Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LV.

MAILOAGRT DE HONGERË.

Onder de belijders der waarheid in de Gereformeerde kerk van de i6e eeuw verkeerden geene in grooter gevaar gevangen en gedood te worden dan de dienaren des Woords. Op hun hoofd was vaak een prijs gesteld, terwijl de noodzakelijkheid om met allerlei soort van menschen om te gaan, hun licht eenen verrader in de handen kon spelen. Geen wonder dus, dat er bij de martelaren der Gereformeerde kerk velen genoemd worden, die nader aangeduid worden als predikanten. Een dezer was Mailgaert de Hongere. Hij werd omstreeks het jaar 1537 te Mitsene in Vlaanderen geboren. Van jongs af legde hij zich met allen ijver toe op het onderzoek van Gods Woord. Na zijne studiën voltooid te hebben, diende hij enkele jaren de kerk des Heeren onder de tyrannic van het pausdom, die hij tot in 1566 openlijk bestrafte. Predikant was hij te Elverdinge, een dorp, niet ver van Yperen ten noordwesten gelegen, aan den straatweg van Veurne. Toch bleef hij niet uitsluitend op deze plaats. Het geringe getal dienaren des Woords maakte dit onmogelijk. Dus predikte hij overal in het Westkwartier. In 1566 gaf de overheid den voorstanders van de reformatie vaste plaatsen en daarmee »vrijheid tot uitvoering huns dienstes, " Dit duurde echter niet lang. Toen de vrees voor de nationale partij verdween, omdat zij verdeeld was, werd de vrijheid der predikatiën van dag tot dag nauwer beperkt of ingetrokken. Men begon ook weer de geloovigen gevangen te nemen. Op het einde van 1566 viel de Hongere in de handen zijner vijanden.

Naar Yperen gevoerd, bleef hij daar in de kerker tot April, Eindelijk werd hij ter galge verwezen, omdat hij op ongeoorloofde plaatsen ten platten lande oproer had gepredikt, zooals men zeide. Weinige uren nadat over hem het doodvonnis was uitgesproken, werd hij naar het schavot gebracht. Daar sprak hij het volk aan en nam er afscheid van. Terwijl dat geschiedde, ontstond er onder de schare een groot gedruisch. De soldaten, die bij het schavot stonden, vreesden voor oproer, velden hunne geweren en schoten op den hoop. Velen werden gekwetst, omtrent vijf en twintig bleven dood en onder die vinnige Roomschen. Een hunner, een rijke messenmaker, Jakob Pyneul genaamd, had nog gezegd toen hij naar het schavot ging: »Ik ga den predikant hooren preeken aan de galg! De predikant, die deze beweging van den ladder zag, vermaande ieder tot stilte. Daarna werd hij door zijne beulen opgehangen, terwijl hij zijne ziel in Godes handen aanbeval. Dit geschiedde den i6en April 1567,

Tot aan den avond bleef het lijk des martelaars hangen, later hing men hem buiten de stad aan eenen boom. Vandaar namen de geloovigen zijn stoffelijk overschot en begroeven het in een graf, hem door de liefde gegraven.

iX^ GORIS.

De chirurgyn of barbier Jan Goris, van Oudenaarde geboortig, reisde op zekeren dag uit zijn geboortestad naar Gent. Kort na hem verliet de schout de stad. Twee mannen, vijanden van Goris om der waarheidswille, zagen dit en fluisterden den schout in het oor, wie voor hem uitging. Dadelijk gaf deze zijn paard de sporen en haalde zijn slachtoffer in. »Waar gaat gij heen Jan", vroeg de schout aan Goris. »Naar de gemeente van Nazareth", was het argelooze antwoord. »Ik ga met u mede", zeide de schout weer, »gij vindt het toch zeker goed." O ja, Goris had hiertegen geen bezwaar. Geruimen tijd gingen de beide reizigers naast elkander al pratende voort. Daar stak de schout zijne hand uit naar den chirurgyn, om hem te grijpen. Goris sprong ter zijde, over een sloot en toen het bosch in. Hij scheen gered. Dit was echter toch niet zoo. De schout liet door eenige mannen het bosch afzetten en door anderen doorzoeken, Goris werd gevonden en naar Oudenaarde teruggeleid,

Eenige dagen had de martelaar in de gevangenis doorgebracht toen hij voor zijnen rechter geleid werd. »Zijt gij een der beeldstormers", vroeg men hem daar. Hierop antwoordde Goris van neen. Voorts beschuldigde men den gevangene van nog vele andere onware dingen. Later echter kwam het op zijne belijdenis, waarmee hij vrij dorst uitkomen. Korten tijd daarna overviel hem echter zoo bange menschenvrees, dat hij dreigde te komen tot verloochening van den Heere Jezus. Vurig bad toen onze martelaar zijnen Heere hem toch staande te houden. De verzoeking week. Goris bleef volstandig tot den einde toe. Hij werd veroordeeld om opgehangen te worden. Op den ladder staande zag hij sommigen, die hem verraden hadden; ook de schout was daar, stoffende op zijne zegepraal.

Als een dienstknecht des Heeren sprak hij zijne vijanden toe, hun hun kwaad vergevende, maar tevens zijne rechters dagende voor Gods rechterstoel. Daarna stierf hij. Eenige dagen later trof de hand Gods reeds den^schout. Hij werd onverwachts door de wacht doodgeschoten.

JORIS VAN DER ASSCHE (ADRIAAXSZ).

In eenen roerenden brief aan zijne ouders, broeder en zuster schreef deze Joris van der A? sche van de martelaarskroon, die hem wachtte:

»Ik schrijf u eene blijde tijding, dat ik nog nimmer blijder dag beleefd heb; waarom ik den Heere dank voor zijne genade, dat ik waardig geacht word zijnen heiligen naam te belijden als een der zijnen." »Verblijdt u met mij, dat God mij tot zulk eene heerlijke bruiloft geroepen heeft, o, Hoe heerlijk en dierbaar is de dood der raar' telaren in de oogen Gods."

Aan verleidingen had het hem noch in den kerker, noch voor den rechter ontbroken, maar de Heere bewaarde hem, dat hij zich het Evangelie van Christus niet schaamde. Ook zijne familie en vrienden vermaande hij: »Blijft den Heere aanbevolen en wandelt in zijne wegen den tijd van uw leven, tot grootmaking van den name Gods en de zaligheid van uwe zielen.''

Den i4en April 1667 stierf hij aan een galg.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 augustus 1891

De Heraut | 2 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 augustus 1891

De Heraut | 2 Pagina's