Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode te Assen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode te Assen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het belangrijkste, dat op de Synode der Christ. Geref. broederen dezer dagen te Assen ter verhandeling kwam, was ongetwijfeld de vereeniging met de doleerende kerken, een punt 'tvvelk, geüjk de voorzitter opmerkte, oorzaak was, dat heel het land op deze Synode het oog.richtte.

Drie dagen lang is over die vereeniging gehandeld, tot Vrijdagavond een beslissing viel. Er werden vijf voorstellen ingediend. Ze luidden aldus:

Voorstel BAVINCK. Overgenomen door Doorn.

De Synode der Christ. Geref Kerk in Nederland :

a. vaststaande in de overtuiging, dat de scheiding van 1834 een werk Gods is ;

b. geloovende, dat het roeping en plicht is van alle geloovigen om zich af te scheiden van het Ned. Herv. Kerkgenootschap, gelijk het sedert 1816 bestaat;

c. met blijdschap opmerkende, dat zulk een scheiding van het Ned. Herv. Kerkgenootschap ook in de Doleantie van 1886 tot stand is gekomen ;

d. echter tevens erkennende, dat zulk eene scheiding niet uit-maar veeleer insluit eene roeping tegenover hen, die mede door onze schuld met de scheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 tot dusver niet medegingen ;

e. overwegende, dat het verschil in beschouwing en behandeling van de nietmedegaande leden en het daarmee samenhangend verschil in methode van reformatie geen verhindering mag wezen voor de Kerkelijke vereeniging ;

besluit ten aanzien van het eerste der door den Voorzitter aan de orde gestelde zaken, dat geen overwegende bezwaren het onderhandelen over de vereeniging verhinderen.

Voorstel-BEUKER.

Overwegende, dat de Néd. Geref. Kerken in Belijdenis, Kerkenordening en Liturgie volkomen met ons overeenstemmen, zijn we tot vereeniging met deze Kerken ten volle bereid, wanneer zij, wat dit eerste punt van behandeling betreft, slechts het navolgende verklaren:

Iº. Dat zij (de Doleerenden) in gehoorzaamheid aan 's Heeren Woord en in overeenstemming met art. 27—29 onzer Belijdenis, met het Ned. Herv. Kerkgenootschap, zooals het sedert i8i6 met zijne organisatie, besturen en reglementen bestaat, volxomen gebroken hebben.

2º. Dat zij de afscheiding van gemeld ge­ nootschap, zooals ze in 1834 plaats had, erkennen als geschied te zijn in gehoorzaamheid aan en in overeenstemming met Gods Woord, en daarmede ook de plaatselijke gemeenten der Chr. Geref. Kerk als wettige openbaring van het lichaam Christi.

3º. Dat zij niemand in hun lidmatenboeken inschrijven, dan alleen de zoodanigen, die instemming met de Geref. leer betuigd en onder werping aan de kerkelijke tucht beloofd hebben.

4º. Dat zij geen attesten afgeven en aannemen dan van erkende kerken, die met de Synodale hiërarchie hebben gebroken.

5º. Dat zij geen gemeenten meer zullen organiseeren, daar, waar er reeds eene Chr Geref. Gemeente bestaat, tenzij de plaatselijke Kerkeraad en Gemeente van het Synodale tot het Geref. terrein overgaan.

Voorstel-VAN ANDEL.

De Synode, oordeelende dat de Ger. Kerk in Nederland zich na 1834 opnieuw heeft geopenbaard, acht het in verband tot art. 27— 29 onzer Belijdenis de roeping der doleerende broeders om zich met deze Kerk te vereenigen en oordeelt dat het hare eigene roeping is, om hun den weg hiertoe te banen, voor zoover zulks zonder prijsgeving van de eenheid en orde der Kerk mogelijk is

Nader oordeelt de Synode, hoewel geenszins ontkennende, dat de eigenaardige verhouding der Doleerende Broederen tot de leden der plaatselijke, als Nederlandsch Hervormde bekend staande gemeenten, practische bezwaren met zich brengt in geval van hunne vereeniging met de door haar vertegenwoordigde Kerk ;

nochtans gehoord hebbende de verklaring der Doleerende Broederen, nedergelegd in de Acte hunner voorloopige Synode :

dat zij zich ten volle van het Genoo.tschap van 1816 hebben afgescheiden, en hoewel met de plaatselijke gemeenten zich kerkelijk één rekenende, nochtans slechts zulke leden tot de volle gemeenschap der Kerk toelaten, die hiertoe volgens belijdenis en wandel gerechtigd zijn;

overwegende verder, dat hunne eigenaardige verhouding tot de plaatselijke gemeenten niet geacht kan worden met de Gereformeerde beginselen in kennelijken strijd te zijn, en bedenkende., dat ook in onze Kerk te dezen opzichte verschil van practijk bestond en nog verschil van meening bestaat;

dat genoemde eigenaardigheid geen overwegend bezwaa'-oplevert om met genoemde Broederen in onderhandeling te treden over de voorgestelde vereeniging.

