Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.

Eene predikantenconferentie over de inspiratietheorie.

Daar de Elzasz althans kerkelijk geheel met Duitschland medeleeft, vermelden wij het volgende onder de rubriek van Duitschland:

In het einde van September hield de Evang. Luth, predikanten-conferentie van den Elzasz hare tweede vergadering. De conferentie heeft zich op den bodem der belijdenis geplaatst in tegenstelling met de algemeen pastorale conferentie, die een liberaal-unionistisch karakter draagt. De hoofdschotel der vergadering was de behandeling van de vraag: Is of bevat de Bijbel Gods Woord. De vergadering meende aanstonds te moeten verklaren dat zij van de inspiratie theorie der 17de eeuw niets weten wilde, men beweerde dat zij, als zij consequent wordt doorgevoerd, zichzelve weerspreekt en dat men haar des te gemakkelijker kon prijsgeven, omdat de belijdenisschriften der Luthersche kerk niet gelijk die van de Gereformeerde een officieel stempel gezet hebben op de leer et van sommigen. Indertijd was de theorie der absolute inspiratie eene nieuwigheid in de Luthérsche godgeleerdheid' Toch wilde de r heer Dammron, die op de conferentie over dit punt eene voordracht hield, niet weten van e wijl het zeggen van modernen en Vermittelungstheologen, die zeggen »de Bijbel bevat slechts on Gods Woord." Doch dat deze prediker dit t laatste zich inbeeldt, zal blijken uit hetgeen hij als zijne oplossing van het vraagstuk ten beste gaf.

De Heere Jezus en de apostelen, zoo sprak hij, hebben Mozes en de propheten als Goddelijk woord aangehaald, het Nieuwe Testament getuigt omtrent de propheten, dat zij niet uit zich zelven gesproken hebben, maar gedreven door den Heiligen Geest. En dat de Heere Jezus, die zich zelven de waarheid noemt, en zijne apostelen, niet een bloot menschenwoord maar Gods woord gesproken hebben, betoogde de spreker. Maar.... hij stelde ook op den s voorgrond, dat gelijk de Heere Jezus niet alleen een Goddelijke maar ook een menschelijke gestalte (natuur zal bedoeld zijn) had, en dit niet in docetischen zin (d. w. z. in schijn) maar een menschelijke gedaante met al hare zwakheden, de Heilige Schrift een menschelijke zijde had. Zij is volgens Ds. Dammron oorkonde en getiiigenis der goddelijke openbaring in alle dingen, die het heil en de heilsgeschiedenis betreffen; doch wanneer er dwalingen onder door loopen die betrekking hebben op tijdrekenkunde, de aardrijkskunde, volkenkunde, dan doet dit aan de H. Schrift geen schade. Ook gewaagde spreker van het geestelijk karakter der schrift, slechts in den geest en met den geest waarin zij geschreven is, kan zij juist worden verstaan.

De conferentie erkende dat de apostelen een bijzondere genadegave moeten hebben ontvangen om het woord te spreken, hetwelk voor alle tijden regel voor alle Christelijke leer zijn kon, verwierp de z.g. bewustzijnstheologie en beleed, dat schoon er een menschelijke zijde in de H. Schrift is men toch met den Heere zelf door het: „Er staat geschreven" alle twijfelingen en aanvechtingen bestrijden moet.

De heeren dier conferentie schijnen niet te weten dat volgens de Heilige Schrift, de derde persoon der Heilige Drieëenheid de auteur is van de Heilige Schrift, en dat die derde persoon nooit vleesch geworden is en dus ook nooit de ingezonkenheid van onze natuur over zich heeft laten komen. Wij meenen daarom te mogen betwijfelen of de Allg. Ev. Luth. Kirchenzeitung gelijk heeft, wanneer zij zegt dat het referaat van Ds. Dammron getuigt van «grondige studie". Ware dit het geval, dan behoorde genoemde predikant het bezwaar opgelost te hebben, dat wanneer de Schrift historisch onbetrouwbaar is, ook de feiten die in de Schrift vermeld worden, even goed wel als niet gebeurd kunnen zijn, terwijl toch de zaligheid der kerk hangt aan geschiedkundige gebeurtenissen, als Jezus' geboorte, lijden en sterven, opstanding enz., en dat alles op zoodanige tijden afs door den Vader te voren verordineerd was. Zonder het te weten of te willen, staat de Ev. Luth. predikanten-conferentie met hare beide voeten op den bodem der vermittelungstheologie, die welbeschouwd, , aan de naturalistische critiek gewonnen spel geeft. Het is te betreuren dat de groote menigte van Duitsche godgeleerden hiervoor geen oog toont te hebben,

Engeland.

