Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Cheorieen van kerkzuivering.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Cheorieen van kerkzuivering.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

vn.

Het Ldbadisme, met zijn verwante richtingen, kan dus verder buiten bespreking blijven; mits slechts duidelijk zij uitgesproken, dat het Labadisme niet bestaat in een dringen op heiliger levenswandel, maar dat de eigenlijke kern van het Labadisme schuilt ia de poging, om de waarheid en waardigheid der kerke Gods op een bijzonder soort heiligheid van de leden te grondvesten, in stede van op de heiligmaking, die in Christus Jezus is. Heel het streven in dien naam aangeduid gaat uit van de dualistische tegenstelling tusschen de eerste schepping Gods en de nieuwe schepping in Christus. Het leidt niet heiliger leven uit de waarheid, maar rijker inzicht in de waarheid uit heiliger leven af, en vindiceert deswege voor de allerheiligsten een bijzondere soort gemeenschap met God, waardoor hun nieuwe openbaringen toevloeien. Feitelijk plaatst het de bedeeling van den Heiligen Geest dus boven het Evangelie van Christus, en gaat alzoo boven den Christus uit. En kerkelijk bedoelt het, niet maar om den zedelijken levensernst in de kerk te verhoogen, maar om aan de kerk als zoodanig een nieuwen standaard van heiligheid op te dringen, waardoor ze zou moeten breken met al het zaad der kerk en in een ascetisch clubje omslaan.

Zij, die veriuiden lieten, dat de Doleerenden op Labadistische paden liepen, sloegen dan ook den bal geheel mis, en verrieden slechts eigen gemis aan inzicht in het wezen van het Labadisme, Op gebrekkige, oppervlakkige voorstellingen afgaande, verstonden ze onder dezen term, wat er niets mee te maken heeft, en in hun behoefte om schimp-en smaadyroorden tegen mannen te vinden, wier weg de hunne niet is, reconstrueerden ze de historie om met valsche munt op de

kerkelijke markt te spelen. Want al geven we voetstoots toe, dat er ook nu in ons land allerlei geesten zijn en allerlei stroomingen loopen, die niet weinig met den grondtrek van het Labadisme gemeen hebben, zoo is toch overduidelijk, dat deze Labadistisch gestemde zielen nog veel meer onder de Synodalen te vinden zijn, dan bij de Christelijke Gereformeerden of Doleerenden. Zelfs zouden we de stelling durven verdedigen, dat de mystieke Ethischen, die meer apocalyptisch getint zijn, het grootste gevaar loopen, op deze paden te verdolen. Na hen de Perfectionisten, Ten deele ook de Methodisten, En dan ten slotte die van alle kerkelijk leven vervreemde mystieke zielen, die men hier en daar, vooral ten plattelande, rijp voor alle dwaling vindt. Terwijl omgekeerd juist bij geen| enkele strooming het tegengif tegen het Labadisme zoo sterk en zoo beslist is, als bij de echte Calvinisten.

Het rondvertelde praatje, als gingen de Doleerenden aan Labadisme mank, heeft dan ook niet den minsten invloed uitgeoefend. Had het toch geloof gevonden, dan zou wel de eerste uitwerking hebben moeten zijn, dat de vele Labadisten, die nog onder de Haagsche Synode leven, zich aanstonds bij hen hadden gevoegd. Hiervan echter greep het tegendeel plaats.

Juist enkele Labadistich getinte lieden, die aanvankelijk met ons meeliepen, gingen even hard terug, omdat ze al spoedig merkten, dat men hen verkeerd had ingelicht, en er geen spoor van Labadisme bij ons te ontdekken viel.

Natuurlijk kan niemand er voor instaan, dat er in onze vele kerken niet nog hier en daar een enkele met Labadistische denkbeelden behept zij; maar dit doet niets ter zake. Zulk een verschijnsel blijft in de beste kerk denkbaar, en beslist in niets over het karakter van die kerk als zoodanig.

En vraagt men nu, waar de principieele tegenstelling tusschen het Labadisme en de Doleantie het sterkst in uitkomt, dan ligt deze zonneklaar uitgesproken in het grondverschil, dat alle Labadisme uit de heiligheid tot de waarheid wil komen, terwijl de Doleantie, aan de hand der Heilige Schrift, omgekeerd in de waarheid de bron erkend heeft, waaruit alle heiligheid moet geboren worden. Niet de heiligheid zal ons wi/s, maar de waarheid zal ons vri; (van Satan) maken.