Voorstel-GiSPEN.

Aangezien de gemeenten der Christelijke Gereformeerde Kerk van den beginne aan nooit zich hebben afgescheiden of willen afscheiden van 'de ware Kerk des Heeren, de Gereformeerde Kerk in ons land;

maar de Nederlandsche Hervormde Kerk, na de organisatie van 1816, nóch als geheel gedacht, noch hare plaatselijke gemeenten erkenden of erkennen als de ware Kerk des Heeren, en er op dit punt nog verschil bestaat met de Nederduitsch Gereformeerde Kerken, zoo oordeelt de Synode, aan de eventueel te benoemen députaten op te dragen, dat het van de zijde der Christelijke Gereformeerden eene behoefte is, dat:

de Ned. Gereformeerde broeders duidelijk verklaren art. 27—29 der Gel. Bel. in dien zin op te vatten, dat het de plicht der geloovigen in onzen tijd is zich af te scheiden zoowel van de plaatselijke Nederlandsche Hervormde Gemeente, wegens het gemis van de rechte forme der Kerk, als van het Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap in het algemeen.

Voorstel-LINDEBOOM. Overgenomen door Bulens,

De Synode, zich bewust van de onverbrekelijke eenheid in Christus met alle geloovigen, waar en in welke kerken en kringen ook verspreid,

stemt ten volle in met al wat de Ned. Ger. broederen in hun gewichtvol adres zeggen van de noodzakelijkheid van Godswege der kerkelijke eenheid van alle kindfren Gods, bijzonder die dezelfde belijdenis hebben verkregen.

’t Is daarom haar biddend verlangen, dat spoedig de blijde ure aanbreke, waarin alle belijders der Geref leer, ter plaatse en in geheel het land, zich als de ééne zelfde kerk openbare; en zij zelve acht het hare heilige roeping daartoe te doen al wat zij ipag en kan.

Met blijdschap en dankbaarheid aan het verheerlijkt Hoofd der Gemeente begroet de Synode het heugelijk feit, dat Ned. Ger. broederen en kerken zich hebben losgemaakt van de organisatie van 1816, en nu tot kerkelijke eenheid begeeren te komen met de in 1834 door den Heere opnieuw geopenbaarde Geref. Kerk, in deze Synode vertegenwoordigd.

Tot eene ware, ongedeelde vereeniging acht de Synode het echter noodig, dat alle misverstand ophoude : door het verdwijnen van alle oorzaak en aanleiding tot de meening dat de »Ned. Ger. Kerken", in strijd met de Belijdenis, bijzonder met art. 28, zich plaatselijk nog ééne Kerk achten met degenen die niet van de Kerk zijn.

Daarom noodigt zij de »voorloopige Synode" van Ned. Geref. Kerken uit, met al den drang der liefde Christi :

zich één te verklaren met deze Synode in de overtuigjpg, dat het roeping is van allen die de belijdenis der Geref. Kerk als de hunne erkennen, »zich af te scheiden van degenen die niet van de Kerk, zijn, en zich te voegen tot deze Vergadering (de ware Geref. Kerk) hetzij op wat plaats God ze gesteld heeft""; en diensvolgsns zich los te maken van alle «kerkelijk samenleven" met het Ned. Herv. Kerkgenootschap in zijn geheel en met alle deszelfs plaatselijke gemeenten; dewijl deze alle, ook al mochten zij grootendeels of geheel bestaan uit belijders der Geref. leer, , metterdaad de Koninklijke heerschappij van onzen Heere Jezus Christus moeten verloochenen, uit kracht van dat onchristelijk kerkverband.

De Synode, eenheid van gevoelen te dezer zake uitgangspunt stellende, verklaart zich ten volle bereid tot onverwijlde onderhandeling:

met de bede, dat de Heilige Geest ons weldra leide tot kerkelijke eenheid om één van hart en zin met alle macht te arbeiden tot vergadering van alle geloovigen, tot zoe-\ ken en redden van de afgedwaalde kinderen des Koninkrijks, en tot toebrenging van allen die den éénigen Naam ter Zaligheid nog niet kennen.

Bij stemming werd beslist, dat het voorstel-Beuker het eerst in eindstemming komen zou. Twee ingediende wijzigingen werden verworpen. Daarop kreeg het voorstel-Beuker 30 stemmen. Daarna waren, volgens afspraak, alle andere vervallen.

Aangaande het «Reglement van 1869" is uitgesproken, dat de Synode bezwaar heeft om van de bekendheid als Kerk bij de Overkeid afstand te doen, hoewel er ook onder de Chr. Geref. tegen het bestaande Reglement bezwaren zijn. Men zal trachten hieromtrent met de Dol. broeders tol overeenstemming te kom en.

De behandeling van de »ineensmelting van plaatselijke Gemeenten, in verband met een plaatselijk Reglement en met de Kerkelijke Kas" is uitgesteld tot na de beslissing over het Alg. Reglement.

(Naar De Roeper.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's

De Synode te Assen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 augustus 1888

De Heraut | 2 Pagina's