De leiders van het leger des heils en de sociale quaestie.

In navolging van den titel van Stanley's boek: »In Darkest Africa" is er in Engeland van de hand van den generaal van het heilsleger Booth een boek verschenen onder den naam van: »/« Darkest England, And the Way out, '" waarin eene aangrijpende schildering gegeven wordt van de ellende door velen inde groote steden van Albion geleden. Wel zijn dergelijke beschrijvingen meermalen door anderen geleverd, doch in deze dagen nu de aandacht zoozeer gevestigd is op sociale toestanden, is het verschijnen van het boek van den leider van het Heilsleger een evenement in Engeland. Nogmaals wordt dus aan de Engelsche natie voorgesteld wat het lot is van de onderste lagen zijner maatschappij, en een ieder die het boek leest zal uitroepen: ontzettend! De zucht van de plattelandsbevolking om naar de groote steden te trekken, waar men hoogere loonen verdient, heeft eene menigte van menschen diep ongelukkig gemaakt. De opeenhooping van menschen werkt het uitbreken van vele zonden in de hand, die anders in de harten sluimeren; tegenover vele voordeden, die het stadsleven voor den werkman oplevert, staan nog meer schaduwzijden, waarvan het gevolg is, dat zijne kinderen den strijd voor het bestaan al moeilijker strijden, terwijl dikwijls zijne kleinkinderen in de jammerlijkste ellende gedompeld worden. Generaal Booth houdt het er voor, dat een tiende deel der bevolking van Engeland in een toestand voortleeft, welke het best kan vergeleken worden met dien in de zwarte ondoordringbare wouden, die Stanley heeft doorworsteld.

Wat moet voor dat ongelukkige deel der Engelsche bevolking, dat wegkwijnt onder namelooze stoffelijke en geestelijke ellende, gedaan worden ? Hoe moet het een »menschwaardig" bestaan gegeven, en hoe zal het bereikt worden door het Evangelie? Op deze vragen tracht de generaal een antwoord te geven. In de eerste plaats behoort men werkinrichtingen in de groote steden te stichten, waar men den ellendigen werk zou verschaffen. Daaraan zou een bureau voor werkeloozen verbonden zijn. Velen zou men werk kunnen verschaffen door aan de huizen op te halen wat in vele huisgezinnen weggeworpen wordt, als overgebleven spijs enz. Vele hongerigen konden dan daarmede gespijzigd.

Praktischer en meer uitvoerbaar komt het ons voor als de heer Booth voorstelt om koloniën uit de steden naar het platteland te doen trekken. De gedachte om de" centralisatie van de bevolking der groote steden tegen te gaan is uitnemend, doch in de uitvoering zal men, met niet weinig bezwaren te worstelen hebben, want de in lompen gehulde, voddenrapende, bedelende, zakkenrollende bevolking der groote steden, is maar niet aanstonds geschikt om het land te bebouwen, steenen te bakken en huizen te bouwen. Reeds ziet de generaal in het verschiet dat gewezen Londensche bedelaars voorspoedig zullen zijn in het bebouwen van hun stuk grond, dat zij van lieverlede grondbezitters kunnen worden

