Ds. Frisius

Ds. Frisius liet zich te Bazel volgenderwijze hooren over den geest die in deze dagen te Parijs den boventoon heeft: »De algemeen heerschende geest is openlijk tegen allen godsdienst gekant. Des Zondagsmorgens brengen de openbare onderwijzers de kinderen naar de comedie, opdat zij geen kerk of Zondagsschool zouden bezoeken. Een lid van den gemeenteraad zeide in het openbaar: »Het is niet waar, dat wij God uit de school bannen; wat niet bestaat, kan niet uitgebannen worden." De Roomschen bouwen schoolpaleizen, waarin honderd duizenden kinderen worden opgenomen. De staatsscholen lokken door middel van vrijdom van het betalen van schoolgeld, door het verstrekken van kostelooze middagmalen vele kinderen tot zich enz." Ten slotte klaagt deze prediker, dat er voor kinderen van Protestantsche ou ders geen onderwijs is, dat met hunne gevoelens overeenkomt. En toch, honderden Protestanten hebben de wet op het leekenonderwijs uitbundig toegejuicht!

Opmerkelijk is het hoe de Anglicaansche hoogkerkelijke partij aansluiting zoekt met de oud-katho lieke, de Grieksche en de Armenische kerk. Reeds zijn er deputatiën voor de oud-Roomschen van Duitschland en Zwitserland geweest en zoo zijn op uitnoodiging van den aartsbisschop van Canterbury de Engelsche bisschoppen Wordsworth van Salisbury en Wilberforce van Newcastle, door twee priesters vergezeld, naar Nederland gereisd om aan de drie Jansenistische bisschoppen van Nederland een bezoek te brengen. Het, doel van deze reis was om door persoonlijke besprekingen op de hoogte te komen van den toestand van de oud-Roomsche kerk in Nederland en de banden tusschen haar en de Anglicaansche kerk nauwer toe té halen. Den i4den Juni werd ten huize van den aartsbisschop van Utrecht Heijkamp een lange conferentie gehouden, alwaar bleek, »dat in onderscheidene gewichtige punten de Anglicaansche (lees: hoogkerkelijke) beschouwingen met die der Katholieke (lees: oud-Roomsche) kerk overeenkomen, terwijl men haar in andere stukken zeer na scheen te komen; maar dit neemt niet weg, dat er belangrijke punten overbleven, waaromtrent men voorloopig geen overeenstemming kon constateeren." Ook de geldigheid der wijdingen der Anglicaansche bisschoppen en hunne onafgebroken successie kwam ter sprake en de aartsbisschop verklaarde zich bereid, volgens het verlangen van de Engelsche bisschoppen deze zaak met zijne geestelijken te bespreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen