Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XIII.

LODEWIJK DIJ BERQUIN.

In de Zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordige België, ligt de provincie Artois. Daar werd Lodewijk du Berquin in 1490 geboren. In zijne jeugd was deze edelman een ijverig voorrtander van de Roomsche kerk en hare instellingen. Hij had een open en vriendelijk karakter, waardoor hij veler harten won, en groote gaven van geest, die hem reeds vroeg deden dorsten naar kennis en wetenschap. Om hieraan te voldoen, begaf hij zich op jeugdigen leeftijd naar Parijs, waar hij zich toelegde op de letterkunde. In die dagen kwam hij in aanraking met mannen als Lefèvre d'Etaples en Rousset, en met eene vrouw als Margaretha van Valois, door wie hij bekend werd met den geest en de beginselen der Hervorming. Wel is waar gingen dezen niet meê met Luther in zijn breken met de hiërarchie, en stelden zij Berquin nog voor het Pausdom met de leer der Schrift te verzoenen. Maar Berquin kon zich met dat streven niet vereenigen. De schriften van Erasmus, doch vooral die van Luther en Melanchton overtuigden hem ge­ noeg, dat dit onmogelijk te bereiken was. Met eerstge-• noemden geleerde trad hij in briefwisseling, terwijl hij verscheidene zijner geschriften, alsmede een enkel van Luther, in het Fransch overzette. Margaretha van Valois, zuster van den Franschen koning, Frans I, sprak gaarne met hem over het Evangelie, en de koning mocht hem ook gaarne, vooral om zijn uitnemende kennis, en benoemde hem tot zijn raadsheer. Zoo kon het niet lang verborgen blijven wie Berquin was. De Sorbonne (de theologische professoren aan de hoogeschool te Parijs) hielden hem in het oog, onderzochten zijne geschriften en riepen, dat hij een ketter was.

Het parlement daagde Berquin in Mei 1523 voor zich, verklaarde zijne geschriften voor kettersch en veroordeelde hem tot herroeping van zijn Luthersche gevoelens. Berquin weigerde en werd aan den bisschop overgeleverd, opdat een ketterproces tegen hem aanhangig gemaakt kon worden. Het zou waarschijnlijk toen reeds niet goed met hem zijn afgeloopen, indien niet Margaretha voor hem bij den koning tusschenbeide gekomen ware en verkregen had, dat deze hem redde uit de handen zijner vijanden. De zaak kwam bij den geheimen raad, Berquin herriep eenige stellingen — welke weten wij niet — en werd in vrijheid gesteld. Toen Parijs verlatende, begaf hij zich naar zijn vaderland, Artois, waar hij zich op zijne goederen terugtrok. Echter niet om er niets te doen. Hij bezocht de hutten, die hem omringden, en predikte de leer der behoudenis door Christus alleen. Soms viel hij ook hard uit tegen het priesterambt, de kloosters enz. Dit verbitterde degenen, die het gold-Berquin voelde, dat dit niet altijd de rechte weg was. Hem was het om de redding van zielen te doen. Daarom liet hij vaak al het bitse en scherpe weg. De haat tegen hem klom desniettemin met den dag. Eenigen poogden hem van zijn zoogenaamde ketterijen terug te brengen. Vergeefs. Berquin ging voort, het zaad des Woords zaaiende te Abbeville en in de omstreken, in de steden en de velden van Artois en Picardië. Doch eindelijk gelukte het zijnen vijanden weer, een bevel van aanhouding tegen hem bij het hof te krijgen. Een deurwaarder nam hem op zijne goederen gevangen. Zijne vrienden wilden hem verdedigen. Maar Berquin hield hen terug en gaf zich gevangen. Met vasten blik en opgeheven hoofd trad hij de gevangenis te Parijs binnen. Dat Berquin's vijanden konden triumfeeren, had zijne oorzaak in de afwezigheid van koning Frans. Deze was in het leger in Italië en later de gevangene van den Duitschen keizer, Karel V. In dien tijd hield de koninginmoeder, Louise van Savoye, het roer van staat in handen. Daar was een tijd geweest, dat zij voor de beginselen der Hervorming liefde gevoeld had, maar die tijd was al voorbij. Nu had zij zich vereenigd met de Roomsche partij en stelde zich voor, de ketters te vervolgen.

Ook Berquin werd vervolgd. De overzetting van Erasmus' geschriften was de voornaamste beschuldiging, tegen hem ingebracht. Het baatte niet, of Berquin aantoonde, dat Erasmus' werken noch door den paus noch door de geestelijkheid veroordeeld waren. Hij moest herroepen, maar weigerde. De edelman werd toen aan het parlement overgeleverd en zeker zou het doedvonnis over hem uitgesproken zijn, indien het niet Margaretha van Valois gelukt was, voor de tweede maal de tusschenkomst des koniiigs in zijn belang in te roepen, Frans was toen in Spanje gevangen en Margaretha onvermoeid werkzaam tot zijne verlossing. Tegelijk beproefde deze vrome vorstin haar broeder voor het Evangelie te winnen. Zooveel liefde bewoog den gevangen koning, om het parlement te schrijven de vervolgingen tegen de Evangelischen, met name tegen Berquin, te staken tot zijne overkomst. Toch gingen de vijanden voort, zoodat Margaretha haren broeder moest schrijven: »Indien gij niet tusschenbeide komt, is Berquin een kind des doods." Frans I liet daarop terstond aan den president van het parlement schrijven, dat hij hem verantwoordelijk stelde voor Berquin. Dat hielp. De president staakte het rechtsgeding; de monniken, die het parlement steeds aanzetten om voort te gaan tegen de ketters, bogen het hoofd. »Beda en zijne vrienden barstten bijna van spijt." Eindelijk kwam de koning in 1526 terug. Maar Berquin bleef gevangen. Margaretha smeekte den koning voor hem. Doch de Roomsche partij trachtte hare poging te dwarsboomen. Niet dan met de grootste moeite gelukte het haar Berquin's vrijlating in November 1526 te verkrijgen. De vrijgelatene begon opnieuw den strijd tegen het Pausdom en voor Gods Woord. Het gelukte hem zelfs eenigen tijd den koning aan zijne zijde te hebben. De vijanden der Hervorming schenen geslagen te zullen worden. Berquin schreef dit aan Erasmus; maar deze juichte niet mede, doch ried den strijder voor de waarheid aan, zich terug te trekken en zijn voorbeeld te volgen.

(Slot volgt.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 mei 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 mei 1890

De Heraut | 4 Pagina's