Kerkelijk toegepast nu komt dit neer op deze uiterst eenvoudige vraag: Waarnaar meet ge de zuiverheid van uw kerkformatie af, naar de heiligheid van uw kerkleven, of naar de zuiverheid waarmee uw kerkformatie als zoodanig aan het Woerd vasthoudt.' En nu kan er geen tweeërlei gevoelen over bestaan, of de Doleantie heeft nooit het eerste, maar heeft altoos en onverdeeld het laatste als maatstaf aangelegd.

Heel de strijd der Doleantie raakte de kerk als zoodanig in haar formatie. Ze wraakte eeniglijk dat de kerk in haar formatie aan het Woord ontrouw was geworden, en al haar Reformatie bestond hierin, dat ze de kerken als zoodanig, dus ook wat haar formatie betreft, naar het Woord t& i-agx'xe.^.

Dit geschil kan hiermee dus als afgedaan worden beschouwd. Zelfs behoeven we met het Labadisme, als theorie van kerkzuivering, voorshands niet meer te rekenen. Het kan weer opkomen, en zal wel weer eens het hoofd opsteken. Maar voor het oogenblik bestaat hier geen gevaar voor. Zij toch die het meest hiertoe neigen zouden, zijn daartoe te onkerkelijk geworden en zoeken veeleer in sektarische groepjes, die zich ganschelijk met geen kerk inlaten, bevrediging voor hun ziekelijk streven; terwijl er onder de kerkelijke stroo-[ mingen van het oogenblik, niet één enkele is, die rechtstreeks op een Labadistische solutie aanstuurt. Toch willen we van het Labadisme geen afscheid] nemen, zonder ^. ernstig te protesteeren tegen de ontstentenis van alle waardeering, die men in veler uitlatingen over de Labadisten bij onze hedendaagsche pennevoerders te betreuren heeft. Met Modernen zit men broederlijk in één raad. In Groningers ziet men geestverwanten. Ethischen beschouwt men als de ware belijders. Kortom, voor een iegelijk heeft men een geopend oor. Maar voor de heilige aandrift en den zedelijken ernst die oorspronkelijk bij Montanus, Novatianus, Donatus, en zoo ook later bij De Labadie sprak, sluit men opzettelijk het oog. En dit nu mag niet. Alle tijdgenooten van De Labadie verzekeren ons daartoe te stellig en te omstandig dat zijn aanvang heerlijk en zijn bezieling in den be ginne wegsleepend was. En het goede in zulke mannen, mag een berekenend en met de Synode heulend nageslacht, om hun latere af doling niet miskennen.

Overmits echter, gelijk gezegd, deze theorie van kerkzuivering op dit oogenblik door geen enkele groep in ons midden wordt voorgestaan, kan ons betoog het Labadisme verder rusten laten, en komen we alzoo tot de meer afdoende vraag, welke theorieën thans openlijk geëerd worden en op het woord van meer of min invloedrijke woordvoerders rekenen kunnen.

En dan komt ongetwijfeld het eerst die voor de hand liggende theorie in aanmerking, die zoo oud is als de kerk oud is, en haar kracht vindt in de formule: De kerk in de kerk reformeeren. Van deze theorie zijn namelijk heden ten dage alle Synodalen voorstanders, wier ideaal is en blijft de kerk onafscheidelijk aan het Woord Gods te verbinden en aan den eisch van Gods Woord te'doen beantwoorden. Men herinnert zich, dat we hierbij de Modernen, de Groningers en de Ethischen uitzonderden, en onze vroegere toelichting x)ntslaat ons van de moeite om nogmaals aan te toonen, waarom de Ethischen te dezen formeel bij de Modernen en Groningers zijn in te deelen.

Maar sluiten we deze drie groepen hier buiten, dan kunnen we niet anders inzien, of alle overige groepen, die saam de Gereformeerde gezindheid uitmaken. Calvinisten, Christelijke Gereformeerden, Doleerenden, Ledeboerianen, Methodisten, Confessioneelen en Irenischen zijn het allen hierin met elkander eens, dat de kerk kerk moet blijven, dat ze van Gods Woord niet mag worden losgerukt, en dat ze ook als kerk geroepen is aan den eisch van dat Woord te beantwoorden.

Het is goed op deze eenheid van streven een oogenblik de aandacht te vestigen.

