ligt, en onveranderlijk naar den regel gaat: »Heden, zoo gij zijn stemme hoort, zoo verhard uw harte niet!'', dan is het van de zijde des Heere altoos en bij een ieder veelmaal en op velerlei Wijze.

Zoo veel malen!

o, Dat bekent en dat belijdt ge wel, gij, die nu opendeedt en uwen Heere inliet, maar zeer wel bij uzelven weet, hoe dikwijls gij Hem kloppen liet, dat ge het wel hoordet, maar niet hebt gewild. En toen heeft Hij niet afgelaten, maar is teruggekomen, en heeft, door uw deur onzichtbaar doorgebroken, u ten leste innerlijk in uw hart gegrepen, en uw wil daar van binnen omgebogen; en toen hebt ge met uw eigen hand opengedaan, omdat Zijn hand bii dat openen en inlaten, onmerkbaar uw hand heeft bestierd.

p e­ Nu dat inlaten was eenmaal; dat kon maar eenmaal; dat kan zich nooit herhalen.

Maar daarom ging Hij niet weg en verliet u niet; neen maar bleef nu bij u, om u aldoor te manen en in te fluisteren, en altoos bleef het: »God die veelmalen tot u sprak.”

En sprak op velerlei wijs.

Anders bij den man en anders weer zoo ge een vrouw zijt; op andere wijs tot den oude

van dagen en weer anders tot den jeugdige van kracht.

Voor een ieder, en ook voor u, een woord naar uw nood was, en op een toon naar de zielsbeweging uws harten liep.

Nu door het Woord, dan door den Geest u bewerkend; straks door beiden saam met ineengestrengelde werking; en dan weer in de leidingen en ontmoetingen van uw leven; door lief en leed, door smart en vreugd, door angst en geestdrift tokkelend op de snaren van uw hart.

Hij is zoo vindingrijk in zijn ontfermingen, zoo onuitputtelijk in de vonden zijner barmhartigheden; op allerlei wijs zielen roepend, en op allerlei wijs de geroepenen vormend.

Zoo hard is er geen goddeloos hart, of bij Hem is een wijze om het te morzel te slaan, en ook zoo bijna uitgaande is geen rookende vlaswiek of bij Hem is een wijze om die weer aan te blazen.

Onmogelijk dat ge zoo hoog staat, of Hij weet u klein te krijgen, en ook onmogelijk dat ge zoo diep zonkt, of Hij heeft een wijze om u op te trekken.

Voor allen alles, opdat die allen zijns zouden wezen, ddt is de onuitsprekelijke rijkdom, de onmeetbare volheid der ontfermingen van uw God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 februari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Veelmaal en op velerlei wijze

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 februari 1887

De Heraut | 4 Pagina's