Maar ook wil de heer Booth naar andere werelddeelen koloniën vestigen. Zeer verstandig vestigt hij de aandacht niet op tropische ge-• westen maar op Zuid-Afrika. De armen zouden daarheen gezonden kunnen worden, misschien op schepen door hen zelven op hun eigen werven gebouwd. Dat officieren van het heilsleger zulke koloniën zouden vergezellen spreekt wel van zelf. Immers bij alles heeft de heer Booth voor oogen: de overwinning van de wereld door het heilsleger voor Jezus. Een grootsch denkbeeld. Jammer maar dat bij het schoone doel dat voor oogen gesteld is, men over het hoofd ziet dat wel van den Christus naar de schriften gezegd is, dat Hij als Koning moet heerschen, maar dat den Christus dien het heilsleger verkondigt niet is die, welke in de volheid des tijds is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Daarbij kunnen de middelen die de heer Booth aanwendt om zijn doel te bereiken den toets van Gods Woord niet doorstaan, daar toch de militaire hiërarchie welke hij heeft ingevoerd en die hem tot hiertoe zooveel succes gaf, niet kan bestaan bij de duidelijkste uitspraken der schrift.

Maar in elk geval is het plan van den heer Booth eene beschaming voor de kerken des Heeren in Engeland. Wij zullen niet zeggen dat deze niets doen om den maatschappelijken nood te lenigen, doch waarheid is, dat de kerken te zeer al hare krachten behoeven voor een strijd in eigen boezem, dan dat zij de armen der ontferming zouden kunnen uitstrekken naar de verwilderde volksmassa's in de groote steden In de Episcopale kerk heeft men het aan de eene zijde veel te druk met het plaatsen van Mariabeelden in de kerkgebouwen en het houden van processiën, waarbij de waardigheidsbekleeders in de prachtigste gewaden, gelijk die in de Roomsche kerken gebruikt worden, de kerk doortrekken, en aan den anderen kant kost het te veel inspanning van krachten en gaven en ook te veel aan geld om te trachten de Romaniseering dier eenmaal Gereformeerde kerk te keer gaan, dan dat men er ernstig werk van zou kunnen maken, om de ellendigen op te richten uit het slyk, of om olie en wijn te gieten in de wonden der maatschappij. Evenzoo is het in de Nonconformistische kerken. De strijd dien Spurgeon aangebonden heeft, is meer dan noodig. Het ongeloof is in de vrije kerken doorgedrongen en daartegen is nu het zwaard van de leidslieden des volks gekeerd. En dit brengt een dubbel kwaad met zich; in de eerste plaats kan de dienst des Woords tot volmaking der heiligen, niet naar eisch plaats hebben, en ten andere wordt daardoor de dienst der barmhartigheid niet naar behooren uitgeoefend.

Generaal Booth meent tot verwezenlijking van zijn plan ƒ 12, 000, 000 noodig te hebben, en jaarlijks bovendien drie en een halve ton gouds. Reeds hebben twee vrienden van het heilsleger, ieder eene bijdrage van ƒ 12, 000 toegezegd. Al wordt er nooit een vinger uitgestoken om zijn plan uit te voeren, toch zal het van achteren blijken, dat het in de wereld zenden van zijn jongste pennevrucht goede vruchten afwerpt voor zijn leger, al was het slechts als eene vernieuwde reclame.

De begrafenis van mevrouw Booth heeft onder eene verbazende toeloop van volk plaats gehad. Van de ter aarde bestelling eener koningin kon ter nauwernood meer notitie genomen zijn. Stuitend moeten wij het noemen, dat de heer Booth de lijkbaar zijner echtgenoote staande in een open rijtuig en rechts en links groetende, volgde. In mevrouwBooth verliest niet alleen haar man een voortreffelijke hulp in zijn arbeid, maar het leger ook een bekwame woordvoerster. Waar zij sprak hing men aan hare lippen, en er zijn toespraken van haar gedrukt, die, als men zich verplaatst-op het Remonstrantsche standpunt van het leger des heils, men voortreffelijk moet noemen. Wij herinneren ons van haar gelezen te hebben eene rede over het eeren naar beginselen en niet naar gevoel, waarin dingen voorkomen, op nuchtere en eenvoudige wijze gezegd, 'die wij voor onze rekening zouden durven nemen. Jammer maar dat in den grond der zaak haar arbeid met dien van haar man, neerkwam of nog. neerkomt op het: »doe dat en gij zult leven."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's