Soms schijnt het toch te midden der grenzenlooze spraakverwarring, waaraan we ten prooi zijn, alsof er tusschen de Irenischen en Confessioneelen eenerzijds en de mannen van 1834 en 1886 anderzijds een klove gaapte die niet te dempen viel, en zoo ge, om eens concreet te zijn en namen te noemen, in Rotterdam mannen als Ds. Vos en Ds.

Van der Land, Dr. Geesink en Ds. Notten saam noemt, ontvangen velen thans een indruk, als waren deze predikers zoo schriklijke tegenvoeters, dat ze geen snaar op hun harp gelijk hadden. En dat terwijl toch ieder weet, dat deze vier mannen in hoofdzaak eenzelfde gezag aan Gods Woord toekennen, saam belijden dat Gods Woord de eenige regel van ons belijden en doen moet zijn, en ook voor de kerk hun ideaal eerst dan verwezenlijkt zullen achten, wanneer eenmaal alle strijd tusschen den eisch van dat Woord en hun kerk ophoudt.

Vooral op één ding worde hierbij nadruk gelegd. Ook al is het, dat velen onzer thans tot het inzicht zijn gekomen, dat deze eerste theorie van kerkzuivering, t, w. die van reformatie der kerk in de kerk, in ons tegenwoordig stadium ophield doeltreffend te zijn, toch zijn allen zonder onderscheid bij dit eerste stadium begonnen.

Vóór 1834 was dit ook de theorie van de mannen die in 1834 deze theorie opgaven.

En tot 1886 hebben de mannen der Doleantie steeds deze zelfde theorie geloofd.

Het is dus een eind wegs, waarop onzer aller voetstappen liggen; waarop elke richting een deel van haar verleden heeft doorleefd; waarin door alle groepen eens heil is gezocht; meer nog, waarmee elke strooming moest aanvangen, zou ze het recht erlangen, om straks een andere bedding te kiezen.

Wanneer we thans dus mannen als Ds.

Wolfr van Utrecht, Dr. Van Ronkel te Leiden, Ds. Verhoeff te Bodegraven, Dr, Hoedemaker te Nijland, Ds. Oorthuys te s-Gravenhage en zoovele anderen nog altoos bij deze zelfde theorie heil zien zoeken, dan kan het wel niet anders of dit moet op óns den indruk maken, van een poging om den moriaan te schuren. Maar toch mogen we nimmer vergeten, dat ook hun methode een steeds in de kerk voorgestane theorie was, en dat zoowel de mannen van 1834 als van 1886 eens op gelijke wijze den pijl op den boog plachten te leggen. Vooral ons, Doleerenden, die tot 1886 nog steeds op dien weg volhard hebfeen, voegt het niet, uit de hoogte op de thans achterblijvende Lroederen neer te zien. We mogen leedwezen dragen over hun aarzelen; we mogen het ons haast niet kunnen inbeelden, dat hun de schellen nog niet van de oogen vielen; maar toch, steeds hebben we in hen enszelven van voor drie jaren te zien.

Want wel dient toegegeven, dat het schuldiger is, na het in 1886 gebeurde nóg in dezen weg te volharden, dan vóór 1886 op die paden gewandeld te hebben. Immers de openbaring der ongerechtigheid is zooveel sterker geworden, en een ander pad is thans ontsloten. Maar deze meerdere schuld aan Gods heilige weegschaal ter afweging overlatende, hebben wij persoonlijk allerminst het recht, om onze broederen uit de hoogte te veroordeelen. Wie toch weet, hoeveel van ons eigen zondig voorbeeld uit vroeger dagen in hun volharden op den verkeerden weg thans nawerkt.

Het is daarom onze plicht en onze roeping om ook deze theorie van kerkzuivering kalm onder de oogen te zien; haar eigenaardige werking na te gaan; haar aan Gods^ Woord te toetsen; en zoo mogelijk duidelijk de grenzen op te sporen, die ze nimmer overschrijden kan zonder zich zelve te oordeelen. Erasmus is meer dan eens door ons in verband met deze theorie genoemd. Toch houde men daarbij wel in het oog, dat het ook de theorie van Augustinus en Thomas Aquinas was. En dat Erasmus dan. eerst haar representant wordt, als ze, over de ongeoorloofde grens heengeschoven, zich ook dan nog poogt te handhaven, als de theorie van breken met het kerkverband reeds stellig recht van toepassing erlangde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Cheorieen van kerkzuivering.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 mei 1889

De Heraut | 4 Pagina's