Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Volksvriend ScheUema: schrijft Ds. Adama van

Over den zin van i Cor. VIII:13 weet ik niet, ooit anders gedacht of geschreven te hebben dan Dr.

Kuyper in dit stuk. Ook over een openlijk of bedektelijk aanraden van wijn of bier is mijnerzijds geen sprake. Ik betwist zelfs niemand, hetzij geneesheer of wien ook, de vrijheid daartoe. Een iegelijk zij op dit punt in eigen conscientie zeker, Gods' eer en het heil van den naaste te bedoelen. Naar het Evangelie meen ik, dat niets wat den mond ingaat op zichzelf den mensch verontreinigt maar dat juist; omdat, wie niet meer staat onder wetsgezag en alleen onder geloofsgezag, alle dingen geoorloofd zijn, de beslissing te nauwgezetter moet wezen, «wat op bepaalde lijden en onder bepaalde omstandigheden oorbaar, dat is: met de eere Gods en het heil van den naaste bestaanbaar is."

Voor deze verklaring zijn we dankbaar. Hiermee toch is ten volle erkend, wat we staande hielden, en alle principieele werkheiligheid uitgebannen.

Merkwaardig is ook wat Ds. Adama van Scheltema hierop volgen laat: Nu zijn uit het soldatenleven de gedistilleerde dran ken volksdrank geworden; en de regeeringen hebben, in plaats van tot dep vroegeren toestand terug te keeren en den drank allereerst weder uit het soldatenleven te bannen, den zelf geschapen slechten toestand nog slechter gemaakt, door den kunstmatig gewckten drinklust aan een gemakkelijk vullen der schatkist dienstbaar te maken. Bij navolging heeft de koloniale handel het gegeven voorbeeld gevolgd, om ten voor deele vzn eigen beurs gansche volksstammen uit te roeien en de overblijfsels ervan ie verdierlijken en uit te plunderen. Dit alles is geschied zonder van den Christennaam afstand te doen en openlijk tot de soortgelijke gewoonten van het slechtste heidendom terug te gaan. Deze is in alle Christenlanden de feitelijke toestand, in staat en kerk; een gelijksoortige als die in de dagen der door zich Christen noemenden gedre ven negerhandel en negerslavernij.

Wat nut doen tot herstel van zulke volk en godsdienst onteerende toestanden afgebroken bespiegelingen, die over den feitelijken toestand heenglijden zonder dien te beroeren ?

Hier hebt ge nu weer den practischen man, die de kracht der theorie en der beginselen voorbijziet.

Alsof Christus en zijn profeten en zijn apos telen ook niet aan hun practisch handelen wel terdege allerlei bespiegeling hadden_ toegevoegd, die nog veel fijner en hooger ging, dan het punt hier in quaestie !

Alsof het woord niet even groole, ja sterkere macht had dan de daad! Alsof Luther en Calvijn niet minstens evenzeer door hun betoogen als door hun organisatiën hadden gewerkt.

En alsof de kracht der heerschmdc begrippen niet steeds sterker gebleken was, dan de beste practijk! Interessant is nog deze beschouwing van den ouden strijder: Ware de toestand gebleven, zooals die was, voordat de regeeringen eerst bij hunne legers het gedistilleerd als soldatendrank hadden ingevoerd, en zij daarna nog dit kwaad misdadig voor belasting exploiteerden, toen, als gevolg van het soldatendrinken, zich het gedistilleerd eene plaats onder de volksdranken had gewonnen, ook ik zou, het Evangelie genoegzaam reke nende, eene afzonderlijke bestrijding als onnoodig kun nen afkeuren.

Nu meen ik, dat de staat van zaken anders is; dat wij staan tegenover een staatsmisdrijf, door de macht van den schuldige zooveel vreeselijker dan gewone misdrijven, als de bedrijver hooger geplaatst, en voor God, die herti zoo hoog plaatste, verantwoordelijk is.

Het. krijgvoeren is nooit een menscheiijk bedrijf geweest, maar wie nagaat, welk een helsche macht het gedistilleerd in op het soldatenleven én tot ver meerdering der oorlogswreedheden geoefend heeft, zal moeten erkennen, niet te staan tegenover een gewoon levensvraagstuk, maar tegenover een diep in het zedelijk en godsdienstig leven ingrijpende misdaad.

Wie nagaat, hoevele millioenen menschen — gansche volksstammen — met het Evangelie bevoorrech ten door hun vuurwater met opzet en stelselmatig hebben vermoord; gelijk zij nog met dit ultroeiings werk steeds voortgaan, waar zij naar Christus' bevel het Evangelie moesten brengen, gevoelt alweder te staan, niet tegenover een bespiegelend diëetsvraagstuk, maar tegenover een beulenbedrijf, waaraan de gemeente reeds door zwijgend toezien en stilzitten medeplichtig is.

In de Godsregeering over Israel en de volken blijkt, dat wie kwaad plegen, zelVen het meest voor hun misdrijf boeten; en wie nu eenigszins nauwlettend nagaat, hoe sinds Wesley's in dit opzicht profetisch optreden, de Christennatiën zelven voor dit kwaad ge boet hebben, kan wel de stem des medelijdens en der waarschuwing niet bedwingen Waar is hier begin of einde van rouwklacht? Welk is door den jenever het gehalte van ons leger in onze koloniën, en wat moet die van het kazerneleven hier te lande zijn, enkel wanneer wij nagaan, wat lotingsdagen reeds van wat volgt voorspellen ? Hoevele zonen van waardige ouders, ook van predikanten, rusten reeds in onze koloniën in een vergeten dronkaardsgraf? Wie telt de tranen, die het opnemen van gedistilleerd onder de volksdrank(n en het behendig daaruit knutselen van een miUioenenbelasting heeft doen vloeien? Toch mocht naar een eigen regeeringswoord, daaraan niet alleen geen einde, maar daarin zelfs geene matiging komen en dit om welke gewichtige reden ? ..... uit vrees — men lette wel op het officieele woord — dat het verminderen der onmatigheid de belangen der schatkist te zeer zou schaden. Zoo wij hier niet staan voor een zonder schaamte beleden staatsmisdaad, verklaar ik geen onderscheid meer te kennen tusschen goed en kwaad en tussclien het menschenslachten van een heidendespoot en Christelijke beschaving.

Gaarne herhalen we hier, wat we steeds uitspraken, dat we juist om de punten door Ds. Adama van ScheUema hier aangegeven, ook de pogingen van de teetotallers ten zeerste waardeeren, al blijven we waarschuwen tegen het gevaarlijk beginsel dat de Evangelische vrijheid in haar gaafheid kan aantasten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's